top of page

Resultaten gevonden voor lege zoekopdracht

  • Tabaksbedrijf vaart een totaal nieuwe koers – aandeel stijgt 70% in een jaar

    In het kort: Philip Morris International transformeert succesvol van tabaksgigant naar groeibedrijf in rookvrije producten zoals IQOS en ZYN. Sterke kwartaalcijfers: winst +17%, rookvrijsegment groeit met dubbele cijfers en levert hogere marges. Aandeel +70% in één jaar; beleggers betalen een forse premie voor groei én stabiliteit. Philip Morris International (PMI), ooit synoniem met traditionele sigaretten, heeft zichzelf in een ongekende transformatie gestort. Het bedrijf, dat wereldwijd bekendstaat om merken als Marlboro, heeft zijn koers radicaal verlegd naar rookvrije producten zoals verhitte tabak (IQOS) en nicotinezakjes (ZYN). Deze strategische draai heeft PMI niet alleen een nieuw groeipad opgeleverd, maar ook een waardering die totaal anders is dan traditionele tabaksfabrikanten. De vraag is: rechtvaardigt deze transformatie de forse koersstijging van het aandeel, dat in het afgelopen jaar met 70% steeg, of heeft de markt zich te veel laten meeslepen door het enthousiasme rondom rookvrije alternatieven? Aandelenkoers Philip Morris: Bron: Google Finance In het eerste kwartaal van 2025 rapporteerde PMI sterke cijfers, ongebruikelijk voor een traditioneel tabaksbedrijf. De aangepaste winst per aandeel steeg met 17% naar $1,69 en lag daarmee boven de analistenverwachtingen. De netto-omzet kwam uit op $9,3 miljard, ruim $160 miljoen hoger dan de prognose, goed voor een groei van bijna 6%. Wat deze cijfers bijzonder maakt, is dat ze niet langer uitsluitend gedreven worden door traditionele sigaretten, maar steeds meer door rookvrije alternatieven. De traditionele sigaretten, nog altijd goed voor bijna 75% van het verzonden volume, lieten een verrassende volumegroei zien van 1,1% ten opzichte van vorig jaar. Dit is opmerkelijk in een tijd waarin concurrenten zoals British American Tobacco kampen met krimpende volumes en hun toevlucht zoeken in prijsverhogingen. Maar de echte ster van het kwartaal was de rookvrije divisie. De omzet uit deze producten groeide met 15%. Vooral de nicotinezakjes van ZYN maakten indruk met een volumegroei van maar liefst 53,3%, voornamelijk gedreven door de Amerikaanse markt, die verantwoordelijk is voor meer dan 90% van dit segment. Ook verhitte tabak, met IQOS, groeide stevig met 12% wereldwijd, waarbij Europa (15% groei) en de Amerika’s (29% groei) opvielen.   Sterke winstgevendheid Een van de meest opvallende aspecten van Philip Morris' transformatie is de hogere winstgevendheid van rookvrije producten. In het eerste kwartaal rapporteerde het bedrijf een brutomarge van 69% voor deze divisie, vergeleken met 65% voor de traditionele sigaretten. “Onze rookvrije producten zijn niet alleen een groeimotor, maar ook een bron van hogere marges, wat onze financiële veerkracht verder versterkt,” zei een woordvoerder van PMI tijdens de recente earnings call. Deze combinatie van volumegroei en hogere marges geeft PMI een unieke positie in de sector. Terwijl traditionele tabaksbedrijven worstelen met dalende volumes en toenemende regelgeving, heeft PMI een pad gevonden dat zowel groei als winstgevendheid combineert. Voor 2025 verwacht het management een aangepaste winstgroei van 13%, mede dankzij een zwakke Amerikaanse dollar, die gunstig uitpakt voor de in vreemde valuta gegenereerde inkomsten. Deze vooruitzichten suggereren dat PMI’s groeiverhaal nog lang niet ten einde is, vooral omdat rookvrije producten nu al 42% van de totale omzet uitmaken, een aandeel dat snel groeit. Met een huidig dividendrendement van 3,3% blijft het dividend een cruciale trekpleister voor beleggers. Hoewel de groei ervan op korte termijn waarschijnlijk beperkt blijft, totdat de schuldratio – die na de overname van Swedish Match in 2022 fors opliep – verder is afgebouwd, vormt de robuuste kasstroom uit de traditionele sigarettenactiviteiten een solide fundament. Met een koersstijging van bijna 100% in het afgelopen jaar noteert PMI nu tegen een waardering van 25 koers/winst, aanzienlijk hoger dan concurrent British American Tobacco, dat rond de 10 keer noteert. Dit verschil roept de vraag op of PMI overgewaardeerd is of dat de markt terecht een premie toekent. De sterke operationele prestaties en de groeivooruitzichten van de rookvrije divisie rechtvaardigen deels deze premie. PMI combineert de stabiele kasstromen van zijn sigarettenbusiness met de dynamische groei van rookvrije producten, een combinatie die het onderscheidt van traditionele tabaksbedrijven. Bovendien biedt de relatieve veerkracht van het aandeel in een volatiele markt, samen met een consistente outperformance van winstverwachtingen, vertrouwen aan beleggers.     PMI bevindt zich midden in een strategische omslag. Hoewel sigaretten nog steeds de kern van de omzet vormen, verschuift de focus steeds meer naar rookvrije alternatieven. Deze producten groeien snel en leveren hogere marges op, wat het resultaat en de balans verstevigt. Tegelijk houdt PMI de schuldenlast scherp in de gaten en voert het een gedisciplineerd kapitaalbeleid, wat de geloofwaardigheid van de langetermijnstrategie ondersteunt. Of de huidige waardering aantrekkelijk is, hangt af van hoe beleggers de balans inschatten tussen groeikansen en risico’s. De premie ten opzichte van sectorgenoten is fors, maar PMI’s positionering is uniek.

  • Cathie Wood heeft zojuist deze twee AI-aandelen gekocht

    In het kort: Cathie Wood koopt stevig bij in Nvidia en AMD, ondanks koersdalingen en geopolitieke risico’s. Nvidia blijft marktleider in AI-chips met de nieuwe Blackwell-architectuur en investeert in binnenlandse productie om geopolitieke druk te verlagen. AMD biedt goedkopere AI-exposure, groeit sterk in datacenters en embedded chips, en zet in op een breder AI-ecosysteem met interessante waardering. Terwijl beleggers wereldwijd nerveus hun schermen in de gaten houden, blijft Cathie Wood haar eigen koers varen. De oprichter van Ark Invest staat bekend om haar gedurfde bets op technologieaandelen – en ook deze week toonde ze weer haar vertrouwen in twee van de meest besproken namen van dit moment: Nvidia en AMD. Beiden zijn flink afgestraft sinds hun pieken eerder dit jaar, maar Wood ziet in die correctie geen reden tot paniek. Integendeel: ze koopt bij. Terecht? Aandeel 1: Nvidia Waar Nvidia ooit begon als dé naam achter de beste grafische kaarten voor gamers, is het bedrijf inmiddels uitgegroeid tot het kloppend hart van de wereldwijde AI-revolutie. De introductie van de nieuwe Blackwell-architectuur — waaronder de B100- en B200-chips — bevestigt Nvidia's dominante positie als hofleverancier van rekenkracht voor kunstmatige intelligentie. Deze chips zijn niet alleen sneller, maar ook energie-efficiënter dan hun voorgangers, en worden inmiddels ingezet bij techreuzen als Microsoft, Amazon en Meta om hun eigen taalmodellen en AI-agents te trainen. In een wereld waar AI de drijvende kracht wordt achter innovaties in zorg, financiën, defensie en logistiek, is Nvidia de partij die de infrastructuur levert. Toch blijft de weg naar boven niet zonder obstakels. De Amerikaanse exportbeperkingen op geavanceerde halfgeleiders richting China hakken erin. Nvidia moest recent nog een voorziening treffen van 5,5 miljard dollar vanwege het potentiële verlies van deze markt, die vorig jaar nog goed was voor 13% van de totale omzet. Daarnaast blijven zorgen over concurrentie vanuit goedkopere alternatieven — zoals DeepSeek in China — een risicofactor. En hoewel analisten hun koersdoelen licht hebben bijgesteld (Bank of America en Barclays verlaagden beide hun target naar rond de $150), blijven ze Nvidia wél als koopwaardig bestempelen. De marktwaarde mag dan wat zijn afgekoeld, het fundamentele groeiverhaal is onaangetast. Belangrijk is ook dat Nvidia inmiddels strategisch investeert in binnenlandse productiecapaciteit in de VS, deels gestimuleerd door de CHIPS Act. Dat maakt het bedrijf minder afhankelijk van geopolitiek gevoelige regio’s en versterkt de positie richting institutionele klanten die stabiliteit eisen in hun toeleveringsketens. Analisten zien vooral in de komende jaren sterke kasstromen ontstaan uit zowel AI-cloudinfrastructuur als edge computing-toepassingen. Nvidia is allang geen chipfabrikant meer — het is een platform geworden. Aandeel 2: AMD Advanced Micro Devices — kortweg AMD — is al jaren een bekende naam in de chipwereld, maar stond lange tijd in de schaduw van Intel en Nvidia. De afgelopen vijf jaar heeft het bedrijf onder leiding van CEO Lisa Su echter een indrukwekkende transformatie doorgemaakt. AMD heeft zich opnieuw op de kaart gezet met competitieve CPU’s en GPU’s, en breidt ondertussen agressief uit naar AI, datacenters, embedded systems en gaming consoles. Toegegeven, het aandeel heeft het de laatste twaalf maanden zwaar te verduren gehad. Met een daling van meer dan 40% zit AMD in de hoek waar de klappen vallen. De exportbeperkingen naar China hebben ook hier gevolgen: de MI308X-processors, ooit gezien als het antwoord op Nvidia’s H100, mogen daar voorlopig niet meer geleverd worden. Bovendien heeft AMD aangegeven mogelijk een eenmalige last van 800 miljoen dollar te moeten boeken als gevolg van deze restricties. Toch zit er meer onder de motorkap. AMD verwacht in Q1 2025 een omzet van $7,1 miljard, een flinke sprong vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. De sterkste groei komt uit de datacentermarkt en embedded segmenten — precies die markten die minder gevoelig zijn voor consumentencycli en meer leunen op structurele technologische adoptie. Denk aan chips in industriële automatisering, defensiesystemen, auto’s en medische apparatuur. AMD investeert bovendien stevig in AI-integratie in zijn CPU- en GPU-lijnen, én werkt aan een eigen AI-ecosysteem via het “Advancing AI 2025”-programma. Hierin zoekt het actief de samenwerking met cloudproviders, AI-startups en enterpriseklanten die maatwerkoplossingen zoeken voor training en inference. Waar Nvidia domineert in high-end AI-training, positioneert AMD zich slim in de bredere en meer gediversifieerde AI-architectuur — met meer kostenefficiëntie. Ook vanuit waarderingsoogpunt is AMD interessant. Met een forward P/E van rond de 19 ligt het aandeel fors lager dan Nvidia, terwijl de verwachte jaarlijkse omzetgroei van boven de 20% zeker niet teleurstelt. Daarbij zijn de marges nog niet op piekniveau, wat ruimte biedt voor operationele hefboomwerking als de volumes verder aantrekken. Voor beleggers die op zoek zijn naar AI-exposure met meer upside en lagere instapprijs, biedt AMD wellicht het aantrekkelijkere risico-rendementprofiel.

  • Portefeuille & Updates

    Welkom bij mijn portefeuille updates. Hier kun je zien welke aandelen en ETFs ik bezit, hoeveel rendement ik heb behaald en welke lessen ik heb geleerd. Ik zal deze column per twee weken updaten & onderaan vind je mijn persoonlijke portefeuilles inclusief alle bedragen en holdings! Dit artikel wordt regelmatig bijgewerkt met de meest recente informatie. Mijn beleggingsstrategie is tweeledig. Aan de ene kant bezit ik een aantal individuele aandelen die veel volatiliteit hebben. Dit zijn vooral groeiaandelen in sectoren zoals technologie en duurzame energie. Ik volg en analyseer deze bedrijven plichtig, gezien het een groot gedeelte van mijn vermogen bevat. Dit vergt veel tijd en discipline, maar het kan ook veel winst opleveren. Hieronder zie je hoe bedrijven in mijn portefeuille hebben gepresteerd tegenover de Nasdaq 100 en de S&P 500.

  • Transacties - De Belegger

    Hieronder vind je altijd mijn meest recente transacties. Ik upload ze direct zodra ze gebeuren en uitleg volgt kort erna! Bij vragen kun je support@debelegger.nl mailen!

  • Dit tech-aandeel is nog nooit zo goedkoop geweest sinds 2022

    In het kort: Amazon daalt 30% op beurs door angst voor importheffingen en lagere koopkracht, maar de sterke fundamenten blijven intact. AWS en Amazon Ads zijn de echte winstmachines, met respectievelijk $10,6 miljard en $47 miljard omzet in 2024, en blijven hard groeien. Ondanks geopolitieke risico’s en consumentendruk is Amazon dankzij zijn kasstroom, AI-investeringen en focus op winstgevendheid aantrekkelijk gewaardeerd. De grote Amerikaanse techreuzen hebben het zwaar in april, en Amazon vormt daarop geen uitzondering. Sinds de piek in februari is het aandeel met zo’n 30% gedaald. Wat begon als een logische correctie na een sterke opmars, is inmiddels uitgegroeid tot een overreactie die vooral wordt gevoed door angst en onzekerheid. Beleggers vrezen de economische gevolgen van nieuwe importheffingen, dalende consumentenbestedingen en de ambitieuze investeringsplannen van Amazon. Maar onder de oppervlakte blijkt Amazon robuuster dan ooit. Voor wie verder kijkt dan het sentiment van vandaag, opent zich misschien wel een interessante kans. De zorgen op de beurs zijn begrijpelijk. De Amerikaanse regering heeft zware importheffingen ingesteld op producten uit China, Vietnam en andere belangrijke handelslanden. Amazon is daar in hoge mate van afhankelijk: volgens analisten komt tot wel 70% van de goederen die via het platform worden verkocht uit China. Een heffing van 145% op die producten zou de marges van verkopers onder druk zetten en mogelijk hogere prijzen voor consumenten betekenen. In een tijd waarin inflatie nog steeds een rol speelt, kan dat leiden tot een afname van de koopbereidheid. Maar dit raakt vooral Amazons rol als marktplaats, en dat is inmiddels nog maar een deel van het verhaal. De echte kracht van Amazon zit in de onderliggende winstmachines. AWS, de cloudtak van het concern, is misschien wel het meest indrukwekkende voorbeeld. In het vierde kwartaal van 2024 draaide AWS een omzet van $28,8 miljard. Maar belangrijker: het leverde bijna $10,6 miljard aan operationele winst op — goed voor ongeveer de helft van het totale bedrijfsresultaat. Ter vergelijking: de Noord-Amerikaanse retailtak had een omzet van ruim $115 miljard, maar haalde daar een veel lager rendement op. AWS groeit bovendien nog altijd met dubbele cijfers (19% jaar-op-jaar), en dat in een markt die door grote klanten zoals banken, overheden en multinationals als mission critical wordt gezien. En AWS is niet het enige groeikanon. Amazons advertentietak is in stilte uitgegroeid tot een van de meest winstgevende onderdelen. In 2024 zette deze divisie ruim $47 miljard om — een groei van meer dan 25%. Met geavanceerde targetingtechnieken, gekoppeld aan de koopintentie van gebruikers, biedt Amazon adverteerders een unieke propositie. Het advertentieplatform concurreert inmiddels serieus met die van Meta en Google, en heeft als voordeel dat het direct gekoppeld is aan conversie: een klik leidt niet naar een website, maar direct naar een verkoop. Dat maakt Amazon Ads bijzonder aantrekkelijk voor merken, zeker in een economische omgeving waarin iedere marketingeuro moet renderen. Toch is het $100 miljard tellende investeringsbudget van Amazon in 2025 misschien wel het meest besproken onderwerp. Een fors deel daarvan wordt ingezet voor de uitbouw van AI-infrastructuur: datacentra, aangepaste chips, en rekenkracht voor generatieve AI-oplossingen. Critici noemen het risicovol, maar het is precies deze aanpak die Amazon al vaker succes heeft gebracht. De introductie van AWS zelf werd in 2006 ook gezien als een wilde gok — inmiddels is het een van de meest winstgevende businessmodellen in de techsector. Nu richt Amazon zich op het worden van de infrastructuurpartner van het AI-tijdperk, net zoals het dat eerder werd voor e-commerce en cloud. Bovendien is het bedrijf in staat om zulke investeringen te financieren vanuit een sterke kasstroompositie. In 2024 genereerde Amazon een operationele kasstroom van meer dan $60 miljard. Voor de komende jaren voorspellen analisten een jaarlijkse groei van 18 tot 25%, aangedreven door de combinatie van cloud, advertenties en abonnementen. Zelfs bij een conservatievere schatting van 10 tot 15% groei, is de huidige waardering — 15x operationele kasstroom en 30x winst — allesbehalve hoog voor een techbedrijf met deze schaal, diversificatie en winstcapaciteit. Wat Amazon extra interessant maakt, is de omslag in strategie. Waar het bedrijf vroeger bekendstond om zijn obsessie met schaal, marktaandeel en omzetgroei, zien we sinds 2022 een duidelijke focus op winstgevendheid. De operationele marges zijn meer dan verdubbeld, onder andere door efficiëntere logistiek, automatisering en kostenbesparing in de e-commercedivisie. Ook Prime-abonnementen — goed voor honderden miljoenen leden wereldwijd — dragen bij aan een stabiele, terugkerende kasstroom. Abonnees geven gemiddeld 2 tot 3 keer zoveel uit als niet-leden, wat de aantrekkelijkheid van deze klantenbasis verder vergroot. Tegenover al dit moois staan uiteraard ook risico’s. De geopolitieke spanningen tussen de VS en China kunnen escaleren. Amazon is kwetsbaar als de tarieven worden uitgebreid naar techhardware of als China besluit tegenmaatregelen te nemen. Daarnaast blijft de consument in de VS en Europa onder druk staan, en een economische recessie zou tijdelijk voor lagere e-commerceverkopen kunnen zorgen. Toch zijn dat vooral externe factoren die tijdelijk op het sentiment drukken, maar weinig veranderen aan de structurele kracht van Amazon zelf.

  • Nieuwe huizenprijzen onthuld: Zóveel moet je nu verdienen voor een huis

    In het kort: Huizenprijzen stijgen met 10,6%, tot een gemiddelde van €467.873, terwijl het aantal transacties juist toeneemt door hernieuwd leencapaciteit en beperkt aanbod. Starters raken verder achterop: een alleenstaande heeft bijna €95.000 bruto nodig voor een gemiddeld huis, wat de kloof tussen woningbezitters en -zoekers vergroot. Regionale verschillen en sociale scheefgroei nemen toe, terwijl structurele oplossingen uitblijven en economische onzekerheid wereldwijd verder oploopt. De Nederlandse woningmarkt is weer op volle toeren. Terwijl beleidsmakers waarschuwen voor oververhitting en menig starter zich wanhopig afvraagt of kopen nog haalbaar is, schieten de prijzen gewoon verder omhoog. In maart 2025 steeg de gemiddelde verkoopprijs van een bestaande woning met maar liefst 10,6% ten opzichte van een jaar eerder — de negende maand op rij met dubbele cijfers. Het gemiddelde prijskaartje? Een duizelingwekkende €467.873. En ondanks alle zorgen blijft het aantal transacties verrassend hoog. Tijd voor een scherpe analyse van de nieuwste cijfers. Wat opvalt aan deze nieuwe cijfers van het CBS en Kadaster is niet alleen de omvang van de prijsstijging, maar vooral het aanhoudende karakter ervan. Sinds juni 2023 is er sprake van een vrijwel onafgebroken opwaartse lijn. De huizenmarkt veert daarmee krachtig terug van de tijdelijke dip in 2022 en begin 2023, toen een stijgende hypotheekrente en energieprijzen even op de rem trapten. Inmiddels is het sentiment echter volledig gekanteld. Door de loonstijgingen en de recent wat gedaalde rente kunnen huizenkopers opnieuw meer lenen, en dus meer bieden — wat de markt in een vicieuze prijsopdrijvende cirkel houdt. Het beperkte woningaanbod doet de rest. Starters strijden om een schaars aantal woningen, terwijl investeerders zich terugtrekken uit de particuliere huursector. Reden? Een stapeling van beleid: het beperken van huurprijzen, hogere vermogensrendementsheffing en het aankomende puntensysteem voor middenhuur. Veel kleine verhuurders verkopen hun panden daarom liever, waardoor het aanbod van koopwoningen stijgt en starters — hoe ironisch — onverwacht kansen zien. Met name in het eerste kwartaal van 2025 zijn 16% meer woningen verkocht dan in dezelfde periode een jaar eerder. De cijfers suggereren dus: de vraag is er, het geld is er, en het aanbod begint voorzichtig te bewegen. Regionaal zijn de uitslagen opvallend ongelijk verdeeld. Utrecht spant de kroon, met een prijsstijging van 13% in het eerste kwartaal. In Groningen, Drenthe en Overijssel gaat het om stijgingen van meer dan 12%. Zeeland blijft met 7,3% enigszins achter, al is dat nog steeds historisch hoog. Die regionale verschillen hangen samen met meerdere factoren: migratie vanuit de Randstad, verbeterde bereikbaarheid via infrastructuur, en het ‘ontdekken’ van relatief betaalbare alternatieven door oververhitte zoekers. Utrecht is daarin het schoolvoorbeeld: centraal gelegen, goed verbonden, en populair onder jonge professionals en tweeverdieners. Toch roept deze voortdurende prijsexplosie vragen op. Want hoewel de gemiddelde prijsstijging nog altijd voortkomt uit fundamentele dynamieken — krapte, rente, inkomensgroei — neemt de betaalbaarheid steeds sneller af. De berekening van Independer maakt dit pijnlijk duidelijk: een alleenstaande starter zonder eigen geld of overwaarde moet nu zo’n €95.000 bruto verdienen om in aanmerking te komen voor een hypotheek van €468.000. Een bedrag dat ver boven het modaal inkomen ligt, en voor veel jongeren simpelweg onhaalbaar is. Zelfs tweeverdieners met een modaal inkomen (circa €43.000 bruto per persoon in 2025) redden het niet zonder eigen geld of hulp van ouders. Dat betekent niet alleen dat de toegang tot de woningmarkt verder verslechtert, maar ook dat het verschil tussen woningbezitters en woningzoekers groeit. Wie al een huis bezit, ziet zijn of haar vermogen verder stijgen — gemiddeld met €32.000 in één jaar tijd. Wie nog moet instappen, raakt verder achterop. Dat maakt van de woningmarkt niet alleen een financieel maar ook een sociaal vraagstuk, waarin kansenongelijkheid steeds zichtbaarder wordt. Ondertussen stijgt ook de goudprijs, tot boven de $3.400 per ounce — een duidelijke indicatie dat beleggers onrust voelen over de economische situatie. Dat is niet alleen te wijten aan de woningmarkt zelf, maar ook aan de bredere onzekerheid rond het handelsbeleid van president Trump. De wereldwijde spanningen, het getouwtrek rond tarieven en de politieke aanvallen op Fed-voorzitter Jerome Powell zorgen voor nervositeit op de financiële markten. De renteverwachtingen zijn onzeker, en zolang structurele maatregelen op de woningmarkt uitblijven, lijkt de opwaartse prijsdruk aan te houden. Samenvattend: de cijfers laten geen twijfel. De Nederlandse woningmarkt is in volle vaart, en van afkoeling is vooralsnog geen sprake. Prijsstijgingen van meer dan 10% zijn inmiddels de norm geworden. Maar onder die glanzende buitenkant schuilt een diepere onbalans. Want hoewel het voor sommigen een tijd van recordwinsten is, dreigt voor velen een toekomst zonder toegang tot diezelfde woningmarkt. En zolang fundamentele hervormingen uitblijven, lijkt die kloof alleen maar groter te worden.

  • ASML-aandeel nu bizar goedkoop?

    In het kort: ASML verwacht een omzetgroei tot wel 16% per jaar dankzij megatrends als AI en de energietransitie. Zelfs bij conservatieve schattingen kan het aandeel een jaarlijks rendement van 11% opleveren. De markt lijkt ASML momenteel met grote scepsis te waarderen – mogelijk een zeldzame kans. De koers van ASML, de Nederlandse reus in de halfgeleiderindustrie, is de afgelopen jaren een achtbaan geweest. Na een forse daling na de kwartaalcijfers, waarbij het aandeel zo’n 7 à 8% verloor, rijst de vraag: is ASML nu ondergewaardeerd? Met een marktkapitalisatie van €220 miljard is ASML geen kleine speler, maar de huidige waardering lijkt volgens sommigen niet in verhouding te staan tot de fundamentele kracht van het bedrijf.   ASML is de wereldleider in de productie van lithografiemachines, de cruciale apparaten waarmee halfgeleiders worden gemaakt. Deze machines, die variëren in prijs van €150 tot €400 miljoen, zijn essentieel voor de fabricage van chips die in alles zitten: van Nvidia’s H100-processors tot de chips in koelkasten en auto’s. ASML’s machines, met name de beste EUV (extreme ultraviolet)-systemen, vormen zelfs een soort bottleneck in de halfgeleiderindustrie. Het bedrijf heeft een monopoliepositie op deze geavanceerde machines, die door geen enkele concurrent op schaal kunnen worden geproduceerd. Dit maakt ASML niet alleen uiterst belangrijk voor de chipindustrie, maar ook een drijvende kracht achter wereldwijde technologische innovatie. De kracht van ASML ligt niet alleen in de technologie, maar ook in de schaal waarop het bedrijf opereert. Dit vermogen om zowel technologisch als productioneel te domineren, geeft ASML een ongeëvenaarde voorsprong. Daarnaast domineert ASML de markt voor DUV (deep ultraviolet)-machines met een marktaandeel van 90%. De verkoop van EUV-machines, die sinds 2019 sterk is gestegen, vormt een groeiende bron van inkomsten. In 2019 verkocht ASML nog 15 EUV-systemen; vandaag de dag zijn dat er 50 tot 60 per jaar, met een prognose van honderden tegen het einde van dit decennium   Waarom daalde de koers? Het aandeel staat momenteel ongeveer 41% onder de piek van 2024: Bron: Google Finance De recentere koersdaling van ASML werd getriggerd door de kwartaalcijfers van 16 april 2025. Hoewel de resultaten grotendeels in lijn waren met de verwachtingen, zorgde de brede guidance van het management voor onrust. ASML voorspelt een brede range van omzetgroei van 9-16%. Dat gecombineerd met vage antwoorden van de CEO en CFO over macro-economische onzekerheden en importheffingen, voedde de onzekerheid onder beleggers. Daarnaast speelde geopolitiek een rol: de Amerikaanse ban op Nvidia’s H20-chips voor China, die kort voor de earnings werd aangekondigd, deed vragen rijzen over ASML’s blootstelling aan de Chinese markt. In 2024 genereerde ASML namelijk 36% van zijn omzet in China, een piek die vooral werd gedreven door een inhaalslag van Chinese orders en speculatie over strengere exportbeperkingen. Historisch gezien lag dit percentage echter rond de 17%, en ASML’s management verwacht dat dit in 2025 zal normaliseren naar ongeveer 20%. Toch lijkt de sell-off overdreven. ASML’s fundamentals blijven ijzersterk. Het bedrijf profiteert van langetermijntrends zoals de groeiende vraag naar halfgeleiders, gedreven door AI, 5G, en de zelfrijdende auto’s. Zelfs als een kwartaal tegenvalt, verandert dit eigenlijk niets aan de structurele vraag naar chips. Klanten zoals TSMC, Intel en Samsung zullen toch wel blijven investeren in nieuwe fabrieken, en ASML’s machines zijn daarvoor onmisbaar. Een tijdelijke aarzeling bij klanten betekent waarschijnlijk hooguit dat bestellingen naar volgend jaar verschuiven, niet dat ze compleet verdwijnen.   Een ondergewaardeerd aandeel? Momenteel noteert het aandeel op een EV/EBIT van rond de 22, het laagste punt in meer dan 5 jaar tijd. Bron: Seeking Alpha Ter vergelijking: sinds 2019, toen ASML begon met de opschaling van EUV-machines, schommelde de EV/EBIT rond een gemiddelde van 40-50. Tijdens de coronacrash van 2020 en de techcorrectie van 2022 zakte het naar 25 à 30, maar dit waren uitzonderlijke marktomstandigheden. Vandaag, zonder een bredere marktcrisis, lijkt de huidige waardering opmerkelijk laag. Ook koers/winst (P/E) ligt op een zesjarig dieptepunt met een huidige waarde van 25:  Bron: Finchat ASML lijkt zelf ook overtuigd van de onderwaardering. In het eerste kwartaal van 2025 kocht het bedrijf voor bijna €3 miljard aan eigen aandelen in, de op een na grootste inkoop in zijn geschiedenis. Dit is een krachtig signaal dat het management gelooft dat de huidige koers niet de werkelijke waarde van het bedrijf weerspiegelt. In tegenstelling tot eerdere inkoopprogramma’s, die vaak werden gedreven door overtollige kas, lijkt deze inkoop strategisch en gericht op het benutten van een lage waardering. Bron: Finchat Zelfs bij conservatieve aannames – een jaarlijkse omzetgroei van 9% (de ondergrens van ASML’s eigen verwachting tot 2030), een operationele marge van 38% (nu 34%), en een aandeleninkoop van 2,5% per jaar – zou het aandeel bij een waardering van 20 keer de EBIT (lager dan de huidige multiple) tot 2030 een gemiddeld jaarlijks rendement van 11% kunnen opleveren. Dat ligt boven het marktgemiddelde.   In een optimistischer scenario, met 13% omzetgroei, 2% aandeleninkoop en een EV/EBIT-multiple die terugkeert naar 30, kan het rendement zelfs oplopen tot 23% per jaar. Dit laat het lijken dat de markt ASML momenteel waardeert met een opvallend pessimistische blik.   Risico’s Geen belegging is zonder risico, en ASML vormt daarop geen uitzondering. De afhankelijkheid van de Chinese markt, hoewel tijdelijk verhoogd in 2024, blijft een aandachtspunt. Hoewel ASML geen EUV-machines aan China mag leveren vanwege exportbeperkingen, vormt China nog steeds een aanzienlijk deel van de DUV-verkopen. Verdere escalatie van handelsrestricties, zoals die Nvidia troffen, zou ASML’s omzet kunnen raken. Toch nuanceert het management dit risico door te stellen dat de Chinese omzet in 2025 zal dalen naar een meer normale 20%, wat de blootstelling aan geopolitieke spanningen zou verminderen. Een ander risico is de cycliciteit van de halfgeleiderindustrie. Hoewel de langetermijnvraag naar chips robuust is, kunnen kortetermijnschommelingen in de investeringen van klanten zoals TSMC of Intel leiden tot volatiliteit in ASML’s resultaten. Dit werd duidelijk in de brede guidance voor 2025, die beleggers nerveus maakte. Daarnaast blijft de macro-economische omgeving onzeker, met mogelijke aanhoudende hoge rentestanden of handelsconflicten die de vraag naar technologie kunnen beïnvloeden. Desondanks heeft het bedrijf een ongeëvenaarde technologische voorsprong, een stabiele klantenkring en een verdienmodel dat profiteert van zowel de verkoop van machines als de bijbehorende software en onderhoudsdiensten. De prijsstijgingen van EUV-machines, die jaarlijks met zo’n 12% groeien, en de verwachte toename van het aantal verkochte systemen onderstrepen het groeipotentieel. Bovendien zorgen software-upgrades en onderhoud voor een stabiele, terugkerende inkomstenstroom, wat ASML minder afhankelijk maakt van de verkoop van nieuwe machines.   Een blik op de toekomst ASML’s vooruitzichten voor de komende jaren zijn indrukwekkend. Het bedrijf mikt tegen 2030 op een jaaromzet tussen de €44 en €60 miljard, tegenover €27,6 miljard in 2024. Zelfs aan de onderkant betekent dat een jaarlijkse groei van 9%, terwijl het optimistische scenario uitkomt op 16% per jaar. Deze ambities worden gedragen door de aanhoudende vraag naar halfgeleiders, gedreven door megatrends als AI, cloud computing en de energietransitie. Grote spelers als TSMC en Intel zullen blijven investeren in nieuwe fabrieken – en ASML’s technologie is daarbij essentieel.

  • Waarom Bitcoin nu beter presteert dan goud

    In het kort: Bitcoin stijgt ruim 7% in twee dagen  en doorbreekt opnieuw de grens van $90.000 , mede door zorgen over aandelenmarkten en een zwakkere dollar. Kapitaal stroomt naar crypto-ETF’s : op maandag alleen al zagen Amerikaanse spot bitcoin ETF’s een instroom van $381,4 miljoen  – de grootste sinds eind januari. De correlatie tussen bitcoin en aandelen daalt , wat wijst op een mogelijke structurele ontkoppeling van traditionele risicovolle activa. De koers van bitcoin is dinsdagochtend opnieuw boven de grens van $90.000  uitgekomen. Daarmee herstelt de grootste cryptomunt zich krachtig na een zwakkere start van april, waarin het nog terugzakte tot onder de $75.000 . De stijging van ruim 7% in twee dagen tijd  (waarvan ruim 4% op dinsdag ) lijkt vooral gedreven door onzekerheid op de aandelenmarkten, een dalende dollar én nieuwe kapitaalstromen richting crypto-ETF’s. De koers van Bitcoin de afgelopen 5 jaar: Bron: TradingEconomics De directe aanleiding voor de marktschok: politieke druk op Jerome Powell. Oud-president Donald Trump voert de druk op de Fed-voorzitter op, en laat juridisch onderzoeken of Powell eerder dan mei 2026 ontslagen kan worden . Tegelijk wil Trump dat de rentes onmiddellijk worden verlaagd , terwijl de markten juist vreesden voor een langere periode van hoge rentes. Momenteel staat de Amerikaanse rente nog flink hoog: Bron: TradingEconomics Maandag leidde dit tot een stevige verkoopgolf op de Amerikaanse beurzen , waarbij de S&P 500 inmiddels al 5% in de min staat voor april . Tegelijk verloor ook de U.S. Dollar Index 5% , wat investeerders richting alternatieven zoals goud én dus blijkbaar bitcoin drijft. Opmerkelijk is dat bitcoin deze maand meer stijgt dan goud , traditioneel gezien dé veilige haven in tijden van onzekerheid. Goud noteert in april een stijging van 8% , maar bitcoin zit daar nu met +9%  boven. Sommige analisten zien dat als een signaal dat bitcoin door steeds meer beleggers als een geloofwaardig alternatief wordt gezien, wat puur gebasseerd op deze prijsactie niet te zeggen is, maar wel opmerkelijk en zeker iets om in de gaten te houden. Volgens Ed Engel van Compass Point is het opvallend dat de 30-daagse correlatie tussen bitcoin en de S&P 500 nu is gedaald naar 0,65 , terwijl die in turbulente tijden vaak richting 1,0  neigt. Engel noemt dat een teken van "resilience": een onafhankelijker koersverloop van bitcoin ten opzichte van aandelen. Sterke instroom in bitcoin-ETF’s: $381 miljoen in één dag Beleggers lijken hun vertrouwen in crypto ook in harde dollars te tonen. Op maandag stroomde er maar liefst $381,4 miljoen  naar Amerikaanse ETF’s die de spotprijs van bitcoin volgen. Dat is de hoogste daginstroom sinds 30 januari , toen er $588 miljoen binnenkwam. Dit zorgde voor een opvallende piek gisteren: Bron: Coinglass Deze instroom is opvallend omdat ze gepaard gaat met relatief lage handelsvolumes. Dat suggereert dat vooral langetermijninvesteerders momenteel actief zijn. Hierdoor is de markt minder vatbaar voor paniekverkopen, maar wél gevoeliger voor abrupte prijsschommelingen als er plotseling veel vraag of aanbod ontstaat. De recente stijging van bitcoin tot over de $90.000 komt op een moment van toenemende onrust op de financiële markten. Terwijl aandelen en de dollar terrein verliezen, zoeken sommige beleggers opnieuw hun toevlucht tot Bitcoin, die vervolgens de bredere cryptomarkt met zich meetrekt. De combinatie van: politieke druk op de Fed , kapitaalinstroom in ETF’s , en: een dalende correlatie met aandelen, maakt bitcoin weer meer relevant als ‘store of value’ – niet alleen voor tech-enthousiastelingen, maar ook voor institutionele beleggers die beleggingen zoeken die geen impact voelen van bijvoorbeeld de tarieven. Maar let op: de stijging komt op lage volumes en blijft kwetsbaar voor politieke wendingen. De komende weken zullen duidelijk maken of dit een structurele herwaardering is, of slechts een kortstondige opleving in onzekere tijden!

  • Deze twee groeibedrijven verdienen je aandacht in 2025

    In het kort: Nieuwe tarieven op Chinese goederen brengen Amazon en Shopify in een kwetsbare positie, ondanks hun sterke fundamentele cijfers. Amazon waarschuwt dat prijzen voor consumenten zullen stijgen, terwijl Shopify te maken krijgt met mogelijke druk op zijn SMB-klantenbestand. Het tweede kwartaal van 2025 zal cruciaal zijn: dan wordt de impact van de op 2 april ingevoerde tarieven pas écht zichtbaar in omzet, marges en consumentenbestedingen. De geopolitieke spanningen tussen de Verenigde Staten en China escaleerden begin april 2025 opnieuw. President Trump verhoogde de importtarieven op Chinese goederen tot 125% , terwijl China op 10 april reageerde met retaliatietarieven van 84% op Amerikaanse export . Deze ontwikkelingen komen bovenop bredere maatregelen: een basistarief van 10% op importen vanuit 60 landen  en een tijdelijke 90 dagen-pauze voor wederkerige tarieven , die wél China uitsluit. Trump met de nieuwe tarieven 2 april: Bron: Reuters De gevolgen voor grote e-commerceplatforms zoals Shopify  en Amazon  kunnen nog lastig ingeschat worden, maar ze zullen er zeker zijn. Beide bedrijven zijn sterk afhankelijk van goederen die via Chinese leveranciers hun weg vinden naar de consument. Vooral Amazon — waar naar schatting ongeveer 70% van de producten uit China komt  — staat in de vuurlinie. Het Chinese gedeelte van Amazon´s aanbod: Bron: Statista Amazon: prijzen gaan stijgen, CEO bevestigt doorwerking van tarieven Amazon-CEO Andy Jassy  was op 10 april openhartig in een interview met CNBC: “De kosten zullen worden doorberekend.”  Daarmee erkent hij dat de nieuwe invoertarieven waarschijnlijk leiden tot hogere prijzen voor consumenten . Jassy benadrukte dat Amazon zijn best doet om prijzen laag te houden , onder meer door: Strategische voorraadaankopen vóór de tariefverhoging. Heronderhandelingen met leveranciers om marges te beschermen. Ondersteuning van derde partijen op het platform via compensaties “op individuele basis”. Toch waarschuwde hij dat de meeste verkopers simpelweg niet genoeg marge hebben om 50% extra invoerkosten op te vangen  zonder dit te vertalen naar hogere prijzen. Daarbij komt dat meer dan 60% van Amazon’s omzet afkomstig is van externe verkopers , van wie een aanzienlijk deel in China gevestigd is. Waarom zijn prijzen nog niet gestegen? Prijsanalyses van Keepa en CamelCamelCamel tonen aan dat de meeste producten op Amazon tot nu toe nog geen sterke prijsstijging hebben doorgemaakt. Uit data blijkt: Slechts 9 van de 27  productcategorieën toonden een minimale prijsstijging (<1%). In 16 categorieën daalden de prijzen , waaronder speelgoed en huishoudelijke apparaten. Drie redenen verklaren dit: Veel verkopers hebben nog voorraad die vóór 2 april werd geïmporteerd. Amazon’s ‘fair pricing’-beleid  ontmoedigt abrupte prijsverhogingen en kan leiden tot verwijdering van productvermeldingen. Verkopers nemen een afwachtende houding aan, mede vanwege de politieke volatiliteit. Toch neemt de spanning toe en wachten we tot de prijsstijgingen binnen stromen. Prijssoftwareleveranciers zoals Feedvisor en Trellis signaleren dat steeds meer verkopers hun minimumprijzen verhogen met 5 tot 10% , om ruimte te houden voor toekomstige stijgingen. In specifieke segmenten zoals speelgoed, elektronica en huishoudelijke artikelen kunnen de prijsverhogingen in Q2 2025 duidelijker zichtbaar worden . Existentiële dreiging voor kleinere verkopers Sommige Amazon-verkopers staan onder zware druk. Volgens Fahim Sheikh (CEO Trellis) zijn winstmarges van 10% tot 15%  door de tarieven volledig uitgehold. “Voor sommige verkopers blijft er simpelweg niets meer over.”  Dit kan niet alleen leiden tot hogere prijzen, maar ook tot een vermindering van het aanbod op Amazon , omdat producten simpelweg niet meer rendabel te verkopen zijn. Shopify: sterke structuur, maar kwetsbare klantenbasis In tegenstelling tot Amazon verkoopt Shopify geen fysieke producten zelf, maar faciliteert het miljoenen online winkels, grotendeels gerund door kleine en middelgrote bedrijven. Deze zogeheten SMB’s  vormen de ruggengraat van Shopify’s klantenbestand. En juist daar zit een risico. Het bedrijf groeit hard: Bron: Shopify IR Shopify's vierde kwartaalcijfers waren indrukwekkend: Omzetstijging van 31%  tot $2,8 miljard. Vrije kasstroom (FCF)  van $611 miljoen, met een marge van 21,7% . GMV  steeg met 25,7% naar $94,5 miljard . Internationale GMV-groei van 33% , met in EMEA zelfs +37% . Maar de vooruitzichten voor Q1 2025 zijn minder florissant. Het bedrijf voorspelt een FCF-marge in de "mid-teens" , lager dan analisten hadden gehoopt. Het bedrijf is sinds de laatste kwartalen weer winstgevend: Bron: Seeking Alpha Hoewel Shopify zich met succes richt op grote klanten via Shopify Plus  en Commerce Components , blijft een groot deel van de omzet afhankelijk van SMB’s. Deze zijn traditioneel het eerst geraakt bij economische tegenwind. Het consumentenvertrouwen in de VS — een cruciale indicator — is in april gedaald tot 50,8 , het laagste niveau sinds 2022. In dat klimaat kan de churn onder Shopify-klanten stijgen, wat de MRR en toekomstige omzet onder druk zet. Bovendien kunnen importkosten voor deze ondernemers fors stijgen als zij producten uit China betrekken. Anders dan Amazon hebben deze verkopers niet de schaal om kosten via volume of heronderhandelingen te compenseren. Met een koers-winstverhouding boven de 65 en een koers-omzetverhouding van circa 12 is Shopify op dit moment zeker nog niet goedkoop geprijsd, zeker gezien de toenemende onzekerheid in de wereldeconomie waar Shopify zeker last van zal krijgen. Beleggers rekenen erop dat het bedrijf de komende jaren omzetgroei van meer dan 20% per jaar blijft leveren én de FCF-marge blijft verbeteren richting 25%. Maar die dubbele doelstelling – hard groeien én de winstgevendheid verhogen – is historisch gezien zelden vol te houden in competitieve markten. Als Shopify de groei iets moet afremmen om winstgevender te worden, of juist marges moet opofferen om marktaandeel te verdedigen, dan kunnen de waarderingen snel onder druk komen te staan. In een markt waarin technologieaandelen hard worden afgestraft bij teleurstellingen, is dat een reëel risico dat beleggers niet mogen onderschatten. Wat te verwachten in Q2 2025? Het tweede kwartaal van 2025  zal cruciaal zijn voor beide bedrijven: Bij Amazon  zal duidelijk worden in welke mate hogere inkoopprijzen, mogelijk lagere volumes en margedruk doorwerken in de financiële resultaten. Ook AWS  zou kunnen afremmen als bedrijven AI-investeringen tijdelijk uitstellen. Bij Shopify  is de impact op SMB’s een kernrisico. Hogere kosten, economische onzekerheid en lagere consumentenbestedingen kunnen leiden tot meer opzeggingen of vertragingen in adoptie van nieuwe diensten. Toch geldt voor beide bedrijven: de fundamentele cijfers blijven sterk . Shopify heeft geen schulden, een ruime kaspositie van $5,48 miljard en sterke internationale groei. Amazon heeft sterke marges, een AI-gedreven groeistrategie via AWS en forse investeringen in infrastructuur, dit zijn twee bedrijven die winstgevend zijn en een eventuele recessie waarschijnlijk primna kunnen doorstaan. De komende maanden zullen een stresstest worden voor Shopify en Amazon. Beide bedrijven zijn fundamenteel gezond, maar opereren nu in een ongekend volatiel macro-economisch klimaat. Amazon  is op de korte termijn kwetsbaar voor hogere kosten en margedruk, maar noteert op een aantrekkelijke waardering (forward P/E van 29) en biedt op langere termijn sterke groeivooruitzichten. Shopify  combineert indrukwekkende omzetgroei en operationele efficiëntie, maar wordt potentieel geraakt via zijn kleinere klanten. Voor ons als beleggers betekent dit: wees alert, maar niet paniekerig. De aandelen kunnen op korte termijn volatiel blijven. Maar wie verder kijkt dan 2025, ziet twee bedrijven die goed gepositioneerd zijn voor een wereld na de tarieven. En zoals vaak op de beurs geldt: de beste instapmomenten liggen juist verscholen in de periodes van onzekerheid!

  • Deze 2 aandelen keren jarenlang een aantrekkelijk dividend uit

    In het kort: Microsoft groeit door de in cloud en AI, met hoge marges, sterke kasstromen en een gestage dividendgroei. Johnson & Johnson biedt stabiliteit en betrouwbaar dividend, gesteund door sterke farmacie- en medtechdivisies, ondanks juridische onzekerheid rond talkproducten. Beide bedrijven combineren innovatie met voorspelbare inkomsten, waardoor ze mogelijk interessant zijn voor beleggers die in onzekere tijden zoeken naar rust en kwaliteit. Beleggen in de huidige markt lijkt meer op schaken in een aardbeving: tarieven komen uit onverwachte hoeken, geopolitieke risico’s nemen toe, en zelfs de onafhankelijkheid van de Amerikaanse centrale bank wordt openlijk betwist. Toch zijn er bedrijven die niet elke windvlaag volgen — stabiele mastodonten die decennialang waarde blijven leveren. Twee daarvan: Microsoft en Johnson & Johnson. Beide bedrijven keren consequent dividend uit, blijven innovatief en beschikken over kasstromen die tegen een stootje kunnen. Voor beleggers die op zoek zijn naar rust, rendement én betrouwbaarheid in een onrustige wereld zijn dit aandelen om met een gerust hart op te bouwen. Aandeel 1: Microsoft Microsoft is allang niet meer dat ene Windows-bedrijf van vroeger. Onder leiding van Satya Nadella heeft de techgigant zich ontwikkeld tot een allesomvattende infrastructuurspeler in het digitale tijdperk. Of het nu gaat om cloudcomputing, kunstmatige intelligentie, zakelijke softwareoplossingen of zelfs gaming: Microsoft speelt overal een dominante rol. En dat vertaalt zich in cijfers waar zelfs menig groeibedrijf jaloers op zou zijn. Zo steeg de omzet in het tweede kwartaal van boekjaar 2025 met 12% ten opzichte van een jaar eerder naar bijna 70 miljard dollar. Vooral de AI-divisie binnen Azure, het cloudplatform van Microsoft, maakte indruk met een jaarlijkse omzetrunrate van 13 miljard dollar, een groei van 175% op jaarbasis. Dat is fors, zeker gezien het feit dat AI op dit moment nog maar een klein deel van de totale omzet uitmaakt. Het geeft aan hoe krachtig deze groeimotor nog kan worden in de jaren die komen. Wat Microsoft bijzonder maakt, is dat het ondanks zijn immense omvang nog steeds sneller groeit dan veel kleinere concurrenten. Azure is inmiddels de nummer twee wereldwijd op het gebied van cloudinfrastructuur, maar groeit harder dan marktleider Amazon. Met brutomarges die rond de 70% liggen, een vrije kasstroom van ruim 60 miljard dollar per jaar en een ongeëvenaard sterke balans, is Microsoft een van de meest winstgevende bedrijven ter wereld. Die kracht vertaalt zich ook naar aandeelhoudersbeloning. Het dividendrendement ligt op het eerste gezicht misschien bescheiden rond de 0,9%, maar schijn bedriegt: over de afgelopen tien jaar verhoogde Microsoft zijn dividend met maar liefst 168%, en daar bovenop komt een jaarlijks aandeleninkoopprogramma van circa 40 miljard dollar. Samen levert dat al een relatief stabiel basis rendement op voor lange termijn beleggers die op zoek zijn naar een combinatie van groei, stabiliteit en inkomsten. Zoals elk beursgenoteerd bedrijf kent ook Microsoft zijn risico’s. Door de geopolitieke onrust en de handelsmaatregelen van de Amerikaanse regering kunnen tarieven op hardwareproducten zoals Surface en Xbox de kostenstructuur beïnvloeden. Maar de kern van Microsofts business — software en cloud — blijft grotendeels buiten schot van zulke protectionistische maatregelen. Wel is er toenemende politieke aandacht voor Microsofts dominante positie op het gebied van AI en zoekmachine-integratie, zeker nu het via Bing nauw samenwerkt met OpenAI. De vrees voor machtsmisbruik is niet nieuw, maar historisch gezien weet Microsoft zijn juridische obstakels doorgaans goed te pareren, zonder blijvende schade aan reputatie of winstgevendheid. Alles bij elkaar is Microsoft in onze ogen geen uitgebluste techreus, maar juist een mogelijk toekomstbestendige dividendgroeier van het hoogste kaliber. Aandeel 2: Johnson & Johnson Een ander aandeel dat beleggers niet mogen negeren — al is het een stuk minder sexy — is Johnson & Johnson. Waar Microsoft de digitale wereld bedient, is J&J al meer dan een eeuw een vertrouwde naam in de wereld van gezondheid, farmacie en medische technologie. Het is het type aandeel dat je koopt, opbergt, en waar je vervolgens twintig jaar niet naar omkijkt — en toch keer op keer beloond wordt met een dividend rendement. Natuurlijk heeft het concern de afgelopen tijd flink wat krantenkoppen gehaald vanwege rechtszaken over talkproducten, die volgens duizenden eisers kankerverwekkend zouden zijn. De meest recente poging om via een dochterbedrijf deze claims af te handelen via een faillissementsprocedure werd begin april opnieuw afgewezen. Toch is dit eerder een juridische hinderpaal dan een fundamentele bedreiging. Johnson & Johnson is namelijk financieel buitengewoon solide: meer dan 20 miljard dollar aan cash op de balans, een sterke operationele kasstroom, en een kredietrating die zelfs hoger ligt dan die van de Amerikaanse overheid. De kracht van J&J zit in de combinatie van twee stabiele, winstgevende activiteiten: farmaceutische producten en medische technologie. Tot de blockbusters behoren onder meer Stelara (tegen ontstekingsziekten zoals Crohn) en Darzalex (een veelgebruikte behandeling tegen bloedkanker). Daarnaast beschikt het concern over een diep gevulde pijplijn met tientallen medicijnen in ontwikkeling of in de laatste fase voor goedkeuring. Ook op het gebied van medische technologie blijft J&J een sterke speler, met toepassingen in robotchirurgie, orthopedie en cardiovasculaire systemen. Deze segmenten leveren stabiele, terugkerende inkomsten op die relatief ongevoelig zijn voor economische cycli. Door de afsplitsing van het consumentendivisie Kenvue in 2023 ligt de focus nu nog meer op de kern van J&J’s verdienmodel: hoogwaardige zorgtechnologie. En dan het dividend, misschien wel het meest indrukwekkende aspect van het bedrijf. Johnson & Johnson heeft zijn dividend al 62 jaar op rij verhoogd. Daarmee behoort het tot het zeldzame gezelschap van ‘Dividend Kings’. Het huidige dividendrendement ligt rond de 3,15% — fors hoger dan het gemiddelde op de markt — terwijl de uitbetalingsratio comfortabel rond de 43% blijft. Voor beleggers die op zoek zijn naar zekerheid én een inflatiebestendige inkomensstroom is dit misschien wel een van de beste plekken om te schuilen. Natuurlijk blijft het juridische dossier rond talk een onzekere factor, net als de bredere politieke aandacht voor medicijnprijzen en zorgkosten in de VS. Toch lijkt J&J robuust genoeg om eventuele boetes, schikkingen of prijsonderhandelingen te absorberen zonder zijn dividendbeleid in gevaar te brengen.

  • Trump negeert waarschuwing Fed: gigantisch risico voor de VS

    In het kort: De markten raken in paniek door nieuwe importheffingen van Trump, oplopende spanningen met China en harde aanvallen op Fed-voorzitter Powell. Powell waarschuwt voor stagflatie als gevolg van tarieven: hogere inflatie én lagere groei kunnen elkaar gaan bijten — waardoor renteverlagingen voorlopig niet aan de orde zijn. De dollar zakt en goud stijgt naar recordhoogte, terwijl beleggers vluchten uit tech en risicovolle activa; solide, China-onafhankelijke bedrijven bieden in deze storm mogelijk meer rust. De rust is ver te zoeken op Wall Street. Terwijl beleggers snakken naar duidelijkheid over handelsakkoorden, is het sentiment op de beurs ronduit nerveus. Met een Amerikaanse president die vuur spuwt richting zijn centrale bankier en importheffingen als politiek wapen inzet, ontstaat een cocktail van onzekerheid waar de markten slecht tegen kunnen. Het resultaat? Rode borden, een dalende dollar en een stijgende goudprijs. Sinds begin april verloor de Nasdaq al ruim 7% aan waarde. Afgelopen maandag gingen daar nog eens forse verliezen overheen: de techbeurs zakte 2,5%, de brede S&P 500 daalde 1,9% en de Dow Jones ging 1,7% lager. Daarmee is april 2025 op weg om de slechtste beursmaand in jaren te worden. Beurzen zakken weg onder gewicht van handelstarieven Aanleiding van de verkoopgolf? President Trump verraste begin april vriend en vijand met een nieuw pakket importheffingen op vrijwel alle buitenlandse goederen. China werd daarbij het hardst geraakt, met tarieven tot wel 145% op Amerikaanse exportgoederen — als vergelding voor eerder Amerikaanse sancties. Op 9 april volgde een korte adempauze: Trump kondigde een tijdelijke 90-dagen-pauze aan op de meeste tarieven (behalve voor China). De markten sprongen omhoog, maar het herstel bleek van korte duur. De kern van het probleem – het uitblijven van echte handelsdeals – is nog steeds niet opgelost. Sterker nog: China stuurde deze week twee bestelde Boeing-toestellen terug, een duidelijk signaal dat de spanningen verder oplopen. En zolang er geen serieuze diplomatieke doorbraken worden geboekt, blijft het risico op escalatie groot. Trump vs Powell: een ongekend harde confrontatie Alsof de handelsspanningen nog niet genoeg waren, escaleert ook de machtsstrijd tussen Donald Trump en Jerome Powell, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank (de Fed). Trump wil dat de rente zo snel mogelijk omlaag gaat om de economische schade van zijn eigen tarieven te beperken. Powell blijft voorlopig afwachtend – en dat zet kwaad bloed in het Witte Huis. Maandag haalde Trump opnieuw hard uit op social media: “De inflatie is weg, voedsel en energie worden goedkoper. Maar de economie vertraagt, en dat is de schuld van ‘Meneer Te Laat’, een grote verliezer.” Het is een directe persoonlijke aanval op Powell – en dat is niet de eerste. Eerder noemde Trump hem al "incompetent" en suggereerde hij dat het ontslag van de Fed-baas onderzocht wordt. Daarmee staat de onafhankelijkheid van de Fed zwaar onder druk – een situatie die internationaal met argusogen wordt bekeken. De dollar zakt, goud stijgt De financiële markten reageren intussen fel. De dollar zakte maandag tot het laagste niveau in drie jaar: voor één euro werd $1,1530 betaald – een forse stijging ten opzichte van $1,1375 een week eerder. Goud, traditioneel een vluchthaven in onzekere tijden, schoot omhoog tot boven de $3.400 per ounce – een nieuw record. De nervositeit op de valutamarkt weerspiegelt de vrees dat het Amerikaans monetair beleid niet langer onafhankelijk wordt gevoerd, en dat inflatie en economische schade niet adequaat zullen worden opgevangen als de Fed onder druk komt te staan. Powell slaat terug – met waarschuwing voor stagflatie Tijdens een toespraak in Chicago gaf Jerome Powell eindelijk een inhoudelijke reactie. En die was stevig. Volgens Powell zijn de nieuwe tarieven veel forser dan verwacht en kunnen ze leiden tot "hogere inflatie én lagere economische groei" – een giftige combinatie die beleidsmakers in een lastig parket brengt: "We kunnen terechtkomen in een scenario waarin onze twee kerndoelen – prijsstabiliteit en maximale werkgelegenheid – met elkaar botsen." Wat Powell hiermee bedoelt, is helder: als inflatie stijgt door tarieven, móét de rente eigenlijk omhoog. Maar als de economie afkoelt en de werkloosheid stijgt, wil je juist stimuleren. Deze tegenstelling – ook wel stagflatie genoemd – is het nachtmerriescenario voor elke centrale bank. Volgens Powell zijn de huidige omstandigheden zo uitzonderlijk dat er nauwelijks historische parallellen te trekken zijn. Voor beleggers betekent dit: voorlopig geen renteverlagingen en veel onzekerheid over het pad daarnaartoe. De markt stuurde direct een signaal terug: op de dag van Powells speech kelderde de Nasdaq 3,1% en de Dow verloor 1,6%. Maar er zit ook een zilveren randje aan deze storm. Volgens insiders zou de oplopende beursdruk weleens kunnen leiden tot snellere handelsdeals, vooral met landen als Canada, Japan en Mexico. Zelfs een akkoord met China zou – onder druk van de markten – sneller kunnen volgen dan gedacht. Toch blijft voorzichtigheid geboden. Beleggers doen er goed aan om zich niet gek te laten maken door de korte-termijn volatiliteit, maar te kijken naar lange termijn waarde in minder China-afhankelijke aandelen. Bedrijven met stevige marges, lage schulden en weinig directe export naar China staan sterker in deze storm.

Copyright © 2023 •

Alle rechten voorbehouden - Amsterdam - 0619930051

Disclaimer
Let op: Beleggen brengt risico's met zich mee. Je kan (een deel van) je inleg verliezen. Niets hier mag worden beschouwd als financieel advies.. Voor advies over je persoonlijke situatie kun je het beste een adviseur inschakelen.

  • Instagram
  • Twitter
  • LinkedIn
  • YouTube
bottom of page