Resultaten gevonden voor lege zoekopdracht
- Dit aandeel kan flink profiteren van chaos op de beurs
In het kort: Flow Traders heeft in het verleden flink geprofiteerd van marktvolatiliteit. De VIX, een belangrijke peiler van volatiliteit staat op een flink verhoogd niveau door de onzekerheid op de beurs. Ondertussen in het aandeel dit jaar met 27% gestegen. De financiële wereld staat weer eens op zijn kop, dit keer door de aankondiging van importheffingen van de VS. Gisteren en vandaag piekte de VIX – de volatiliteitsindex van de markt – op 52, een niveau dat al jaren niet gehaald is. Terwijl de meeste investeerders hopen op rust, kan een Nederlands handelsbedrijf juist profiteren: Flow Traders. Dit Amsterdamse bedrijf heeft een uniek businessmodel waardoor het juist kan winnen in tijden van chaos en volatiliteit. Flow Traders is een wereldwijde speler die zorgt voor liquiditeit in de financiële markten. Simpel gezegd: ze kopen en verkopen allerlei financiële producten – van ETF’s tot crypto – en verdienen aan de kleine verschillen tussen bied- en laatprijzen (de spread). Hoe groter die spread, hoe meer omzet Flow binnenhaalt. Het bedrijf begon in 2004 in Amsterdam met twee slimme handelaren en is nu een van de grootste market-makers ter wereld, vooral in exchange-traded products (ETP’s). Ze opereren 24/7 met kantoren in Amsterdam, New York, Singapore en Hongkong, klaar om overal ter wereld in te springen als de markt beweegt. Hun omzet heet Net Trading Income (NTI), en die kan omhoog schieten als er veel volatiliteit op de markt is - zoals nu. Flow handelt in meer dan 13.000 ETP’s wereldwijd, van simpele aandelenindex-ETF’s tot complexe grondstoffen- en obligatieproducten. Maar ze stoppen niet daar: ze zijn ook actief in aandelen, obligaties, valuta’s en sinds 2019 zelfs in cryptomarkten. De VIX stond vandaag op het hoogste punt in vijf jaar: Bron: Google Finance In 2020, toen de pandemie de markten opschudde, steeg hun winst met een factor acht. Nu, in 2025, zou er een soortgelijk scenario kunnen optreden. Net trading income (NTI) en VIX: Bron: Flow Traders financieel jaarverslag 2020 Bij de volatiliteitspiek in 2020 waren er dagen dat er zo veel geld verdiend kon worden, dat medewerkers met tentjes op het kantoor overnachtten. Bron: Quote Concurrentiepositie Concurrenten op het gebied van HFT en market-making zijn groot, zoals Virtu Financial, Citadel Securities en Jane Street. Toch heeft Flow zijn plek veroverd, vooral in Europa, waar het marktleider is in ETP-liquiditeit. Maar hoe houden ze stand tegen deze giganten? Flow heeft een eigen platform gebouwd dat in real-time duizenden instrumenten kan prijzen en trades uitvoert met minimale vertraging. Dankzij deze technologie kunnen ze strakke spreads bieden. In minder populaire ETP’s zijn ze soms de enige market maker, wat een soort monopoliepositie geeft. Schaal helpt ook. Met kantoren over de hele wereld kunnen ze risico’s spreiden en kansen grijpen, ongeacht het tijdstip. Hun handelskapitaal groeide eind 2024 naar €775 miljoen, genoeg om grote posities te ondersteunen. Hoewel dat kleiner is dan de miljarden van Citadel, is het ruim voldoende voor hun focus op ETP’s. En schaal werkt twee kanten op: één slim algoritme kan in tientallen markten worden gebruikt, en hun connecties met meer dan 180 handelsplatformen geven ze een voorsprong. Diversificatie is een andere kracht. Ooit waren ze ETF-specialisten, maar nu verdienen ze ook aan obligaties, forex en crypto. Toen de aandelenmarkt vorig jaar rustig was, hielden crypto en Aziatische markten ze overeind. Nu, met volatiliteit overal, plukken ze overal vruchten. Financiële achtbaan Flow Traders’ financiën zijn een achtbaan: enorme pieken in wilde jaren, magere tijden in rust. Toch blijft hun balans altijd sterk. Hun omzet (NTI) volgt de volatiliteit als een schaduw. In 2020, toen de wereld in paniek was, sprong NTI naar €933 miljoen en de nettowinst naar €464,5 miljoen – een record. In het rustige 2021 daalde dat naar €114,9 miljoen. 2023 was een dieptepunt met slechts €36,2 miljoen winst door lage volatiliteit. Maar eind 2024 kwam de ommekeer: met een sterke Q4 steeg NTI in 2024 naar €467,8 miljoen en winst naar €159,5 miljoen. Cashflow is een ander sterk punt. In goede jaren stromen honderden miljoenen binnen – in 2020 meer dan €400 miljoen. Normaal keren ze 50-60% uit als dividend, maar in 2024 hielden ze geld achter om handelskapitaal te vergroten met €191 miljoen. Dat betaalde zich uit met die sterke Q4. Hun balans blijft ijzersterk: €775 miljoen eigen vermogen, amper €50 miljoen schuld, en altijd een buffer boven de eisen. Voor beleggers is Flow aantrekkelijk. Met een koers rond €27,40 en gemiddelde winst van €100 miljoen biedt het een cashflowrendement van 8-9%. Als de volatiliteit aanhoudt, kan dat nog hoger worden. Ze houden kosten strak – €179 miljoen in 2024 – en schalen slim op in drukke tijden. Management en strategie De kern van Flow's strategie is dat zij groeien wanneer het rendabel is en teruggeven aan aandeelhouders wanneer er kapitaal over is. In plaats van vast te houden aan een groeimodel of alles uit te keren aan aandeelhouders, kiest het management telkens de best passende route op basis van de marktomstandigheden. In 2024 werd dat duidelijk toen het bedrijf besloot om de dividenduitkering tijdelijk stop te zetten en in plaats daarvan extra kapitaal in te zetten voor handelsactiviteiten. Deze strategische zet werd genomen omdat marktomstandigheden wezen op verhoogde volatiliteit en dus meer kansen om winst te maken. Tegelijkertijd is Flow Traders zeer gedisciplineerd in hoe het omgaat met het eigen kapitaal. Wanneer er geen duidelijke groeikansen zijn, wordt overtollig kapitaal teruggegeven aan de aandeelhouders, via dividenduitkeringen of aandeleninkoop. In eerdere jaren, zoals in 2020, keerde het bedrijf een groot deel van de winst uit en werden er ook aandelen ingekocht. Een ander belangrijk element in de strategie is het behoud van sterke buffers. Flow Traders houdt altijd extra kapitaal aan bovenop de wettelijke vereisten en hanteert een conservatief schuldbeleid. Zelfs toen het in 2024 een lening aanging om handelskapitaal uit te breiden, bleef de rentedruk minimaal en was de verhouding tussen schuld en eigen vermogen zeer gezond. Dat zorgt voor financiële stabiliteit, ook in volatiele tijden. Het kostenbeheer is strak: vaste kosten worden binnen de afgesproken kaders gehouden en de personeelskosten zijn flexibel. Door een variabele beloningsstructuur dalen de bonussen automatisch in mindere jaren, waardoor de winstmarge behouden blijft. Onder de nieuwe CEO Mike Kuehnel is ook de langetermijnvisie verder aangescherpt. Er is meer aandacht gekomen voor technologische vernieuwing, onderstreept door de aanstelling van een nieuwe CTO. Technologie is immers het kloppend hart van een bedrijf als Flow Traders, en investeren in de juiste systemen en platforms is essentieel om concurrerend te blijven. Daarnaast zijn er strategische partnerschappen gestart in veelbelovende markten zoals digitale activa en fixed income. Voorbeelden hiervan zijn de samenwerking met Börse Stuttgart Digital, het project ‘Wormhole’ voor digitale activa en het platform OpenYield. Daarmee positioneert Flow zich vroegtijdig in markten die in de toekomst een veel grotere rol kunnen spelen. Tot slot is de internationale expansie een strategisch speerpunt, met nadruk op de Aziatisch-Pacifische regio. De opening van nieuwe kantoren en het aantrekken van lokale talenten, vooral in India, Singapore en Hongkong, geven aan dat Flow zich actief voorbereidt op een grotere rol in regio’s waar veel volatiliteit en dus veel handelsmogelijkheden zijn. Flow Traders heeft geen dure fabrieken nodig. Hun investeringen zijn software, servers en kantoren – erg klein vergeleken met de winst. In 2024 was CapEx slechts €6,8 miljoen. Zelfs bij groei – zoals nieuwe kantoren in Azië – blijven kosten laag. Capital Expenditures Flow Traders: Bron: Seeking Alpha In een periode van extreme marktonrust, zoals nu met een piekende VIX, kan het Amsterdamse handelsbedrijf zich opnieuw bewijzen. Hun geavanceerde technologie, wereldwijde spreiding en sterke balans maken het mogelijk om in te spelen op de volatiliteit en daar fors aan te verdienen.
- Is dit de onderschatte winnaar in AI?
In het kort: Datacenter-omzet AMD verdubbeld naar $12,6 miljard in 2024, waarvan $5 miljard uit Instinct AI-GPU’s Nieuwe MI350X-chip belooft 35x betere AI-inference prestaties dan de MI250, dankzij 288 GB HBM3E-geheugen AMD mikt op 15–20% marktaandeel in AI-inference en wordt daarmee mogelijk een miljarden-alternatief voor Nvidia De AI-hausse die de beurs al twee jaar aanvuurt, draait volgens AMD niet meer om trainen, maar om toepassen. Het bedrijf zette in 2024 ruim $12,6 miljard om met zijn datacenterdivisie — een verdubbeling ten opzichte van 2023 — en daarvan kwam bijna $5 miljard direct uit AI-accelerators (Instinct GPU’s). Het is een opvallend getal: in 2022 was de bijdrage van AI bij AMD nog marginaal. Deze groei onderstreept dat AMD niet meer het kleine broertje is van Nvidia, maar een serieuze tweede speler in een miljardenmarkt. In GPU´S is Nvidia nog oppermachtig: Bron: Wells Fargo/Next Platform De echte gamechanger komt echter nog: de MI350X , die in de tweede helft van 2025 uitkomt. Die chip wordt gebouwd op de nieuwe CDNA 4-architectuur en biedt 35 keer betere inference-prestaties dan de MI250 . AMD mikt daarbij vooral op inferentie: het uitvoeren van AI-algoritmes in de praktijk. En dat is slim, want waar Nvidia de absolute koning is in trainingscapaciteit, verschuift de echte marktwaarde steeds meer naar inferentie. De weg richting steeds snellere inference-chips is ingezet: Bron: AMD IR Wat betekent 35x snellere inference? De huidige MI300X-chip van AMD doet het al niet slecht, maar de MI350X zal maximaal 288 GB HBM3E-geheugen aan boord hebben. Ter vergelijking: Nvidia’s nieuwste Blackwell Ultra komt ook eind 2025 en mikt op 600kW-racks — indrukwekkend, maar een stuk intensiever qua energieverbruik. Inference draait echter minder om brute kracht en meer om efficiëntie : hoe snel, zuinig en schaalbaar kun je een AI-model laten draaien? De MI350X mikt daar precies op. En als AMD zelfs maar 15 tot 20% marktaandeel in AI-inferentie weet te pakken, dan kan dit segment in korte tijd uitgroeien tot een miljardenbusiness. Ter vergelijking: Nvidia zette in FY2024 $114 miljard om in datacenters . AMD is dus nog klein, maar de rek zit erin. De afhankelijkheid van Nvidia is voor veel hyperscalers als Microsoft, Meta en Amazon inmiddels een risico. AMD biedt hier een interessant alternatief: Microsoft Azure gebruikt AMD GPU’s in samenwerking met OpenAI Meta test AMD-silicium in eigen AI-workloads Hugging Face en Microsoft helpen met software-integratie voor AMD-hardware Deze strategische partnerschappen zijn cruciaal. Nvidia's CUDA blijft het dominante ecosysteem voor AI, maar AMD bouwt met ROCm (Radeon Open Compute) aan een open alternatief. Dat vergt tijd, maar met hulp van grote partners krijgt het momentum. AMD richt zich ook op de gewone gebruiker via zijn Ryzen AI-chips , speciaal voor laptops. De nieuwste Ryzen AI 300-serie levert meer dan 50 TOPS (trillion operations per second) aan AI-verwerking — een vertienvoudiging ten opzichte van vorige generaties. Waar Nvidia rekent op discrete RTX-GPU’s voor desktops, integreert AMD AI direct in zijn CPU’s. Dit maakt AMD’s chips geschikt voor massaproductie van AI-PC’s , iets wat Microsoft, HP en Lenovo al oppikken. Windows 11 met AI-functies zoals Copilot draait straks efficiënter op Ryzen AI, zonder aparte GPU. AMD zet vol in op AI-PC´S: Bron: AMD IR Diep onder de radar bouwt AMD via de overname van Xilinx , wat weinig mensen weten, ook aan een dominantie in de embedded wereld: drones, industriële robots, auto’s. Hier gelden andere regels: real-time, laag stroomverbruik en betrouwbaarheid. De Versal AI Edge-chips combineren programmeerbare logica met AI-verwerkers en ARM-cores. AMD claimt hier 4x betere prestaties per watt dan concurrenten. Vooral in de auto-industrie en 5G-infrastructuur wordt dit relevant. Nvidia’s Jetson is makkelijker, maar Versal is flexibeler — en dat is wat veel industriële klanten willen. AMD zet deze strategie kracht bij met forse investeringen: $5 miljard aan R&D per jaar , met een brutomarge van rond de 50% . Die marge blijft indrukwekkend stabiel, zeker gezien de hardwarecomponenten. De overnames van Xilinx en Pensando helpen AMD om een volwaardig AI-ecosysteem te bouwen dat niet alleen rekent, maar ook netwerkt, verwerkt en aanpast. Belangrijk: AMD hoeft Nvidia niet te verslaan. Het hoeft alleen de voorkeursoptie te worden als alternatief , en daarin slaagt het verrassend goed. De infrastructuur voor AI wordt zó groot, dat er ruimte is voor meerdere winnaars. De markt is nog blind voor de verschuiving van AI-training naar AI-inferentie. En precies daar komt AMD in beeld. De MI350X, de Ryzen AI-processoren, en de Versal-chips vormen samen een driedelige aanval op Nvidia’s monopolie. Het aandeel AMD wordt nog steeds niet gewaardeerd alsof het bedrijf een leidende rol kan spelen in AI. Maar de cijfers vertellen een ander verhaal: $5 miljard AI-omzet in 2024 , in een markt die 10x groter is 35x snellere inference-oplossing in de pijplijn Marktaandeel van 15–20% zou al $10–$20 miljard per jaar kunnen betekenen Volgens schattingen van o.a. McKinsey en Bloomberg Intelligence zal de totale markt voor AI-inferentie hardware in 2026 namelijk al uitkomen op zo'n $100–120 miljard per jaar wereldwijd. (Dit is exclusief training en puur gericht op deployment: AI workloads in operationele omgevingen zoals cloud, edge, enterprise en consumententoepassingen.) Als we dan kijken naar de FWD P/E van 8,7 voor 2028 lijkt dit (in dit scenario) erg laag: Bron: Seeking Alpha Dit terwijl op korte termijn AMD nog flink kan profiteren van een voorspelde piek in AI-uitgaven: Bron: Goldman Sachs AMD is in razendsnel tempo getransformeerd van outsider tot serieuze uitdager in de AI-hardwaremarkt, zoals ze dit eerder ook in andere markten hebben gedaan. Met een datacenteromzet van $12,6 miljard in 2024 , waarvan $5 miljard direct uit AI-accelerators , laat het bedrijf zien dat het klaar is om een stevige positie te veroveren in de AI-markt. Die groei is niet toevallig, maar het gevolg van een gerichte strategie op drie fronten: high-performance datacenter-GPU’s (Instinct), geïntegreerde AI in consumentenchips (Ryzen AI) en flexibele oplossingen voor edge computing (Versal via Xilinx). Tegelijkertijd moeten we realistisch blijven. Nvidia is op dit moment oppermachtig in AI-training, heeft het sterkste software-ecosysteem (CUDA), de hoogste operationele marges (67% vs. AMD’s 28%), én het grootste marktaandeel. De cijfers uit 2024 — $114 miljard aan datacenteromzet bij Nvidia versus $12,6 miljard bij AMD — laten nog een grote kloof zien. Wat AMD strategisch sterk maakt, is dat het zich niet afhankelijk maakt van slechts één segment. De Ryzen AI-chips brengen AI naar de massa via laptops, en Versal wordt nu al geïntegreerd in telecom, auto-industrie en industriële robots. Dit maakt AMD in de toekomst mogelijk ook minder gevoelig voor de grillen van hyperscalers dan Nvidia, dat veel directer leunt op de vraag naar AI-training in de cloud. Toch is er absoluut genoeg reden voor nuance. De AI-markt is nog jong en moet zich nog bewijzen in termen van langere termijn productiviteit en winstgevendheid . Zoals David Ksir in zijn analyse terecht opmerkt: AI moet eerst nog laten zien dat het meer doet dan alleen belofte in PowerPoints en pilotprojecten. Mocht de AI-revolutie trager verlopen dan voorspeld — zoals bij veel technologiecycli gebeurde — dan zullen zowel Nvidia als AMD dat voelen. Maar, als AI zijn belofte wél waarmaakt , en inferentie het dominante gebruiksmodel wordt, dan is AMD perfect gepositioneerd om een miljardenbusiness op te bouwen. En dat, gecombineerd met een gediversifieerde productportefeuille en strategische partners als Microsoft en Meta, maakt AMD tot een groeiverhaal dat de markt nog niet volledig doorziet.
- Warren Buffett geeft 3 belangrijke adviezen aan beleggers
In het kort: Ondanks paniek op de markten door nieuwe importtarieven en recessievrees, raadt Warren Buffett aan om juist nu te blijven beleggen. Angst creëert koopkansen: sterke bedrijven worden tijdelijk ondergewaardeerd en bieden op lange termijn het hoogste rendement. Focus niet op koersen, maar op bedrijven met concurrentievoordeel, stabiele kasstromen en groeipotentie — en denk in jaren, niet in weken. De financiële markten zijn nerveus. Sinds president Trump zijn nieuwe importtarieven aankondigde — waaronder een algemene 10% heffing op álle buitenlandse goederen en zelfs 54% op Chinese importen — zijn de beurzen in een vrije val geraakt. De S&P 500 verloor sinds februari bijna 17%, en het pessimisme onder beleggers is sinds de kredietcrisis van 2009 niet meer zo groot geweest. Volgens J.P. Morgan is de kans op een recessie inmiddels opgelopen tot 60%, terwijl S&P Global die kans nu inschat op 30 à 35%. Het resultaat? Veel particuliere beleggers twijfelen of dit überhaupt nog het juiste moment is om in aandelen te zitten. Toch is er één stem waar velen in onzekere tijden naar teruggrijpen: Warren Buffett. En niet zonder reden. Buffett geeft beleggers drie belangrijke adviezen om door deze tijden heen te komen. 1. Blijf beleggen — juist nu De neiging om je beleggingen te verkopen of stil te zitten in tijden van dalende koersen is begrijpelijk. Maar Buffett draait die reflex juist om: "Today, people who hold cash equivalents feel comfortable. They shouldn’t." — Warren Buffett (New York Times, 2008) Volgens Buffett is veel cash hebben verleidelijk tijdens onrust, maar historisch gezien een slechte plek om je vermogen in te parkeren. In tijden van crisis lijken cash en spaargeld veilig, maar ze leveren zelden voldoende rendement om inflatie bij te houden — laat staan vermogen op te bouwen. Hij voegde er toen aan toe: "Equities will almost certainly outperform cash over the next decade, probably by a substantial degree." De feiten geven hem gelijk. Wie bijvoorbeeld in januari 2000 in een S&P 500-indexfonds investeerde, heeft inmiddels ruim 240% rendement behaald — ondanks de dotcomcrisis, de kredietcrisis, de pandemie en de inflatiepiek van 2022. 2. Wees hebzuchtig als anderen bang zijn Buffett herhaalt deze quote al decennia, maar hij blijft krachtig: "Be fearful when others are greedy, and be greedy when others are fearful." Het idee hierachter is simpel: de grootste winsten worden vaak geboekt wanneer het sentiment op z’n dieptepunt zit. Niet omdat de risico’s weg zijn, maar omdat de prijs van aandelen dan vaak irrationeel laag is . Als angst de markt regeert, liggen er koopkansen voor wie rationeel blijft. Vergelijk het met een uitverkoop: als de aandelenmarkt daalt, betaal je minder voor dezelfde aandelen. Als je op zo’n moment kunt kopen, vergroot je op termijn je potentiële rendement. En hij voegde daar nog een ander heel belangrijk aspect aan toe. "Most major companies will be setting new profit records five, 10, and 20 years from now." Buffett erkent dat bedrijven tijdelijk last kunnen hebben van een recessie of lagere winst. Maar hij gelooft dat sterke bedrijven die stormen doorstaan en daarna weer winstrecords breken. De kunst is om die bedrijven te vinden en vast te houden. 3. Koop bedrijven, geen tikker-symbolen Buffett en zijn rechterhand Charlie Munger benadrukken al jaren: je moet beleggen in bedrijven — niet in de grafieken of koersbewegingen van die aandelen. “We are not stock pickers; we are business pickers.” — Warren Buffett (2021 Shareholder Letter) Wat hij daarmee bedoelt? Je kijkt niet alleen naar of een aandeel ‘laag staat’ of ‘veel gedaald is’. Je analyseert of het bedrijf zelf een sterke concurrentiepositie heeft, of het management capabel is, en of het bedrijf waarde creëert — ook in slechte tijden. Sterke bedrijven hebben vaak drie kenmerken: Een moat (concurrentievoordeel), Een bewezen cashflowmodel, en Toekomstige groeiruimte, ondanks tijdelijke tegenwind. "Fears regarding the long-term prosperity of the nation's many sound companies make no sense." Volgens Buffett is het volstrekt logisch om zwakke bedrijven te mijden in crisistijden. Maar juist in diezelfde tijden zijn sterke bedrijven tijdelijk ‘in de aanbieding’. En dat is precies waar je als lange termijn belegger van kunt profiteren. Dus… is dit hét moment om te beleggen? Wie luistert naar het beleggings-DNA van Warren Buffett, komt telkens weer bij dezelfde conclusie: marktturbulentie is geen reden tot paniek, maar een kans om je lange termijnpositie te versterken. Natuurlijk is het belangrijk om realistisch te blijven — er kunnen nog onrustige maanden volgen, en economische tegenwind is niet zomaar verdwenen. Maar beleggen draait zelden om perfect timen. Het draait om consistentie, discipline en visie. Juist in periodes van dalende koersen liggen er kansen. Kwaliteitsbedrijven die gisteren nog aan de hoge kant leken, worden vandaag ineens betaalbaar. En hoewel het ongemakkelijk voelt om te kopen wanneer het sentiment negatief is, is dat historisch gezien vaak juist het beste moment. De sleutel? Denk in jaren, niet in weken. Focus op bedrijven die waarde toevoegen, die ook in een moeilijke economische omgeving kunnen blijven draaien — en sterker nog: die klaarstaan om te floreren zodra het tij keert. Laat je niet meeslepen door de dagelijkse ruis, maar kijk naar het grotere plaatje. De markten liggen onder vuur. Maar wie geduldig blijft, rationeel analyseert en durft te handelen als anderen afwachten, legt de basis voor toekomstige vermogensgroei. Want elke storm gaat voorbij — en wie dan al aan boord is, profiteert het meest als de zon weer doorbreekt.
- Morgan Stanley verlaagt nu koersdoel van Goldman Sachs door recessierisico
In het kort: Morgan Stanley verlaagt nu het advies voor Goldman Sachs vanwege toenemend recessierisico en zwakkere vooruitzichten. De bank is kwetsbaar door haar sterke afhankelijkheid van investment banking en risicovolle kredietportefeuille. Ondanks een koersdoel van $558 blijft de onzekerheid groot door macro-economische druk en sectorbreed pessimisme. Goldman Sachs, een van de grootste spelers in de Amerikaanse financiële wereld, staat onder toenemende druk. Morgan Stanley-analist Betsy Graseck heeft haar advies voor het aandeel onlangs verlaagd van ‘overweight’ naar ‘equal weight’, en daarbij het koersdoel aangepast van $659 naar $558. Met ‘overweight’ wordt bedoeld dat de analist verwacht dat het aandeel beter zal presteren dan het marktgemiddelde. Bij ‘equal weight’ verwacht ze juist dat het aandeel ongeveer gelijk zal presteren aan de markt. Deze wijziging duidt dus op een minder optimistische kijk op de toekomstige prestaties van het aandeel. Dit komt voort uit een minder optimistische kijk op de nabije toekomst van de bank, die sterk leunt op inkomsten uit investment banking. Met meer dan 60% van de omzet afkomstig uit Global Banking & Markets, is Goldman extreem gevoelig voor recessierisico’s en verslechterende marktomstandigheden. En die risico’s nemen nu toe. De dreiging van een recessie hangt als een donkere wolk boven de markt. President Donald Trump voert zijn plannen voor hoge importtarieven door, wat de economische vooruitzichten in de VS verslechtert. Eerder dit jaar hoopten investeerders nog op een golf van deals onder een tweede Trump-termijn, maar een afkoelende economie maakt dat steeds onwaarschijnlijker. De grote beurzen wereldwijd kregen vandaag opnieuw flinke klappen, terwijl de VIX – de volatiliteitsindex – met een stand rond de 49 op een extreem hoog niveau blijft. VIX staat op hoogste niveau in vijf jaar: Bron: Google Finance Goldman Sachs voelt dit direct: de aandelenkoers daalde na de downgrade in de premarket en is dit jaar al met 19% gedaald. Daar komt nog een probleem bij: de Apple Card-portefeuille van Goldman. Maar liefst 36% van deze kredietkaarten is uitgegeven aan klanten met een FICO-score onder de 660, wat wijst op een hoger risico op wanbetaling. Graseck waarschuwt dat een recessie deze portefeuille flink minder waard kan maken. Dit legt extra druk op de bank, die toch al kampt met een zwakke performance. Ondanks de verlaging blijft het nieuwe koersdoel van $558 een potentiële stijging van 19% impliceren vanaf de huidige niveaus. Morgan Stanley baseert dit op een koers-winstverhouding van 12 voor 2026 en een koers-boekwaarde van 1,5 bij een rendement op eigen vermogen (ROE) van 13%. Dat is echter lager dan Goldmans eigen middellangetermijndoel van 14-16%. In een pessimistisch scenario ziet Graseck de ROE zelfs dalen naar 8% in 2026, wat de zorgen onderstreept. Toch is er een sprankje hoop. Langdurige marktvolatiliteit zou juist gunstig kunnen zijn voor de marktomzet van Goldman Sachs, een punt dat Morgan Stanley aanstipt door niet te kiezen voor een ‘underweight’-rating. De bank blijft financieel gezond met een liquiditeitsratio van 1,5 en een dividendrendement van 2,55%, gesteund door dertien jaar onafgebroken dividendverhogingen. Maar in een onzekere economie wegen de risico’s zwaarder dan de kansen. Intussen rommelt het elders in de sector. Visa heeft een bod van $100 miljoen gedaan om Mastercard te vervangen als netwerk voor de Apple Card, een strijd waar ook American Express op aast. Dit kan Goldman Sachs verder in een lastige positie brengen. Daarnaast adviseren aandeelhoudersadviseurs om een voorgestelde aandelenbonus van $160 miljoen voor CEO David Solomon en COO John Waldron af te wijzen, vanwege gebrek aan prestatiecriteria. De bredere context helpt ook niet. Morgan Stanley verlaagde tegelijkertijd de rating van Comerica naar ‘sell’ en verhoogde die van Bank of America naar ‘buy’, een teken dat de sector worstelt met dezelfde macro-economische hoofdbrekens: hogere tarieven, trage kredietgroei en een omgekeerde rentecurve. De eerste kwartaalcijfers, die vrijdag 11 april beginnen, zullen meer licht werpen op de situatie. Goldman Sachs rapporteert op 14 april, Bank of America op 15 april en Comerica op 18 april. Goldman Sachs staat op een kruispunt. De bank heeft een sterke positie, maar de afhankelijkheid van volatiele inkomstenbronnen en de dreigende recessie maken het mogelijk risicovol. Voorlopig adviseert Morgan Stanley voorzichtigheid.
- Beurscrash 2025 breekt records: Wat je nu het beste kan doen
In het kort: Als beleggers beleven we op dit moment een crash die zich qua snelheid én impact kan meten met 1929, 1987 en 2008 – en deze op sommige vlakken zelfs overtreft. Wereldwijde aandelenmarkten zijn in enkele dagen tijd meer dan $6.000 miljard aan waarde kwijtgeraakt, direct veroorzaakt door het handelsoffensief van Trump . De Hang Seng Index kelderde met 13,22% vandaag, de grootste eendaagse daling sinds de Aziëcrisis van 1997. De S&P 500 staat op het randje van een officiële bearmarkt. De geschiedenis van de financiële markten is bezaaid met momenten van pure paniek, waarin miljarden aan beurswaarde in enkele dagen of zelfs minuten verdampten. Deze zogenaamde beurskrachs laten diepe sporen na in de wereldeconomie – maar lang niet elke crash heeft dezelfde impact. Wat ze echter allemaal gemeen hebben: ze begonnen met overwaardering , gevolgd door massale verkoopdruk . 1. Wall Street Crash (1929) Dow Jones: −89% vanaf top (1929–1932) Daling op 29 oktober 1929: −12,8%▶ Begin Grote Depressie, werkloosheid naar 25%, BBP −30%. 2. Zwarte Maandag (1987) Dow Jones: −22,6% op één dag▶ $1,7 biljoen aan marktwaarde verdampte. Herstel in 2 jaar. 3. Kredietcrisis (2008) Dow Jones: −777,68 punten op 1 dag Totale daling: −54%▶ BBP VS −4,3%, werkloosheid van 4,6% naar 10%. Herstel pas in 2013. 4. Flash Crash (2010) Dow Jones: −1.000 punten in 10 minuten▶ Binnen 30 minuten hersteld. Nauwelijks economische impact. 5. OPEC-crash (2020) Brent olie: −24% op 1 dag▶ ExxonMobil en Shell verloren 40–45% van beurswaarde. 6. Coronacrash (2020) S&P 500: −34% in 33 dagen▶ Wereldhandel kromp −8,5%, werkloosheid VS naar 14,8%. De huidige crash lijkt in realtime geschiedenis te schrijven. Door de tarievenexplosie van Trump , die op 6 april 2025 van kracht werd, zijn de wereldwijde aandelenmarkten in enkele handelsdagen fors onderuitgegaan. De dalingen zijn scherper dan bij de coronacrash en worden in snelheid alleen geëvenaard door Zwarte Maandag in 1987. De koersen van grote beurzen sinds de aanstelling van Trump: Bron: New York Times Cijfers op een rij: Index / Markt Daling sinds piek Daling op 1 dag S&P 500 −17,4% −5% (verwacht) Nasdaq Composite −23% (bearmarkt) −3,5% (futures) Russell 2000 −25% – Hang Seng (Hongkong) −13,22% (7 april) Grootste sinds 1997 Nikkei 225 (Japan) −7% Handel tijdelijk stilgelegd Shanghai Composite (China) −7% – Taiwan −10% – FTSE 100 (VK) −5% – DAX (Duitsland) −5% – Volgens S&P-analist Howard Silverblatt is dit de grootste dollarwaarde aan verloren beurskapitalisatie in 48 uur ooit: $5+ biljoen in de S&P 500 alleen al! De aanleiding is overduidelijk: Trumps handelstarieven . In één week werden invoerheffingen van 10% tot 50% ingevoerd op praktisch alle buitenlandse goederen. De reactie: China sloeg terug met 34% tarieven op Amerikaanse export. Europese beurzen kelderden, net als technologie-aandelen in Azië. Olieprijzen daalden met nog eens 4%, koper (een economische barometer) verloor 2%. Apple-toeleverancier Foxconn en TSMC daalden elk met 10%. Banken zoals Deutsche Bank (−7%) en Barclays (−7%) werden hard geraakt. Trump zelf bleef stoïcijns: “Soms moet je medicijn nemen om iets te repareren.” Analisten noemen het een "zelfveroorzaakte economische nucleaire winter". Wat leren we hiervan? 1. Beurscrashes volgen op overwaardering De Nasdaq noteerde in december nog op recordhoogte. De correctie volgt op jaren van lage rente, hoge waarderingen en optimisme rond AI en tech . 2. Paniek is besmettelijk De wereldmarkten zijn via algoritmische handel en ETF’s sterk verweven. Een schok in New York leidt binnen minuten tot bloedbaden in Hongkong en Frankfurt. 3. Centrale banken lijken machteloos In tegenstelling tot 2020 reageren overheden nog niet met renteverlagingen of steunpakketten . De oorzaak is immers politiek – en daarmee moeilijker te dempen met monetair beleid. Is dit de grootste crash ooit? Als je kijkt naar: Snelheid van de daling , Waarde van verdampte marktkapitalisatie , Wereldwijde impact binnen 72 uur , ...dan is deze crash in veel opzichten de grootste ooit . Alleen de periode 1929–1932 kende uiteindelijk grotere dalingen in procenten, maar die ontwikkelden zich over jaren – niet dagen. De situatie is nog in beweging. De S&P 500 staat op de rand van een officiële bearmarkt (−20%) en futures wijzen op verdere verliezen. Tech, energie, banken, industrie – op dit moment is niemand gespaard, maar dat bied juist kansen! Beleggers bevinden zich in onbekend terrein. Er zijn globaal gezien drie opties: Afwachten tot er politieke de-escalatie komt. Profiteren van koopkansen in sterke bedrijven met stevige balansen. Diversifiëren richting veilige havens (goud, staatsobligaties, cash). Zelf ga ik hierin voor de eerste twee opties, en houd ik juist nu mijn ogen open voor zeldzame kansjes..
- Deepdive: Is Palantir dè ideale AI-koop nu?
In het kort:
- Zo spelen de beste beleggers ter wereld de markt nu uit
In het kort: De Fear and Greed Index staat momenteel op een extreem lage waarde van 4, wat duidt op absolute paniek onder beleggers die vergelijkbaar is met historische dieptepunten. De recente marktcrash, veroorzaakt door Trump's tariefbeleid en Chinese vergeldingsmaatregelen, heeft geleid tot een daling nog verdere van 6% in de S&P 500. Topbeleggers zoals Warren Buffett bereiden zich voor op kansen door grote kasreserves aan te houden. De beleggingswereld bevindt zich momenteel in een staat van extreme angst. De Fear and Greed Index, een veelgebruikte graadmeter voor marktsentiment, staat op een alarmerende waarde van slechts 4 op een schaal van 0 tot 100. Dit is een van de laagste niveaus ooit gemeten en duidt op een panieksfeer onder beleggers die we zelden zien. Ter vergelijking: een jaar geleden stond de index nog op een neutrale 53, en zelfs een maand geleden was de waarde nog 21. De Fear and Greed index op dit moment: Bron: CNN Deze extreme angst is zichtbaar in alle zeven componenten van de index. De marktdynamiek toont een scherpe daling onder het 125-daags voortschrijdend gemiddelde. De aandelenkoerssterktemeter laat een overweldigend aantal aandelen zien dat 52-weekse dieptepunten bereikt in vergelijking met hoogtes. De put/call-ratio is gestegen naar niveaus die wijzen op extreme nervositeit onder optiebeleggers. De VIX-volatiliteitsindex is explosief gestegen, wat duidelijk hint naar verwachte prijsschommelingen die we sinds 2020 niet meer hebben gezien. Wanneer de Fear and Greed Index zulke extreme waarden bereikt, bevinden we ons in wat legendarische belegger Warren Buffett beschrijft als het moment om "hebzuchtig te zijn wanneer anderen angstig zijn." - vrij vertaald. Historisch gezien markeren deze momenten van extreme angst vaak belangrijke keerpunten in de markt. Maar wat maakt deze huidige situatie zo bijzonder, en hoe verhoudt deze zich tot eerdere marktcrashes? De huidige marktcrash werd zoals we weten in gang gezet door president Donald Trump's aankondiging van wereldwijde tarieven van minimaal 10% op alle geïmporteerde goederen. Deze ongekende handelsbeleidsmaatregel heeft geleid tot een schokgolf door de wereldwijde financiële markten. De situatie escaleerde toen China reageerde met vergeldingstarieven van 34% op alle Amerikaanse producten, wat de vrees voor een wereldwijde handelsoorlog aanwakkerde. De gevolgen mogen wel wel dramatisch noemen. Op 4 april 2025 daalde de Dow Jones met 2.231 punten (5,5%), de S&P 500 verloor 6% en de technologiezware Nasdaq kelderde met 5,8%. Dit markeert de grootste dagelijkse daling sinds de coronacrisis van 2020. De S&P 500 is nu 17,4% gedaald ten opzichte van zijn recordhoogte in februari, waarmee de index zich in correctiegebied bevindt. De Nasdaq is inmiddels in een bearmarkt beland, met een daling van meer dan 20% ten opzichte van zijn piek in december. De koers van de S&P 500 het afgelopen jaar: Bron: Google Finance JPMorgan-analisten waarschuwen dat als Trump vasthoudt aan deze massale tarieven, zijn ongekende handelsbeleid waarschijnlijk zal leiden tot een recessie in zowel de Amerikaanse als de wereldeconomie in 2025 (volgens de bank nu een kans van 60%). Ze schatten dat de tarieven de belastingen voor Amerikanen met $660 miljard per jaar zullen verhogen en de inflatie met 2% zullen doen stijgen. "De impact op de inflatie zal substantieel zijn," aldus de analisten. "We beschouwen de volledige implementatie van dit beleid als een substantiële macro-economische schok." De marktreactie weerspiegelt deze zorgen 1 op 1. De VIX-volatiliteitsindex, steeg met 39,6% op donderdag. Beleggers vluchtten naar veilige havens, waarbij goud naar een nieuw record steeg boven $3.160 per troy ounce. De Amerikaanse dollar daalde naar het zwakste niveau sinds oktober, waardoor de winsten sinds Trump's herverkiezing in november werden uitgewist. De VIX het afgelopen jaar: Bron: CBOE Maar te midden van deze marktchaos, wat doen de beste beleggers ter wereld, en wat zouden wij moeten doen? In tijden van marktpaniek onderscheiden de beste beleggers zich door hun gedisciplineerde aanpak en langetermijnvisie, wat in bijna alle gevallen winstgevender blijkt dan de paniek onder vele anderen, Warren Buffett, misschien wel 's werelds meest gerespecteerde belegger, heeft een indrukwekkende oorlogskas van $334 miljard opgebouwd - bijna het dubbele van een jaar geleden en meer dan zijn krimpende aandelenportefeuille van $272 miljard. Deze enorme cashpositie stelt hem in staat om toe te slaan wanneer de prijzen aantrekkelijk worden, iets waar veel mensen nu logischerwijs met een schuin oog naar kijken. Buffett's strategie tijdens marktcrashes kan ik simpel samenvatten in vier kernprincipes die elke belegger zou moeten overwegen: 1. Houd voldoende cash aan voor kansen Buffett's Berkshire Hathaway verkocht in 2024 voor $134 miljard aan aandelen, toen de bullmarkt nog in volle gang was. Het grootste deel hiervan bestond uit Apple-aandelen, waarvan Berkshire ongeveer twee derde van zijn belang verkocht. Deze verkopen vonden plaats terwijl Apple nog steeds in waarde steeg, met een piek in december. Sindsdien is Apple met 28% gedaald, omdat Amerikaanse tarieven op China het bedrijf naar verwachting hard zullen treffen. Deze timing lijkt bijna bovennatuurlijk goed, maar is in werkelijkheid het resultaat van Buffett's discipline om overgewaardeerde aandelen te verkopen, ongeacht de markteuforische stemming. "Cash is koning tijdens een crash," is een van Buffett's bekende uitspraken. Door een aanzienlijke cashpositie aan te houden, kan hij profiteren van paniekverkopen door anderen. Lees ook: Warren Buffett spreekt zich uit over de beursdaling en importtarieven 2. Vermijd schulden en hefboomwerking Buffett is altijd fel gekant geweest tegen het gebruik van geleend geld om te beleggen. "Het is in mijn ogen krankzinnig om geld te lenen tegen effecten," zei hij enkele jaren geleden. "Vier keer in de 53 jaar dat ik bij Berkshire ben, is de koers met 40-60% gedaald. Als je daartegen had geleend, was je het kwijt." Tijdens marktcrashes worden beleggers die met geleend geld hebben geïnvesteerd vaak gedwongen om tegen bodemprijzen te verkopen vanwege margin calls. Door schuldenvrij te blijven, voorkomt Buffett deze gedwongen verkopen en behoudt hij de vrijheid om te kopen wanneer anderen moeten verkopen. 3. Vermijd speculatieve investeringen Wanneer de markten stijgen, wordt het steeds moeilijker om solide, cashgenererende bedrijven tegen redelijke prijzen te vinden. Veel beleggers gaan dan op zoek naar risicovollere activa. Buffett doet hier niet aan mee. Hij investeert nooit in speculatieve activa zoals cryptocurrency. "Wanneer we een bedrijf kopen, kijken we naar wat het verdient. Maar wanneer je niet-productieve activa koopt, reken je alleen maar op of de volgende persoon je meer zal betalen. Het actief zelf creëert niets," legt Buffett uit. Tijdens marktcrashes lijden speculatieve investeringen vaak het meest. Door zich te concentreren op bedrijven met echte waarde, beperkt Buffett zijn verliezen tijdens neergangen en positioneert hij zich voor herstel. 4. Focus op fundamentele waarde en kwaliteit Ray Dalio, oprichter van Bridgewater Associates, benadrukt het belang van risicopariteit - het balanceren van blootstelling aan aandelen, obligaties, grondstoffen en valuta op basis van hun risicokenmerken. Seth Klarman, de "stille reus van het beleggen", staat bekend om zijn focus op het vinden van koopjes en het spelen van de lange termijn. Deze topbeleggers delen een gemeenschappelijke benadering: ze concentreren zich op de fundamentele waarde van bedrijven in plaats van op korte termijn koersbewegingen. Ze zoeken naar bedrijven met sterke balansen, betrouwbare kasstromen en duurzame concurrentievoordelen - kwaliteiten die hen helpen om economische stormen te doorstaan. Hoe de huidige daling zich verhoudt tot eerdere crashes De huidige marktdaling vertoont zowel overeenkomsten als verschillen met eerdere grote crashes. Laten we enkele historische vergelijkingen maken: De crash van 1929 (Black Tuesday) De crash van 1929 volgde op een periode van economische kracht en technologische vooruitgang. Auto's en telefoons waren nieuwe uitvindingen die wijdverspreid populair werden, en meer arbeidersgezinnen begonnen te investeren in de aandelenmarkt. Velen investeerden met geleend geld, wat de speculatie aanwakkerde en de prijzen opdreef tot onhoudbare niveaus. De huidige situatie verschilt in die zin dat we nu betere regelgeving en veiligheidsmechanismen hebben, maar de psychologie van overmatig optimisme gevolgd door paniek blijft een constante in marktcycli. Black Monday (19 oktober 1987) De crash van 1987 staat bekend als de grootste procentuele daling op één dag in de geschiedenis van de Amerikaanse aandelenmarkt, met een daling van 22,6% in de Dow. Geautomatiseerde handelsprogramma's werden grotendeels verantwoordelijk gehouden voor de crash. De huidige markt is nog veel meer afhankelijk van algoritmen en geautomatiseerde handel, wat de volatiliteit kan versterken. Toch heeft de markt nu meer circuit breakers en andere mechanismen om extreme dalingen te beperken. De dotcom-bubbel (2000-2002) De internetbubbel barstte na jaren van irrationeel enthousiasme over technologieaandelen. De Nasdaq verloor uiteindelijk bijna 80% van zijn waarde. Interessant genoeg stegen aandelen van bedrijven met stabiele en groeiende winsten, zoals Berkshire Hathaway, zelfs terwijl technologieaandelen instortten, iets wat we nu overigens ook zien gebeuren: Bron: AlphaSpread De huidige situatie vertoont parallellen met de dotcom-crash in die zin dat bepaalde sectoren (met name technologie) extreem hoge waarderingen hadden bereikt vóór de recente daling. Het verschil is wel dat veel van de huidige technologiegiganten substantiële winsten en kasstromen genereren, in tegenstelling tot veel dotcom-bedrijven. De wereldwijde financiële crisis (2008-2009) De crash van 2008 werd veroorzaakt door de instorting van de huizenmarkt en bracht het Amerikaanse financiële systeem aan de rand van de afgrond. De S&P 500 verloor uiteindelijk bijna 60% vanaf zijn piek in oktober 2007. De huidige crisis verschilt fundamenteel omdat deze wordt veroorzaakt door handelsbeleid in plaats van directe gevolgen van systeemrisico's in het financiële stelsel. Banken zijn nu beter gekapitaliseerd en huishoudens hebben over het algemeen minder schulden dan in 2008, toch mogen De COVID-19-pandemie (2020) De crash van 2020 was uniek omdat deze werd veroorzaakt door een wereldwijde pandemie. De S&P 500 daalde met 34% in slechts 33 dagen - een van de snelste dalingen in de geschiedenis. Maar de markt herstelde ook verrassend snel, geholpen door ongekende fiscale en monetaire stimuleringsmaatregelen. De huidige situatie verschilt in die zin dat de economische fundamenten sterker zijn dan in 2020, maar de beleidsreactie zou beperkter kunnen zijn vanwege inflatiezorgen. Fed-voorzitter Jerome Powell heeft gewaarschuwd dat tarieven de inflatieverwachtingen kunnen opdrijven, wat de Fed's vermogen om de economie te stimuleren zou kunnen beperken. Koopkansen in tijden van paniek Terwijl de meeste beleggers in paniek raken tijdens marktcrashes, zien de besten onder hen juist kansen. Zoals Buffett fameus opmerkte: "Wees angstig wanneer anderen hebzuchtig zijn, en hebzuchtig wanneer anderen angstig zijn." De huidige extreme angst in de markt, zoals weerspiegeld in de Fear and Greed Index, suggereert dat er aanzienlijke koopkansen kunnen ontstaan voor gedisciplineerde beleggers met een langetermijnperspectief. Hier zijn enkele strategieën die topbeleggers toepassen: Focus op bedrijven die een recessie kunnen overleven De beste beleggers concentreren zich op bedrijven met sterke balansen, lage schulden en duurzame concurrentievoordelen. Deze bedrijven kunnen niet alleen een recessie overleven, maar komen er vaak sterker uit doordat ze marktaandeel kunnen winnen van zwakkere concurrenten. Let op waarderingen Marktcrashes brengen vaak de waarderingen van zelfs de sterkste bedrijven omlaag tot aantrekkelijke niveaus. Topbeleggers zoals Buffett en Klarman gebruiken deze momenten om hoogwaardige bedrijven tegen kortingsprijzen te kopen. De huidige marktdaling heeft de koers-winstverhouding van de S&P 500 teruggebracht tot meer redelijke niveaus, wat kansen creëert voor waardebeleggers die geduldig hebben gewacht, met de FWD P/E van de S&P 500 nu onder elk gemiddelde van de afgelopen 10 jaar: Bron: MacroMicro Blijf gedisciplineerd en (tot op zekere hoogte) emotieloos De grootste fout die beleggers maken tijdens marktcrashes is het laten leiden van hun beslissingen door emoties in plaats van analyse. Paniekverkopen op de bodem en FOMO-aankopen (Fear Of Missing Out) op de top zijn veelvoorkomende valkuilen. Topbeleggers blijven gedisciplineerd en houden zich aan hun beleggingsfilosofie, ongeacht de marktomstandigheden. Ze hebben een plan voor zowel stijgende als dalende markten en laten zich niet afleiden door korte termijn marktbewegingen. De huidige marktcrash, veroorzaakt door tariefbeleid en handelsspanningen, heeft geleid tot extreme angst onder beleggers. De Fear and Greed Index op een niveau van 4 weerspiegelt een panieksfeer die we zelden zien. Maar zoals de geschiedenis ons leert, creëren deze momenten van extreme angst vaak de beste kansen voor langetermijnbeleggers. De beste beleggers ter wereld, zoals Warren Buffett, Ray Dalio en Seth Klarman, hebben zich voorbereid op deze momenten door cash aan te houden, schulden te vermijden en zich te concentreren op fundamentele waarde. Ze zien marktcrashes niet als rampen, maar als kansen om hoogwaardige bedrijven tegen kortingsprijzen te kopen. Voor de gemiddelde belegger is de les duidelijk: blijf gefocust op de lange termijn, vermijd emotionele beslissingen en wees voorbereid om te handelen wanneer anderen in paniek zijn. De huidige marktomstandigheden bieden wellicht precies zo'n kans.
- Deepdive Biomea Fusion: Een typisch alles-of-niets-aandeel
Afgelopen week kreeg ik het verzoek van een van onze lezers om eens dieper in te duiken in Biomea Fusion (NASDAQ: BMEA). Ik vind het altijd interessant om aandelen te onderzoeken die door lezers worden aangedragen, dus ben ik er met plezier ingedoken vanochtend. Wat ik aantrof was een interessant biotechnologiebedrijf met een vrij unieke benadering van diabetesbehandeling, iets wat zeker veelbelovende mogelijkheden, maar ook aanzienlijke risico's biedt voor investeerders. In deze analyse zal ik Biomea Fusion grondig met je onder de loep nemen, inclusief hun innovatieve technologie, recente financiële resultaten, marktpositie en de inherente risico's die komen kijken bij een investering in een klinisch-stadium biotechbedrijf zoals deze.
- Is Tesla de grote winnaar van de handelsoorlog?
In het kort: Tesla-aandeel is 45% gedaald sinds december 2024 , toch blijft het een zeer interessant aandeel vanwege lange termijn groeikansen in AI, robotica en robotaxi’s. Productie en leveringen daalden fors in Q1 2025 : -16% minder auto’s geproduceerd, -13% minder geleverd, resulterend in een verwachte omzetdaling van -9% naar $15,9 miljard in de autodivisie. Dankzij sterke Amerikaanse productiepositie en verticale integratie , is Tesla relatief minder geraakt door nieuwe importtarieven dan concurrenten zoals Ford, Toyota of GM. Tesla’s resultaten over het eerste kwartaal van 2025 bevestigen wat beleggers al vreesden: de EV-markt staat onder druk en Tesla blijft daar niet van gespaard. De autofabrikant rapporteerde een daling van -16% in de voertuigproductie en een terugval van -13% in het aantal leveringen op jaarbasis. Deze cijfers vertalen zich naar een productie van 433.371 auto’s tegenover 407.437 geleverde exemplaren. Dit heeft het aandeel flink gevoeld: Bron: Nasdaq Dat betekent dat er in Q1 alleen al een overschot ontstond van 25.934 voertuigen, wat de druk op de marges verhoogt en wijst op zwakkere vraag dan verwacht — ook al hanteert Tesla de meest competitieve financieringsvoorwaarden in de markt. De verwachte omzet uit de automobieldivisie daalt hierdoor naar $15,9 miljard , een afname van 9% ten opzichte van het jaar ervoor. Op concernniveau wordt een kwartaalomzet van $21,7 miljard verwacht, waarmee Tesla $900 miljoen onder de analistenconsensus blijft. De winst per aandeel (EPS) zal naar verwachting uitkomen op $0,50 , maar een bank als JPMorgan is zelfs nog veel pessimistischer en rekent op slechts $0,36 . De EPS bijstellingen voor Tesla (stijgende lijnen zijn 2028,29 en 30): Bron: Seeking Alpha Toch schuilt er achter deze tegenvallers een fundamentele verschuiving in het verdienmodel van Tesla. In tegenstelling tot traditionele autofabrikanten positioneert Tesla zich steeds meer als een technologiebedrijf dat actief is op het kruispunt van AI, robotica en energie. De introductie van de Optimus-humanoïde robot is daarvan het duidelijkste voorbeeld. Waar deze robot eind 2024 nog slechts een PR-stunt leek, heeft Tesla inmiddels bevestigd dat Optimus functioneert op fabrieksvloeren , waar het eenvoudige, fysieke taken vervangt die normaliter door menselijke arbeiders worden uitgevoerd. Elon Musk heeft de ambitie uitgesproken om 10.000 robots te produceren tegen het einde van FY25 , met een commerciële uitrol in de tweede helft van 2026. Indien deze visie werkelijkheid wordt, kan dit op termijn leiden tot structureel hogere marges, minder afhankelijkheid van (dure) arbeidskrachten en een bredere toepassing van AI in productieomgevingen. Gezien de verwachte reshoring van productie naar de VS — een beweging die gepaard gaat met $2 biljoen aan nieuwe industriële investeringen — positioneert Tesla zich slim als leverancier van zowel auto’s als de robotica die deze nieuwe fabrieken kan bemannen. Ondertussen is Tesla’s exposure aan geopolitieke risico’s toegenomen. De recente spanningen rondom CEO Elon Musk’s tijdelijke aanstelling bij het Department of Government Efficiency (DOGE), gekoppeld aan vandalisme bij laadstations en opslagterreinen, vormen niet alleen reputatierisico’s, maar ook een potentiële rem op de verkoop. Toch heeft het bedrijf in datzelfde politieke krachtenveld ook een belangrijke troef in handen: de productie vindt grotendeels plaats in de VS. Tesla assembleert zijn auto’s in Fremont, Californië en Austin, Texas , en produceert batterijen in Nevada en Shanghai. Volgens gegevens van de Kogod School of Business bestaat de Tesla Model 3 voor 87,5% uit Amerikaanse onderdelen ; de Model Y scoort 85%, wat extreem hoog is. Tesla scoort verruit het hoogst in de Made in American graadmeter onder autoproducenten in de VS: Bron: Kogod School of Business Ter vergelijking: veel concurrenten zoals Ford, GM, Toyota en Hyundai produceren tot 60% van hun onderdelen buiten Noord-Amerika, en zijn daarmee fors kwetsbaarder voor de onlangs ingevoerde tarieven. Tesla importeert naar schatting slechts 20 tot 25% van zijn onderdelen , wat betekent dat het bedrijf in verhouding slechts gedeeltelijk geraakt wordt door de tariefmaatregelen tussen de VS, Canada en China. Dit laat duidelijk zien dat Tesla dankzij zijn verticale integratie beter gepositioneerd is dan de rest van de sector om deze storm te doorstaan. Ondanks de geopolitieke onzekerheid blijft de situatie in China relatief stabiel. Tesla rapporteerde over Q1 een daling van de wereldwijde leveringen naar 336.681 voertuigen , het laagste aantal in twee jaar. Toch laat het aantal “verzekerde voertuigen” in China — een belangrijke proxy voor nieuwe registraties — een stijgende lijn zien in maart, mede dankzij de introductie van de vernieuwde Model Y eind februari. De Shanghai Gigafactory draait inmiddels weer op volle kracht en Tesla blijft profiteren van schaalvoordelen, wat ook de prestaties van de energieopslagdivisie ten goede komt. De net geopende accufabriek in Shanghai zal batterijen produceren voor de lokale markt en is daarmee niet onderhevig aan Amerikaanse exporttarieven, wat het een stabiele bron van omzetgroei maakt in FY25. De huidige waardering van Tesla staat op 50,6x EV/aEBITDA voor FY26 , waarmee Tesla stevig boven de sectorgemiddelden blijft. Toch verwachten sommige analisten, waaronder Michael Del Monte, dat Tesla met deze waardering gerechtvaardigd blijft vanwege de verwachte groei in robotica en autonome mobiliteit. De marktvraag lijkt zich te verleggen van klassieke verkoopcijfers naar toekomstgerichte katalysatoren zoals de robotaxi-lancering in juni 2025 in Austin. Tesla heeft hiervoor reeds een vergunning in Californië om werknemers intern te vervoeren, terwijl goedkeuring voor breder publiek vervoer nog loopt via de CPUC en DMV. Als Tesla hierin slaagt, kan dit model schaalbaar worden in meerdere staten — en later internationaal. Aangezien voertuigverkoop in FY24 nog 79% van de omzet vertegenwoordigde , kan het afbouwen van deze afhankelijkheid een enorme verschuiving betekenen in hoe beleggers Tesla waarderen, en tevens iets wat beleggers willen zien gebeuren om het bedrijf de torenhoge waardering waard te laten zijn. Hoewel de recente koersdaling van Tesla — inmiddels ruim -45% sinds de piek in december 2024 — door velen dus steeds meer wordt gezien als een aantrekkelijke instapkans, blijft de waardering van het aandeel een structureel heikel punt , zoals ik in mijn deepdive van eerder deze week over Tesla uitgebreid heb onderbouwd. In die analyse liet ik zien dat Tesla in Q4 2024 weliswaar een omzet van $25,7 miljard rapporteerde, maar daarmee de verwachtingen niet wist te halen. De operationele marge daalde naar 6,2% , het laagste niveau in jaren, wat duidt op serieuze margedruk door toenemende concurrentie en prijsverlagingen, iets wat we niet kunnen onderkennen gezien dit de kern van Tesla is. Lees ook: Deepdive Tesla: Meer problemen of is de bodem bereikt? Dit vormt een fundamentele tegenstelling met de waardering op de beurs: ondanks de afzwakkende kernprestaties, blijft Tesla handelen op een forward P/E van 85.9x voor 2025 , een veelvoud van wat traditionele autofabrikanten zoals BMW (6,3x) en Volkswagen (5x) noteren. In mijn volledige analyse eerder deze week benadrukte ik al dat Tesla’s groeiverwachtingen grotendeels gebaseerd zijn op toekomstige inkomstenstromen uit projecten als de robotaxi’s en de Optimus-humanoïde robot — activiteiten die momenteel nog geen betekenisvolle financiële bijdrage leveren. De FWD P/E van Tesla: Bron: Finbox De markt waardeert Tesla dus alsof het al een AI- en roboticatechnologiebedrijf ís, terwijl de realiteit nu nog sterk leunt op autoverkoop, die goed was voor 79% van de omzet in FY24 . Zolang die transitie naar nieuwe inkomstenbronnen niet tastbaar en winstgevend wordt, blijft de waardering in mijn ogen een spanningsveld: Voor nu simpelweg een optelsom van ambitie, potentie en veel onzekere aannames. Ook al zijn de kansen enorm! Concluderend kunnen we stellen dat Tesla’s korte termijn moeilijk blijft, met neerwaartse druk op winst, productie en leveringen. Tegelijkertijd liggen de fundamentele kansen in de Industry 4.0 -trend, waarin Tesla niet alleen producent van voertuigen is, maar ook van de infrastructuur die deze nieuwe industriële revolutie aandrijft — met humanoïde robots, energietechnologie en AI als kerncomponenten. Tarieven vormen hierin wellicht eerder een versneller dan een bedreiging voor Tesla, doordat het bedrijf relatief beschermd is door zijn Amerikaanse toeleveringsketen. Voor beleggers die bereid zijn voorbij het kwartaalvolatiliteit te kijken en zich te positioneren voor 2026 en verder, biedt deze koersdip een mooie instapmogelijkheid. De werkelijke transformatie van Tesla is namelijk nog maar net begonnen.
- Geen tarieven voor chips, waarom Nvidia, TSMC en ASML toch dalen
Samenvatting: Trump dreigt met importtarieven op Taiwanese chips : De Republikeinse presidentskandidaat overweegt invoerheffingen tot 60% op geavanceerde chips uit Taiwan. VS wil minder afhankelijk zijn van Azië : De afhankelijkheid van Taiwan, met name van chipgigant TSMC, is volgens Trump een bedreiging voor de Amerikaanse economie én nationale veiligheid. Vergaande gevolgen voor wereldwijde techsector : Apple, Nvidia, AMD en zelfs Europese toeleveranciers als ASML krijgen te maken met hogere kosten, vertragingen en geopolitieke onzekerheid. Trump versus Taiwan – een chipoorlog in wording? Wat ooit begon als een handelsconflict met China, dreigt onder Trump 2.0 uit te groeien tot een totale hertekening van de mondiale chipindustrie. In het hart van deze geopolitieke schaakpartij ligt Taiwan – een eiland dat kleiner is dan Nederland maar qua technologie belangrijker dan OPEC ooit was voor olie. En de nieuwste zet op het bord? Donald Trump overweegt invoerheffingen tot wel 60% op Taiwanese chips , met als expliciet doel: “Bring manufacturing home.” Het klinkt eenvoudig. Het is catastrofaal ingewikkeld. De harde cijfers: wie levert wie? Om te begrijpen wat deze heffing betekent, moeten we eerst naar de waardeketen kijken. Taiwan Semiconductor Manufacturing Company (TSMC) produceert circa 60% van alle chips wereldwijd , en 90% van de geavanceerde (<7 nanometer) chips . De VS importeerde in 2024 voor $54 miljard aan halfgeleiders uit Azië , waarvan $40 miljard uit Taiwan. Apple is met zijn M-serie chips volledig afhankelijk van TSMC – geen andere producent kan zulke kleine structuren op massale schaal leveren. Nvidia , de absolute koning van AI-chips, laat zijn meest winstgevende producten exclusief bij TSMC maken. In 2024 verkocht Nvidia voor $59 miljard aan chips , waarvan het merendeel uit Taiwan kwam. Kortom: een invoerheffing van 60% betekent niet “een beetje hogere prijzen”. Het betekent een verstoring van de hele digitale economie. Wat wil Trump precies? Trump zegt dat hij "de Amerikaanse productie wil beschermen" en verwijst naar zijn America First 2.0 -agenda. Hij wil dat bedrijven als Intel en Micron de chipproductie binnen de Amerikaanse grenzen terugbrengen. Alleen: de VS heeft simpelweg de capaciteit niet. Ja, Intel bouwt aan fabrieken. Ja, TSMC zelf bouwt in Arizona aan twee fabs – met een prijskaartje van $40 miljard . Maar deze zijn nog niet operationeel en kunnen voorlopig geen 3nm-chips produceren. In 2025 komt nog altijd 95% van TSMC’s geavanceerde output uit Taiwan . Wat zijn de implicaties? 1. Voor Amerikaanse techbedrijven Een invoerheffing van 60% zou voor bedrijven als Apple en Nvidia miljarden kosten: Apple produceert meer dan 200 miljoen iPhones per jaar. Als de chipkosten met 20% stijgen, komt dat neer op $3 à $4 miljard extra per jaar . Nvidia heeft een brutomarge van meer dan 70%, maar een verhoging van inputkosten met dubbele cijfers zou deze marges aantasten. Analisten van Morgan Stanley schatten dat Nvidia per 10% stijging in chipkosten 150 basispunten in marge verliest. Deze kosten zullen ofwel worden doorberekend aan de consument, ofwel ten koste gaan van winstgevendheid. 2. Voor TSMC en Taiwan TSMC loopt het risico marktaandeel te verliezen, vooral als Amerikaanse klanten op zoek gaan naar alternatieven. Maar die zijn er nauwelijks. Samsung komt in de buurt qua technologie, maar mist capaciteit. Intel is bezig met inhaalslagen, maar loopt nog zeker twee jaar achter. TSMC kan alleen concurrerend blijven in de VS als de fabs in Arizona snel opstarten. Maar: De productiekosten in de VS liggen naar schatting 40% hoger dan in Taiwan. Er is een tekort aan gespecialiseerde technici , met name op het gebied van lithografie – een technologie waarin ASML een cruciale rol speelt. TSMC heeft dus óf meer tijd nodig, óf meer subsidies – óf beiden. 3. Voor de geopolitiek De afhankelijkheid van Taiwan is al jaren een zwakte in het Amerikaanse defensiebeleid. Het Pentagon gebruikt chips van TSMC in geavanceerde wapensystemen. Een Chinese aanval op Taiwan – of zelfs slechts een blokkade – zou Amerikaanse productie stilleggen. Trump probeert deze zwakte te neutraliseren door de economie los te koppelen van Taiwan, maar doet dat met het botte zwaard van importtarieven, terwijl de industrie vraagt om fijnzinnige industrialisatiepolitiek. Bovendien kan zo’n tarief als een provocatie worden opgevat door China, dat Taiwan als afvallige provincie beschouwt. Dit dreigt economisch nationalisme te transformeren in geopolitieke confrontatie. En Europa dan? De Europese chipindustrie is kleinschaliger maar strategisch. ASML , leverancier van EUV-machines zonder welke geavanceerde chips niet gemaakt kunnen worden, levert zowel aan TSMC als Intel. Als productie naar de VS verhuist, kan ASML profiteren: de vraag naar hun machines groeit. Maar op de korte termijn blijft Taiwan cruciaal. Een verstoring van TSMC betekent ook vertragingen in leveringen voor ASML , wat invloed heeft op hun eigen omzet en winstgevendheid. Bovendien geldt: wat Trump doet in de VS, kopiëren Europese politici vaak met een paar jaar vertraging. Denk aan het Europees Chips Act, dat €43 miljard aan subsidies moet verdelen. Als Trump protectionistisch wordt, is de kans groot dat Brussel volgt. Economische logica of electorale retoriek? Het plan van Trump klinkt in verkiezingstijd lekker: banen terughalen, China (en Taiwan) onder druk zetten, Amerikaanse dominantie herstellen. Maar het negeert de realiteit van een geglobaliseerde waardeketen waarin afhankelijkheden niet zomaar op te heffen zijn met een tarief van 60%. Een dergelijke maatregel zou: Prijzen opdrijven Marges drukken De techsector destabiliseren En uiteindelijk leiden tot hogere inflatie Dit is geen industrieel beleid – het is economische pyromanie. Maar misschien is dat precies het punt. Trump’s importheffing is niet bedoeld als beleid. Het is bedoeld als signaal. Aan zijn achterban, aan China, aan de markt. De boodschap is: ik ben bereid de wereldorde te herschrijven, koste wat kost . En net dat maakt het zo gevaarlijk.
- Jeremy Siegel: Trumps importheffingen zijn de grootste economische fout in 95 jaar tijd
In het kort: Econoom Jeremy Siegel vergelijkt Trumps importheffingen met de rampzalige Smoot-Hawleywet uit 1930. De beurzen kelderen, volgens Siegel stijgt de recessiekans boven de 50%, en zullen bedrijven investeringen uitstellen. Volgens Siegel berusten de heffingen op een fundamenteel misverstand over handel en schaden ze de economie nodeloos. De recente importheffingen van Trump hebben een enorme storm ontketend op de financiële markten. Jeremy Siegel, een gerenommeerd professor aan de Wharton School van de University of Pennsylvania, noemt deze beleidskeuze “de grootste fout in 95 jaar” . Hij vergelijkt de situatie met de Smoot-Hawley Tariff Act van 1930, een maatregel die de Grote Depressie verergerde. Waarom slaat Siegel zo’n harde toon aan? Trump heeft een basistarief van 10% ingesteld op import uit bijna alle landen, met uitschieters zoals 34% op China, 46% op Vietnam en 20% op de Europese Unie. Dit nieuws sloeg in als een bom en de beurzen kelderden direct: Bron: Google Finance Siegel noemt deze marktcorrectie een “self-inflicted wound” . Hij wijst erop dat Trump de les van Smoot-Hawley volledig lijkt te negeren. Die Act uit 1930 verhoogde de importheffingen op meer dan 20.000 goederen, wat leidde tot een handelsoorlog en een wereldwijde economische instorting. “De Federal Reserve leerde destijds van haar fouten en voorkwam een herhaling van de Grote Depressie in 2008 door liquiditeit in de banken te pompen. Waarom Trump dit niet ziet, is mij een raadsel,” aldus Siegel. Om te begrijpen waarom Siegel deze vergelijking trekt, moeten we terug naar 1930. De Smoot-Hawley Tariff Act bracht het gemiddelde importtarief in de VS naar ongeveer 20%. Het idee was om Amerikaanse bedrijven te beschermen, maar het pakte desastreus uit. Andere landen sloegen terug met hun eigen tarieven, de wereldhandel stortte in en de Grote Depressie werd een feit. Totale wereldhandel: Bron: Our World In Data Experts zoals Sarah Bianchi van Evercore ISI wijzen erop dat Trumps nieuwe heffingen dat oude niveau van 1930 overstijgen, met een effectief tarief van 24% – het hoogste in meer dan een eeuw. Fitch Ratings schat zelfs dat het sinds 1909 niet zo hoog is geweest. Gemiddelde importheffing VS: Bron: Evercore ISI Trump zelf lijkt de geschiedenis anders te interpreteren. In een toespraak in het Witte Huis zei hij dat Smoot-Hawley niet het probleem was, maar juist het afschaffen van eerdere, nog hogere heffingen. “Als ze die hadden laten staan, was het een heel ander verhaal geweest,” beweerde hij. Maar de cijfers liegen niet: na Smoot-Hawley kromp de Amerikaanse export en import dramatisch, en de werkloosheid schoot omhoog. VS werkloosheid: Bron: Nomura Siegel waarschuwt dat de kans op een recessie door deze tarieven nu boven de 50% ligt. “Als ze blijven, krijgen we serieuze problemen. Als Trump ze intrekt, ontsnappen we met een groeivertraging,” voorspelt hij. De onzekerheid alleen al is een gif voor de economie. Bedrijven stellen investeringen uit, consumenten worden voorzichtiger, en de handel stagneert. Zelfs als de heffingen over twee weken verdwijnen, zal de naschok nog jaren voelbaar zijn, denkt Siegel. China’s vergelding verergert de zaak. Met een tarief van 34% op Amerikaanse goederen worden exporteurs in sectoren zoals landbouw en technologie hard geraakt. Denk aan boeren of techbedrijven in Silicon Valley – hun aandelen krimpen in rap tempo. En dat is nog maar het begin: Vietnam en de EU overwegen ook tegenmaatregelen, wat een wereldwijde handelsoorlog dichterbij realiseert. Een ander gevolg van de heffingen is dat ze de inflatie zullen aanwakkeren. Importgoederen worden duurder, en dat sijpelt door naar de prijzen van producten in de winkels. Tegelijkertijd verwacht Siegel dat de Federal Reserve de rente zal verlagen om de economie te stutten. “Voorheen dacht ik dat een renteverlaging in mei ondenkbaar was. Nu is die kans enorm gestegen,” zegt hij. Handelaren schatten volgens de CME FedWatch-tool de kans op een renteverlaging van een kwart procentpunt nu op 29%: Bron: Fedwatch Trump rechtvaardigt zijn heffingen met het idee dat het Amerikaanse handelstekort – het verschil tussen wat de VS importeert en exporteert – een probleem is dat moet worden opgelost. Hij legt hogere heffingen op aan landen waarmee de VS een groot tekort heeft, zoals China. Maar Siegel veegt dit argument van tafel. “Zelfs als we alle heffingen afschaffen, blijft er een handelstekort. Het idee dat een tekort per definitie slecht is, klopt gewoon niet,” zegt hij. Landen als China hebben vaak een handelsoverschot, terwijl de VS al decennia een tekort heeft – en toch groeit de Amerikaanse economie gestaag. Trump lijkt te denken dat heffingen dit ‘probleem’ oplossen door import te ontmoedigen en export te stimuleren. Maar in werkelijkheid verhogen ze alleen de kosten voor Amerikaanse consumenten en bedrijven, zonder de balans fundamenteel te veranderen. Siegel noemt het een “fundamentele misvatting” die de economie nodeloos schaadt. Hoe nu verder? Trump houdt de deur op een kiertje voor onderhandelingen. Hij suggereert dat de importheffingen kunnen dalen als andere landen hun beleid aanpassen - en een deal te sluiten. Maar zijn eigen adviseurs spreken dat tegen, wat de verwarring vergroot. Siegel gelooft dat de heffingen niet eeuwig blijven, maar de schade is al aangericht. “Er komen betere dagen,” zegt hij optimistisch, “maar voorlopig zijn er stormen op komst.” Voor beleggers is het een lastige tijd. Siegel adviseert langetermijninvesteerders om koers te houden, maar waarschuwt voor aanhoudende volatiliteit. Jeremy Siegel laat er geen misverstand over bestaan: Trumps tarieven zijn een blunder van jewelste, misschien wel de grootste in bijna een eeuw. Ze dreigen de VS – en daarmee de wereldeconomie – in een recessie te storten, roepen herinneringen op aan de rampzalige Smoot-Hawley-Act en zadelen ons op met inflatie en onzekerheid. Of Trump zijn koers bijstelt, is de grote vraag.