Resultaten gevonden voor lege zoekopdracht
- Obligatierentes schieten omhoog: de rentecurve geeft nu een zeer negatief signaal af
In het kort: De Amerikaanse 10-jaarsrente maakt de grootste wekelijkse sprong in jaren en overschrijdt 4,5%. De rentecurve vertoont een "bear steepener", wat mogelijk duidt op inflatiezorgen én recessiegevaar. Handelsspanningen tussen de VS en China zorgen voor paniekverkopen van obligaties wereldwijd. De Amerikaanse 10-jaarse obligatierente schoot deze week boven de 4,5%, een niveau dat zowel Wall Street als het Witte Huis in spanning houdt. Deze snelle stijging, die in slechts een week meer dan 50 basispunten bedroeg, markeert een van de meest harde sprongen in recente geschiedenis. Achter deze beweging schuilt een complexe mix van handelsspanningen, inflatievrees en verschuivende verwachtingen over de toekomst van de economie. De 10-jaars Treasury-rente, een cruciale maatstaf voor de economische gezondheid van de Verenigde Staten, piekte vandaag naar 4,53%. Ook de 2-jaars rente liet een forse beweging zien, met een stijging van 9 basispunten naar 3,943%. Een basispunt is 0,01%, en rentes bewegen omgekeerd aan de prijs van obligaties. Wanneer beleggers obligaties verkopen, dalen de prijzen ervan en stijgen de rentes. Dit is een van de grootste wekelijkse stijgingen ooit geregistreerd. Normaal gesproken worden Amerikaanse staatsobligaties gezien als een veilige haven in tijden van onzekerheid. Wanneer de markten wankelen, vluchten beleggers vaak naar deze staatsobligaties. Wat de prijzen ervan verhoogt en de rentes juist drukt. Maar deze week gebeurde het tegenovergestelde. Bron: Seeking Alpha Beleggers, waaronder mogelijk centrale banken in landen zoals China en Japan, verkopen massaal Amerikaanse obligaties. Dit wijst op een opmerkelijke verschuiving in vertrouwen. Deze ommekeer roept vragen op over de bredere economische implicaties en de krachten die de markten momenteel sturen. Handelsspanningen Een belangrijke katalysator voor deze onrust is de escalerende handelsoorlog, met name tussen de VS en China. Op woensdag kondigde president Donald Trump een tijdelijke pauze van 90 dagen aan op tarieven voor de meeste landen, waarbij hij de heffingen verlaagde naar een uniforme 10%. China werd echter uitgesloten van deze verlichting. In plaats daarvan zagen Chinese importen de Amerikaanse tarieven stijgen naar een ongekende 145%. Als reactie sloeg China vrijdag terug, door de tarieven op Amerikaanse goederen te verhogen van 84% naar 125%. Deze tit-for-tat escalatie heeft de markten op scherp gezet. Hogere tarieven kunnen de kosten van import en export opdrijven, wat inflatiedruk kan veroorzaken en de economische groei kan vertragen. Beleggers lijken deze risico’s in te prijzen, wat de verkoop van Amerikaanse obligaties en de stijging van de rentes verklaart. De snelheid waarmee dit gebeurt, suggereert dat de markten worstelen met onzekerheid over hoe ver deze handelsoorlog zal gaan en wat de uiteindelijke economische tol zal zijn. De tariefpauze voor andere landen leek een poging om de spanningen te dempen, maar de uitsluiting van China en de daaropvolgende Chinese tegenmaatregelen hebben het vuur alleen maar verder aangewakkerd. Sommige waarnemers suggereren dat de snelle stijging van de obligatierentes de regering-Trump mogelijk heeft gedwongen om de pauze eerder aan te kondigen dan gepland, hoewel ambtenaren beweren dat dit altijd al de strategie was. Kevin Hassett, directeur van Trump’s National Economic Council, merkte op: “Het feit dat de obligatiemarkt ons vertelde ‘hé, het is waarschijnlijk tijd om te bewegen’, heeft zeker een beetje bijgedragen aan dat denken.” Hij benadrukte echter dat de tariefpauze geen paniekreactie was, maar deel uitmaakte van een zorgvuldig gepland proces. Toch blijft de stijgende trend in rentes een bron van zorg, vooral omdat deze de kosten van overheidsschulden en bedrijfsfinancieringen verhogen. De ‘Bear Steepener’ Om de betekenis van deze rentestijgingen te begrijpen, moeten we kijken naar de yieldcurve, een grafiek die de rentes van Amerikaanse staatsobligaties met verschillende looptijden weergeeft. Voor beleggers is deze curve interessant omdat het laat zien hoe de markt de toekomstige economie inschat. In een gezonde economie stijgen de rentes geleidelijk naarmate de looptijd langer wordt, omdat beleggers meer risico zien in de verre toekomst. Dit weerspiegelt de onzekerheid over wat er in de loop van de tijd kan gebeuren. Een standaard rentecurve: Bron: Corporate Finance Institute Maar de huidige yieldcurve vertelt een ander verhaal. Op het moment van schrijven zijn de rentes als volgt: Fed Funds Rate: 4,25% 3-maands: 4,32% 12-maands: 4,03% 2-jaars: 3,95% 5-jaars: 4,16% 10-jaars: 4,49% 30-jaars: 4,88% De huidige rentecurve Bron: ustreasuryyieldcurve.com Deze cijfers laten zien dat korte-termijn rentes hoger zijn dan middellange-termijn rentes, maar lager dan lange-termijn rentes. Dit is ongebruikelijk en wijst op een fenomeen dat bekendstaat als een ‘bear steepener’. Hierbij stijgen lange-termijn rentes sneller dan korte-termijn rentes, wat vaak een teken is van toenemende inflatieverwachtingen of economische onrust. In dit geval lijkt de markt te anticiperen op hogere inflatie, mogelijk als gevolg van de handelsspanningen, of op een economische vertraging in de toekomst. De snelheid van deze verandering is opvallend. Eind december, toen de yieldcurve al signalen van onrust liet zien, waren de verschillen tussen de 2-jaars en 10-jaars rentes aanzienlijk kleiner. Nu is de kloof gegroeid, wat wijst op een verslechtering van de marktverwachtingen. De bear steepener wordt vaak gezien als een waarschuwing voor een mogelijke recessie, omdat beleggers lange-termijn obligaties verkopen in afwachting van hogere rentes of economische problemen. Wat deze beweging extra interessant maakt, is dat de Federal Reserve de beleidsrente sinds december ongewijzigd heeft gelaten op 4,25-4,50%. Normaal gesproken wordt een bear steepener veroorzaakt doordat de Fed de rentes te langzaam verhoogt, waardoor de markt anticipeert op hogere inflatie. Maar nu de Fed de rentes stabiel houdt en zelfs renteverlagingen overweegt voor later dit jaar, lijkt de markt een eigen koers te varen. Beleggers lijken snellere renteverlagingen in te prijzen, mogelijk omdat ze een economische neergang verwachten. Overheidsbeleid De stijgende rentes hebben niet alleen de aandacht van beleggers, maar ook van beleidsmakers. De regering-Trump heeft herhaaldelijk benadrukt hoe belangrijk lage rentestanden zijn voor zijn economische agenda. Toen de 10-jaars rente vorige week kort onder de 4% zakte, werd dit in sommige kringen als een overwinning gevierd. De snelle ommekeer heeft echter voor ongemak gezorgd, omdat hogere rentes de kosten van de overheidsschulden en bedrijfsfinancieringen opdrijven. De obligatiemarkt lijkt een gevoelige snaar te hebben geraakt in het Witte Huis. Sommige analisten suggereren dat de stijgende rentes de regering hebben gedwongen om de tariefpauze sneller aan te kondigen dan gepland, hoewel ambtenaren dit ontkennen. De realiteit is dat lage rentes een hoeksteen vormen van het economische beleid van de regering, en de recente ontwikkelingen vormen een uitdaging voor die strategie. De obligatiemarkt is niet de enige die signalen van onrust afgeeft. De bredere financiële markten zijn ook volatiel, met de VIX – een maatstaf voor marktangst – die recent piekte op niveaus boven de 52, een hoogte die sinds de coronacrisis en de mondiale financiële crisis van 2008 niet meer is gezien. VIX index: Bron: Google Finance Deze volatiliteit weerspiegelt de bredere onzekerheid in de markten. Sommige analisten wijzen op de bear steepener en de stijgende rentes als een voorbode van een recessie. Grote banken zoals JPMorgan en Goldman Sachs schatten de kans op een economische vertraging in de VS binnen het komende jaar op respectievelijk 79% en 65%. Toch is niet iedereen het eens over de ernst van de situatie. Sommige marktdeelnemers zien de huidige onrust als een tijdelijke overreactie, gedreven door de onzekerheid rond tarieven en handelsbeleid. De Federal Reserve lijkt voorlopig vast te houden aan haar huidige koers, met futuresmarkten die geen renteverlagingen voorspellen voor de eerstvolgende vergadering in mei. Dit contrasteert met de obligatiemarkt, die snellere renteverlagingen lijkt in te prijzen, mogelijk als reactie op een verwachte economische vertraging. Bron: CME De snelle stijging van de 10-jaars Treasury-rente en de bredere verschuivingen in de yieldcurve schilderen een beeld van een markt die worstelt met tegenstrijdige signalen. Aan de ene kant is er de dreiging van inflatie, gevoed door handelsspanningen en tarieven. Aan de andere kant groeit de vrees voor een recessie, zoals blijkt uit de toenemende kloof tussen korte en lange rentes. De handelsbeslissingen van de regering-Trump, gecombineerd met de reacties van landen zoals China, hebben een kettingreactie teweeggebracht die de markten blijft opschudden. De bear steepener en de stijgende rentes suggereren dat beleggers zich voorbereiden op een onzekere toekomst, waarin inflatie en economische vertraging beide reële risico’s zijn. Tegelijkertijd blijft de Federal Reserve een kalme speler, die geen haast lijkt te hebben om de rentes te verlagen. De markten zijn volatiel, en beleggers, beleidsmakers en analisten houden de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Of de stijgende rentes een tijdelijk fenomeen zijn of het begin van een diepere economische verschuiving, zal de komende maanden moeten blijken.
- Waarom dit Cathie Wood aandeel 23,84% stijgt vandaag
In het kort: FDA schrapt dierproeven : De Amerikaanse toezichthouder vervangt dierproeven door AI-modellen en menselijke celmodellen voor nieuwe medicijnen, beginnend met monoklonale antilichamen. Recursion Pharmaceuticals stijgt met +23,84% : Beleggers prijzen het AI-platform van Recursion, dat profiteert van deze verschuiving in testmethoden. Toekomstkansen en risico’s : Ondanks de koersstijging is Recursion nog verlieslatend. De samenwerking met grote farmabedrijven en Nvidia biedt echter lange termijn potentieel. De koers van Recursion Pharmaceuticals (NASDAQ: RXRX) explodeerde vandaag met bijna +24% tot het hoogste niveau in maanden. Aanleiding: een beleidswijziging van de Amerikaanse FDA die verstrekkende gevolgen heeft voor de hele farmaceutische sector. De toezichthouder wil dierproeven uitfaseren en maakt de weg vrij voor AI-gebaseerde methoden bij het testen van nieuwe medicijnen. De koers van Recursion Pharmaceuticals de afgelopen 5 dagen: Bron: CNBC Wat heeft de FDA precies gezegd? Op donderdag maakte de FDA bekend dat zij vanaf nu inzet op “effectievere, mensgerelateerde methodes” om medicijnen te testen. Dit zijn onder andere: AI-computational models (kunstmatige intelligentie die toxiciteit voorspelt) Organoïden en menselijke celmodellen (miniorgans in het lab) De wijziging geldt in eerste instantie voor monoklonale antilichamen — een miljardenmarkt — maar zal op termijn worden uitgebreid naar andere medicatiecategorieën. Er komt ook een pilotprogramma waarbij bedrijven een strategie mogen volgen waarin dierproeven grotendeels achterwege blijven . Recursion is geen onbekende naam in biotech, maar wel een relatief kleine speler . Het bedrijf is gespecialiseerd in AI-gedreven drug discovery en heeft een van de grootste biomedische datasets ter wereld opgebouwd: meer dan 60 petabyte aan data. Ter vergelijking: dat is ongeveer 30 miljoen keer zoveel data als in een gemiddelde smartphone past . Deze verandering van de FDA opent nu de deur voor Recursion om een veel grotere rol te spelen in het ontwikkelingsproces van nieuwe medicijnen . Tot nu toe waren de modellen van Recursion aanvullend op traditionele dierproeven — straks kunnen ze misschien de standaard worden . Recursion werkt al samen met een aantal grote namen in de farmacie: Partner Type samenwerking Bayer AI-gestuurde ontdekking van nieuwe moleculen Sanofi Onderzoek naar neurologische ziekten Roche/Genentech Ontwikkeling van oncologische therapieën Merck KGaA Focus op zeldzame ziektes Daarnaast kreeg het bedrijf eerder al een investering van Nvidia , dat samen met Recursion werkt aan het versnellen van moleculaire simulaties op GPU’s. Nvidia heeft niet alleen geld ingebracht, maar ook technologie. “Door AI in te zetten voor preklinisch onderzoek kunnen ontwikkelkosten met tientallen procenten dalen”, aldus analisten van Jefferies , in een rapport van eind 2024. Maar... let op de risico’s Hoewel de koersstijging spectaculair is, moet niet worden vergeten dat Recursion Pharmaceuticals nog steeds verlies draait . De onderneming zit momenteel met haar meest geavanceerde kandidaat nog in fase 1/2 van klinische testen , wat betekent dat er nog geen enkel goedgekeurd medicijn op de markt is. In het laatste kwartaal rapporteerde het bedrijf: Omzet : $12 miljoen (voornamelijk uit samenwerkingen) Nettoverlies : $71 miljoen R&D-kosten : $63 miljoen (een stijging van 21% jaar-op-jaar) Deze cijfers maken duidelijk dat Recursion voorlopig afhankelijk blijft van externe financiering , ondanks de aantrekkelijke technologie. De aankondiging van de FDA heeft een bredere schokgolf veroorzaakt. Terwijl bedrijven die afhankelijk zijn van dierproeven zoals Charles River Laboratories (CRL) en Inotiv (NOTV) onder druk kwamen te staan, schoten AI-gedreven biotechbedrijven omhoog. Hieronder een overzicht van opvallende stijgers op de beurs: Aandeel Dagelijkse koerssprong Recursion (RXRX) +23,84% Schrödinger (SDGR) +15,2% Ginkgo Bioworks (DNA) +10,9% Absci (ABSI) +17,3% De stap van de FDA betekent dat AI niet langer alleen een hype is in biotech , maar nu een structurele rol gaat spelen in de regulatoire toetsing van medicijnen . Dat zou kunnen leiden tot snellere goedkeuringen, lagere ontwikkelkosten én uiteindelijk lagere medicijnprijzen. Voor de belegger die niet bang is voor risico , biedt Recursion Pharmaceuticals een unieke positie aan het begin van een fundamentele omslag in hoe medicijnen worden getest. De steun van Nvidia en de grote farmapartners zijn geruststellend, maar het bedrijf brandt cash in hoog tempo . Voorzichtige beleggers blijven voorlopig aan de zijlijn staan, maar wie gelooft in de kansen van AI in de gezondheidszorg, ziet hier wellicht de beginfase van een biotechrevolutie ..
- Dit techaandeel noemen analisten een koopje
In het kort: Dit techaandeel wordt door analisten op Wall Street gezien als een koopje, met een gemiddeld koersdoel van $124,51 , wat een potentieel rendement van bijna 84% betekent vanaf de huidige koers van $67,70 . Toch daalt het aandeel recent fors door angst voor nieuwe Amerikaanse importtarieven en een mogelijke recessie, ondanks sterke kwartaalcijfers en een herstellende geheugenmarkt. De cijfers laten een spectaculair herstel zien: omzetgroei van 38% en een verviervoudiging van de winst per aandeel. Maar is dat genoeg om het koersherstel te rechtvaardigen? Micron Technology (NASDAQ: MU) wordt door veel analisten bestempeld als een koopje. De gemiddelde verwachting op Wall Street ligt op $124,51 per aandeel , wat betekent dat beleggers die vandaag instappen vanaf de huidige koers van $67,70 volgens analisten kunnen rekenen op een potentieel rendement van bijna 84% .. Sommige analisten gaan nog verder: het hoogste koersdoel ligt op $200 , terwijl het laagste koersdoel slechts $60 bedraagt (met een huidige koers van rond de $67). De vraag is dus: heeft de markt ongelijk of zien analisten iets wat anderen nog niet durven in te prijzen? Het gemiddelde koersdoel van analisten: Bron: CNBC Fundamenteel gezien is Micron de laatste twaalf maanden razendsnel hersteld. Na een rampjaar in 2023, waarin het bedrijf nog een nettoverlies van $5,83 miljard leed bij een omzetdaling van 40%, wist het in FY2024 alweer een winst van $778 miljoen te realiseren. Die positieve trend zet zich door in het lopende boekjaar. DRAM en NAND zijn samen goed voor 99% van Micron’s omzet, waarbij DRAM (76%) duidelijk de groeimotor is. De NAND-divisie liet op kwartaalbasis wel een dip zien van -17% , wat leidde tot een daling in de brutomarge met 1,6% naar 37,9% . Toch bleef de EBIT-marge met 24,9% stevig overeind. De resultaten de afgelopen jaren: Bron: Yahoo Finance In het tweede kwartaal van FY2025 kwam de omzet uit op $8,05 miljard , een groei van 38% ten opzichte van een jaar eerder. De brutomarge verdubbelde bijna van 18,5% naar 36,8% , terwijl de aangepaste winst per aandeel toenam van $0,42 naar $1,79 . Vooral de vraag naar AI-geheugenoplossingen zoals HBM3E en DDR5 DRAM zorgt voor deze winstexplosie. De winstmarge ontwikkeling van Micron: Bron: Yahoo Finance Een belangrijke technische kanttekening: HBM vereist 3 tot 4 keer zoveel silicium per bit als reguliere DRAM. Naarmate Micron meer wafercapaciteit toewijst aan HBM-productie, ontstaat er schaarste in andere segmenten zoals DDR5 — wat de prijsdruk op DRAM structureel verlaagt . Deze capaciteitsverschuiving ondersteunt zowel de omzet als de marges voor de komende jaren. Micron kiest er dus voor om meer wafercapaciteit te besteden aan dure, winstgevende HBM-geheugenchips. Daardoor ontstaat er schaarste in goedkopere DRAM zoals DDR5, wat de prijzen van die producten opdrijft. Het bedrijf verhoogt zijn marges en omzet, simpelweg door anders te kiezen wat het produceert. Volgens analisten is de omzetverwachting voor FY2025 inmiddels bijgesteld naar $35,42 miljard , een groei van 41% ten opzichte van FY2024. De verwachte winstgroei (EPS) is nóg indrukwekkender: meer dan 5x stijging dit jaar , gevolgd door 59% extra groei in FY2026 . Een belangrijk signaal van structurele verandering: de bijdrage van datacenters aan de totale omzet verdubbelde van 25% naar 55% in één jaar. Micron profiteert hier als een van de weinige geïntegreerde producenten van geheugenchips die nog in eigen fabrieken produceert. Het bedrijf is daarmee niet alleen technologisch leidend, maar ook geopolitiek strategisch interessant. Dankzij de CHIPS Act ontvangt Micron meer dan $6 miljard aan overheidssteun en is het momenteel bezig met de bouw van de grootste chipfabriek in de VS ooit. Het meest opvallend is Micron’s CapEx-plan van $14 miljard voor FY2025 . Veel beleggers zien dit als risicovol, gezien de cyclische aard van de markt. Maar volgens het management is het juist een strategische zet om marktaandeel in HBM te veroveren, nu de vraag naar AI-geheugens explodeert. Volgens Micron zal de totale HBM-markt in 2025 $35 miljard overschrijden, wat betekent dat het bedrijf zijn marktaandeel in deze categorie gelijk wil trekken met dat in DRAM. “We verwachten in 2025 marktpariteit te bereiken in HBM, en dankzij de hogere verkoopprijzen zullen de marges verder verbeteren,” aldus het management tijdens de laatste earnings call, wat betekent dat het een gelijk marktaandeel wil halen in de HBM markt als in de DRAM markt. De koers van Micron sinds de beursgang: Bron: CNBC Toch daalde het aandeel de afgelopen weken fors. Beleggers reageren vooral op het recente handelsbeleid van president Trump, die met zijn "Liberation Day"-tarieven de chipsector opnieuw onder druk zet. Hoewel ongepakte chips zoals DRAM technisch gezien zijn uitgezonderd, vallen eindproducten en componenten waar deze chips in verwerkt worden wél onder de nieuwe importheffingen. Dit heeft geleid tot een algemene kapitaalvlucht uit de halfgeleidersector, waarbij ook Micron slachtoffer werd. De VanEck Semiconductor ETF daalde maar liefst 16% , wat het bredere negatieve sentiment onderstreept: Bron: CNBC Micron is deels afhankelijk van productie in Azië – onder andere in Japan en Taiwan – en zou dus geraakt kunnen worden door verstoringen in de keten. Toch is het juist dit risico dat Micron tegelijkertijd ook een unieke positie geeft. Als enige Amerikaanse producent van DRAM met binnenlandse fabrieken heeft het bedrijf namelijk een voordeel ten opzichte van fabless concurrenten. De waardering lijkt inmiddels losgekoppeld van de realiteit. Met een koers-winstverhouding van ongeveer 13 op trailing earnings oogt Micron opmerkelijk goedkoop voor een techbedrijf dat profiteert van een structurele AI-golf. De vraag is alleen of beleggers op korte termijn bereid zijn door het ruis van geopolitiek en rentebeleid heen te kijken. “Micron heeft nu de beste concurrentiepositie in zijn geschiedenis,” zei CEO Sanjay Mehrotra recent. De geschiedenis leert dat halfgeleideraandelen vaak een bodem bereiken ruim vóór de economie als geheel herstelt. In eerdere cycli, zoals in 2015 en 2019, werd Micron ook genegeerd, totdat de winstcijfers en marges te overtuigend werden om te negeren. Datzelfde lijkt zich nu te herhalen, alleen is het decor ditmaal anders: AI, datacenters en strategische productiecapaciteit in eigen land. Maar, een aandeel als Micron Technology brengt, ondanks sterke groeivooruitzichten, hoe je het ook wend of keert aanzienlijke risico’s met zich mee — typisch voor cyclische technologiebedrijven in de halfgeleidersector. Het grootste risico is de vraagvolatiliteit : de geheugenchipmarkt kent extreme pieken en dalen, waarbij periodes van overproductie en prijsdruk kunnen leiden tot forse winstdalingen, zoals in 2023 toen Micron een verlies van $5,83 miljard rapporteerde. Daarnaast is het bedrijf blootgesteld aan geopolitieke spanningen , met productie- en toeleveringsketens in Azië die gevoelig zijn voor handelsoorlogen en sancties, zoals blijkt uit de recente Amerikaanse importheffingen. Ook is er het risico van technologische disruptie : als concurrenten zoals Samsung of SK Hynix sneller innoveren in nieuwe geheugentechnologieën zoals HBM of DDR6, kan Micron marktaandeel verliezen. Ten slotte is er het macroeconomisch risico : stijgende rente, een omgekeerde rentecurve of een recessie kunnen de kapitaaluitgaven van klanten in de datacenter- of consumentenelektronica-sector flink drukken, wat directe gevolgen heeft voor Micron’s omzet en marges. Wie de markt vertrouwt, ziet in Micron een risicovol aandeel met veel geopolitieke haken en ogen. Maar wie de cijfers en toekomstplannen vertrouwt, ziet een bedrijf dat midden in een structurele supercyclus zit en met gezonde marges en winstgroei wellicht klaar is voor de volgende fase, we gaan het zien!
- Dit bekende tech-aandeel is zelden zo goedkoop geweest
In het kort: Een van de grootste AI- en advertentiebedrijven ter wereld noteert momenteel tegen een historisch lage waardering, ondanks sterke winstgroei en marktdominantie. Naast zoekverkeer en advertenties groeit ook de clouddivisie hard, en wint het bedrijf terrein met AI-oplossingen zoals Gemini en geplande overnames in cybersecurity. De combinatie van schaal, kaspositie, AI-integratie en lage waardering maakt dit aandeel interessant voor beleggers die voorbij het korte termijn sentiment durven kijken. Terwijl beleggers zich massaal terugtrekken uit tech door geopolitieke onzekerheid en importtarieven van president Trump, krijgt een van de sterkste AI-spelers ter wereld opvallend weinig liefde van de markt. Alphabet — het moederbedrijf van Google — handelt momenteel tegen een koers-winstverhouding van slechts 17 keer de verwachte winst voor 2025. Dat is niet alleen ruim onder het gemiddelde van de afgelopen jaren, maar ook fors goedkoper dan zowel de S&P 500 (19,4x) als de Nasdaq 100 (23,4x). En dat terwijl Alphabet nog altijd marktleider is in search, miljarden genereert met advertenties én agressief investeert in de volgende golf: AI. Het grootste risico dat beleggers lijken te prijzen, is dat AI-chatbots zoals ChatGPT of Claude het traditionele zoekverkeer onder druk zetten. Begrijpelijk, want meer dan de helft van Alphabets omzet komt nog steeds uit Google Search. Maar dat beeld verdient nuancering. Alphabet heeft zelf al stappen gezet met AI Overviews — een slimme mix van AI-gegenereerde antwoorden én klassieke zoekresultaten met advertenties. De eerste resultaten tonen dat gebruikerservaring en monetisatie nauwelijks achterblijven ten opzichte van reguliere zoekopdrachten. Met 90% marktaandeel in search heeft Alphabet bovendien een ongekende schaalvoorsprong en dat betekent: enorm veel data, feedbackloops en adverteerders die blijven terugkomen zolang Google verkeer blijft genereren. Waar veel beleggers blijven hangen bij de advertentietak, vergeten ze vaak dat Alphabet een snelgroeiende AI- en cloudtak aan het bouwen is. Google Cloud Platform (GCP) groeit nog altijd met meer dan 25% per jaar, en is inmiddels goed voor ruim $43 miljard omzet. En belangrijker: de operationele winst van deze divisie is aan het versnellen. In het afgelopen jaar verdrievoudigde de winst van GCP, wat aantoont dat schaalbaarheid en efficiency eindelijk op gang komen. Binnen GCP speelt AI een steeds grotere rol, bijvoorbeeld met Gemini — het eigen taalmodel van Alphabet dat nu al is geïntegreerd in Workspace, Android en de zoekmachine. Daarnaast bouwt Alphabet aan een stevige technologische infrastructuur om zijn AI-ambities te ondersteunen. In 2025 investeert het bedrijf naar verwachting $75 miljard aan kapitaaluitgaven, voornamelijk gericht op datacenters, AI-hardware en cloudinfrastructuur. Dat is geen vrijblijvende gok, maar een bewuste keuze vanuit een sterke kaspositie en vrije kasstroom van tientallen miljarden per jaar. De financiële slagkracht van Alphabet is enorm: meer dan $23 miljard aan contanten op de balans, geen zware schuldenlast, en nog steeds een nettowinstmarge van boven de 20%. Wat Alphabet écht uniek maakt is de combinatie van platforms die elkaar versterken. Google Search is nog altijd de grootste informatie-ingang ter wereld, YouTube blijft het dominante videoplatform met meer dan 2,7 miljard maandelijkse gebruikers, en Android beheerst het mobiele ecosysteem in opkomende én volwassen markten. Deze schaal zorgt voor netwerkeffecten die lastig zijn te repliceren. Meer gebruikers genereren meer data, wat leidt tot betere AI, betere aanbevelingen en uiteindelijk meer advertentie-inkomsten. Tegelijk wordt Alphabet langzaam maar zeker actiever op het gebied van monetisatie buiten advertising. Denk aan abonnementen bij YouTube Premium, het Workspace-aanbod voor bedrijven, of de potentiële overname van cloudbeveiligingsbedrijf Wiz voor $32 miljard. Als die deal doorgaat, wordt Alphabet in één klap een veel grotere speler in zakelijke security — een segment dat door AI-integratie enorm groeit. Wat deze hele situatie interessant maakt, is de waardering. Alphabet handelt nu tegen ongeveer 16,6x de verwachte winst voor 2025 — het laagste niveau in meer dan twee jaar, en ver onder de langjarige gemiddelden. Tegelijk blijft de winst naar verwachting met zo’n 11,5% per jaar groeien, en blijft de omzetgroei stevig op +11%. Vergelijk dat eens met de bredere markt: de S&P 500 groeit minder hard, maar wordt wel duurder verhandeld. Als Alphabet weer gewaardeerd zou worden zoals voorheen (rond de 20x–25x winst), betekent dat een koerspotentieel van 30% tot 45% — zónder dat het bedrijf daarvoor iets spectaculairs hoeft te presteren. Alleen al het herstellen van vertrouwen zou voldoende zijn. Het is makkelijk om Alphabet te zien als een oude techreus die onder druk staat van nieuwe AI-spelers. Maar dat is te kort door de bocht. Alphabet is zélf een AI-bedrijf, met diepe wortels in zoekverkeer, cloudinfrastructuur en miljarden aan gebruikersdata. De innovaties van Gemini, de groeiversnelling bij Google Cloud en de sterke balans maken van Alphabet niet alleen een overlever, maar mogelijk een van de winnaars van het AI-tijdperk.
- Wat betekent de handelsoorlog met China voor Apple?
In het kort: Apple komt in zwaar weer door de handelsoorlog tussen de VS-China, met torenhoge importtarieven en oplopende tegenmaatregelen. De productieketen zit nog diep in China verankerd, waardoor kosten kunnen stijgen en prijsverhogingen voor consumenten dreigen. Ondanks een koersdaling van 22% sinds het begin van het jaar, houden analisten vertrouwen in Apple, maar wijzen ze op grote risico’s en toenemende onzekerheid. De handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China is de afgelopen dagen steeds verder geëscaleerd, en de gevolgen daarvan zullen merkbaar gaan worden voor technologiebedrijven zoals Apple. Met de recente verhoging van importtarieven op Chinese goederen met maar liefst 125% (naar een totaal van 145%), staat Apple komende tijd voor aanzienlijke uitdagingen. Afhankelijkheid van China Apple’s productie is sterk afhankelijk van China, waar het grootste deel van de iPhones, Macs en andere apparaten wordt geassembleerd. Hoewel het bedrijf stappen heeft gezet om deze afhankelijkheid te verminderen – bijvoorbeeld door ongeveer 14% van zijn iPhone-productie naar India te verplaatsen, met plannen om dat dit jaar te verhogen naar 25% – blijft China een cruciale schakel. De nieuwe tarieven op Chinese import maken het duurder om deze producten naar de Verenigde Staten te brengen, wat gevolgen heeft voor zowel de kostenstructuur van Apple als consumenten. Daarnaast is er de dreiging van tegenmaatregelen vanuit China zelf. Als reactie op de Amerikaanse tarieven zou de Chinese overheid Apple kunnen onderzoeken of beperkingen kunnen opleggen, om zo de eigen technologiebedrijven te bevoordelen. Dit zou de verkoop in China, een van Apple’s grootste markten, kunnen schaden. Een directe consequentie van de tarieven is dat de kosten voor Apple stijgen. Analisten zijn het er niet volledig over eens hoe het bedrijf hiermee om zal gaan. Sommigen, zoals Cherry Ma van Macquarie Equity Research, stellen dat prijsverhogingen onvermijdelijk zijn. Zij voorspelt dat de iPhone 17-serie wereldwijd 13% tot 21% duurder kan worden, met nog grotere stijgingen voor andere producten: Macs mogelijk 32% tot 43%, iPads 21% tot 28%, en AirPods en Apple Watches 13% tot 20%. Dit zou volgens haar samenhangen met een strategie om prijzen wereldwijd gelijk te trekken, mede door nieuwe functies zoals verbeterde camera’s en een slanker ontwerp. Anderen, zoals Erik Woodring van Morgan Stanley, zien een andere aanpak. Hij suggereert dat Apple de klap kan opvangen door productie in India te versnellen en consumenten te sturen naar duurdere iPhone-modellen met hogere marges. In dit scenario zouden de gemiddelde verkoopprijzen stijgen, maar zou een specifieke iPhone, zoals de 256GB iPhone 17 Pro, dezelfde prijs kunnen houden als zijn voorganger ($1.099). Verkoopcijfers De iPhone-verkopen vormen de ruggengraat van Apple’s omzet, maar de verkoopcijfers laten al langer een gemengd beeld zien. In de eerste kwartaalresultaten van 2025 werd melding gemaakt van zwakke iPhone-verkopen, hoewel de inkomsten uit diensten – zoals abonnementen en aftermarket-services – toenemen. De tarieven kunnen deze trend versterken door de vraag te drukken. In de VS kunnen hogere prijzen leiden tot minder aankopen, terwijl wereldwijd de onzekerheid rond de handelsoorlog het vertrouwen van consumenten schaadt. Daar komt bij dat Apple’s nieuwste iPhone sterk leunt op kunstmatige intelligentie als verkoopargument. Dit brengt echter ook risico’s met zich mee, zoals regelgevende obstakels in markten als Europa en China, waar strengere wetten rond AI de introductie kunnen vertragen of beperken. Ondertussen worden Apple-producten al jaren als evolutionair in plaats van revolutionair gezien, wat de drang om elk jaar te upgraden vermindert – zeker als de prijzen stijgen. Wat zeggen de analisten over het aandeel? Het aandeel Apple (NASDAQ:AAPL) heeft dit jaar zware klappen gekregen. Sinds begin 2025 is het met zo´n 22% gedaald, en na de aankondiging van de hogere tarieven op China verloor het op één dag 10%. Koersdaling Apple afgelopen jaar: Bron: Google Finance Toch zien analisten nog steeds potentieel. Met een gemiddeld koersdoel van $240, wat een stijging van 25% zou betekenen vanaf de huidige koers. Dit klinkt aantrekkelijk, maar blijft natuurlijk een schatting: vooral met de huidige volatiliteit kan het aandeel komende tijd alle kanten opgaan. Apple wordt vaak als een ‘buy’ beoordeeld door analisten, met de kanttekening van de combinatie van tarieven, recessierisico’s en een al uitdagende waardering die de upside in toom houdt. Bron: CNBC Productie en toeleveringsketen Apple’s strategie om productie te verschuiven naar landen als India biedt enige verlichting, maar een snelle verplaatsing naar de VS of andere regio’s lijkt niet realistisch. Analisten wijzen erop dat de toeleveringsketen en infrastructuur in Azië – met name in China en India – te diep geworteld zijn. Landen in Zuidoost-Azië, die lagere tarieven hebben, missen nog de capaciteit en geschoolde arbeidskrachten om Apple’s productie op grote schaal over te nemen. Dit betekent dat het bedrijf voorlopig vastzit aan Azië als zijn belangrijkste productieregio, met alle risico’s van dien. De handelsoorlog met China legt Apple een mix van uitdagingen en kansen op. Hogere tarieven verhogen de kosten en kunnen daardoor inflationair zijn, terwijl een afnemend consumentenvertrouwen en zwakkere iPhone-verkopen de groei onder druk zetten. Tegelijkertijd blijft de financiële basis solide, en analisten zien nog steeds ruimte voor koersstijging, al is die gepaard met forse risico’s. Hoe Apple deze storm doorkomt, hangt af van zijn vermogen om productie aan te passen, innovatie te versnellen en de wereldwijde markt te blijven bedienen.
- Cathie Wood kocht zojuist deze twee tech-aandelen
In het kort: Cathie Wood kocht deze week stevig bij in twee AI-leiders terwijl de markt in paniek raakte: haar focus ligt op lange termijn groei, niet op korte termijn angst. Ze ziet Nvidia als dé ruggengraat van het wereldwijde AI-ecosysteem, met sterke marges, dominantie en nieuwe stappen richting quantum-AI. Ook Amazon noemt ze ondergewaardeerd, dankzij de winstgevende groei van AWS als AI-platform voor bedrijven wereldwijd. Terwijl de beurs in paniek raakt, blijft Cathie Wood kalm. Waar anderen vluchten voor vuur, loopt zij er recht op af. De oprichter van Ark Invest staat bekend om haar eigenzinnige stijl: ze jaagt niet op hype, maar op innovatie — juist wanneer de markt tijdelijk de rug toekeert. En dat is precies wat ze deze week deed. Terwijl wereldwijde spanningen oplaaien en nieuwe importheffingen van president Trump de beurzen onder druk zetten, greep Wood haar kans. In plaats van te verkopen, kocht ze stevig bij in twee AI-giganten die volgens haar zwaar ondergewaardeerd zijn: Nvidia en Amazon. Haar aanpak is helder: denk in jaren, niet in weken. En als de markt wordt gedomineerd door angst? Dan is het tijd om te kopen. Aandeel 1: Nvidia: Dat Cathie Wood deze week bijna 190.000 Nvidia-aandelen toevoegde aan haar ARK Innovation ETF , mag dan bescheiden lijken (0,7% van het fonds), de timing is opvallend. Want Nvidia is niet zomaar een tech-bedrijf: het ís de motor onder het AI-ecosysteem zoals we dat nu kennen. Nvidia begon ooit als fabrikant van grafische kaarten voor gamers, maar is intussen uitgegroeid tot dé architect van AI-infrastructuur wereldwijd. Hun chips — van de H100 tot de nieuwste Blackwell GB200 — vormen het kloppend hart van AI-modellen zoals ChatGPT, Google Gemini en Claude. Het CUDA-ecosysteem (de software-laag van Nvidia) zorgt voor enorme switching costs. Ontwikkelaars bouwen hun hele AI-stack op Nvidia-software, wat overstappen naar andere chipmakers veel minder aantrekkelijk maakt. Wie nu AI bouwt, bouwt op Nvidia — er is nauwelijks een alternatief dat schaal en snelheid combineert zoals zij dat doen. Nvidia combineert bovendien brute omzetgroei met extreme marges. In 2024 haalde het bedrijf een omzet van $130 miljard en een brutomarge van bijna 75%. Dat is absurd hoog in hardwareland, en wordt deels verklaard door het feit dat Nvidia inmiddels niet alleen chips verkoopt, maar complete AI-systemen — inclusief software, networking en enterprise-oplossingen. Het is die bundeling die klanten binnenhaalt én vasthoudt. Tegelijk is Nvidia al bezig met de volgende golf: quantum computing. Het nieuwe onderzoekslab in Boston is geen speeltuin, maar onderdeel van een strategisch plan om AI-supercomputers te koppelen aan toekomstige quantumchips. Wie straks quantum + AI weet te combineren, bouwt aan de infrastructuur van het volgende digitale tijdperk. Het aandeel handelt momenteel rond 21x forward earnings — een halvering ten opzichte van begin dit jaar. Voor een bedrijf met deze dominantie, marge en groeipotentie is dat ongebruikelijk laag. Wood ziet dat als een asymmetrische kans: het neerwaarts risico lijkt beperkt, terwijl de opwaartse potentie enorm blijft. Aandeel 2: Amazon Amazon lijkt op het eerste gezicht minder ‘AI-first’ dan Nvidia. Maar volgens Cathie Wood is dat een misverstand. Achter de schermen is Amazon Web Services (AWS) bezig zich te ontpoppen tot dé AI-leverancier voor de massa. Daarom kocht ARK Invest deze week 7.520 extra aandelen Amazon bij — en dat in een fonds waarin Amazon al een top-15 positie inneemt. AWS is de grootste cloudprovider ter wereld, met een jaarlijkse omzet van $115 miljard. Binnen dat ecosysteem biedt Amazon alles wat AI-bedrijven nodig hebben: high-end Nvidia-chips, eigen AI-processors zoals Trainium en Inferentia, modeltraining-as-a-service én een snelgroeiend softwarepakket voor machine learning. Bedrijven hoeven alleen maar in te pluggen en kunnen direct AI-oplossingen draaien. Belangrijker nog: AWS is rendabel. Waar veel AI-bedrijven nog moeten bewijzen dat ze geld kunnen verdienen, haalt Amazon miljarden aan vrije kasstroom uit zijn cloudactiviteiten. En met het oplopen van AI-integratie in sectoren als zorg, financiën, e-commerce en overheid, lijkt de rol van AWS alleen maar toe te nemen. De retailtak van Amazon wordt vaak als log en kapitaalintensief beschouwd, maar is voor AWS een goudmijn. De cashflow uit e-commerce financiert de lange termijn uitbouw van de cloud. En dankzij eigen fulfilment, Prime, en logistieke automatisering houdt Amazon zijn marges verrassend stabiel. Amazon handelt momenteel op 26x forward earnings — fors lager dan de 38x van eerder dit jaar. Voor een bedrijf met zo’n dominante positie in cloud én e-commerce, én stevige AI-plannen, is dat een aantrekkelijke prijs. Vooral als je gelooft in schaal, netwerk-effecten en de opkomst van AI als motor van groei.
- Moet Michael Saylor miljarden aan bitcoin gaan verkopen?
In het kort: MicroStrategy (nu “Strategy”) heeft $5,91 miljard aan niet-gerealiseerde verliezen op bitcoin in 2025 en kampt met grote schulden, maar hoeft voorlopig nog niet te verkopen. Drie scenario’s kunnen het bedrijf wél dwingen tot een verkoop vanaf 2026 : structurele BTC-daling, renteverplichtingen op schulden en dividendbetalingen op preferente aandelen. Zowel bitcoin als het aandeel MSTR stegen na Trump’s tariefpauze , maar dit is mogelijk een tijdelijke adempauze — fundamenteel is er weinig veranderd. Twee scenario’s waarin dat wél moet – en één waarin het niet hoeft Sinds Michael Saylor zijn softwarebedrijf MicroStrategy (tegenwoordig: Strategy) omvormde tot een soort beursgenoteerd bitcoinfonds, draait alles om één strategie: bitcoin kopen, vasthouden en nooit verkopen. Maar de vraag die steeds vaker opduikt, is: kan hij die belofte wel waarmaken? Michael Saylor bleeg afgelopen maanden flink bijkopen, tot laatste week: Bron: SaylorTracker De aanleiding is een SEC-melding (Form 8-K) van vorige week waarin het bedrijf openlijk meldt dat het “mogelijk verplicht is om bitcoin te verkopen om aan uitgaven te voldoen”. Daarmee bevestigt het iets wat beleggers al langer vrezen: dat verkoop van bitcoin niet langer uitgesloten is — zelfs al blijft Saylor publiekelijk beweren dat hij zijn private keys liever “verbrandt als hij sterft”. Het Form 8-K document dt de vele vragen heeft opgeroepen: Bron: SEC De zorgen komen niet uit de lucht vallen. MicroStrategy bezit volgens Arkham Intelligence ruim $41 miljard aan bitcoin , maar heeft ook $8,2 miljard aan uitstaande schulden en zit momenteel op $5,91 miljard aan niet-gerealiseerde verliezen voor 2025 . Wat beleggers nu langzaam doet nadenken wat er gebeurt met Micro Strategy in het geval dat Bitcoin wellicht niet exponentieel stijgt zoals Saylor lijkt te verwachten. De Bitcoin positie van Micro Strategy: Bron: Treasuries.Bi tbo Laten we de feiten onder de loep nemen aan de hand van drie mogelijke scenario’s: Scenario 1: Bitcoin blijft dalen — en dat doet pijn Als bitcoin verder daalt tot onder de gemiddelde aankoopprijs van MicroStrategy (rond de $67.000), dan verliest het bedrijf zowel balanswaarde als onderpand . Dat laatste is cruciaal: Strategy heeft BTC als onderpand gebruikt voor meerdere leningen. Als de waarde onder bepaalde collateral-niveaus duikt, dreigen margin calls . Dan móet er verkocht worden. Daarnaast schrijft het bedrijf zelf in zijn rapporten: “Zonder toegang tot gunstige financiering via aandelen of leningen, kunnen we verplicht zijn BTC te liquideren om aan onze verplichtingen te voldoen.” Ook operationele kosten, zoals salarissen en juridische verplichtingen, moeten in dollars betaald worden. Als bitcoin onvoldoende stijgt en het bedrijf niet genoeg andere inkomsten of cashflows genereert, moet er worden verkocht om die kosten te dekken. Scenario 2: Dividenddruk en renteverplichtingen Strategy heeft naast gewone aandelen ook preferente aandelen (STRK en STRF) uitstaan, met dividendverplichtingen van respectievelijk 8% en 10% per jaar . Deze uitkeringen zijn perpetueel — ze blijven bestaan zolang de aandelen uitstaan. Daarnaast moet het bedrijf op zijn schulden jaarlijks rente betalen. Die loopt op in de honderden miljoenen per jaar. Volgens de SEC-filing van april 2025: “We kunnen verplicht zijn bitcoin te verkopen om rente, dividenden en operationele uitgaven te dekken.” Als de renteverplichtingen of dividendbetalingen stijgen, of als de koers van BTC verder daalt, dan is verkoop onvermijdelijk, tenzij er nieuwe financieringsrondes worden opgezet — wat op zichzelf weer kan leiden tot aandelenverwatering en koersdruk. Scenario 3: Geen verkoop nodig – zolang bitcoin (of het sentiment) meewerkt De huidige beursrally en de tijdelijke verlichting door de pauze in Trump’s handelstarieven geven Strategy even lucht. Het aandeel MSTR steeg mee met de markt , en bitcoin zelf won terrein. Als deze trend doorzet en bitcoin boven de $70.000 blijft, is het goed mogelijk dat Strategy gewoon kan blijven doorrollen: Het bedrijf kan nieuwe aandelen uitgeven op hogere niveaus De BTC-waarde stijgt, waardoor schulden relatief kleiner worden Het sentiment rondom “bitcoin als bedrijfsstrategie” herstelt In dat geval hoeft er geen verkoop plaats te vinden, zeker niet vóór 2026. Pas tussen 2028 en 2032 moet Strategy daadwerkelijk aflossen op zijn $8,2 miljard aan hoofdsom: Bron: SEC Michael Saylor is al jaren de grootste bitcoin-evangelist in de financiële wereld. Zijn boodschap is helder: “ Wie het meeste BTC heeft, wint. ” Maar geloof alleen betaalt geen rente.. Strategy is een van de zwaarst geleveragde bedrijven op de cryptomarkt en kan op een gegeven moment wél gedwongen worden te verkopen, ondanks alle retoriek. Het risico is vooral structureel, niet acuut. Nu is er nog tijd, zeker met de tijdelijke marktrally. Maar als bitcoin opnieuw hard daalt, is verkoop niet langer een keuze — maar een financiële noodzaak. Beleggers doen er goed aan om te beseffen: MicroStrategy is geen techbedrijf meer, maar een hefboom op bitcoin. En net als bij elke hefboom, kan dat spectaculair eindigen — omhoog of omlaag..
- Recorddag op Wall Street: Maar wat nu?
In het kort: Trump pauzeert de tarieven en stelt een universeel invoertarief van 10% in voor 90 dagen. Dit leidt tot historische koerswinsten op Wall Street. China wordt extra hard geraakt: de tarieven op Chinese goederen stijgen naar 125%, terwijl China op zijn beurt de importheffingen op Amerikaanse producten opvoert naar 84%. De markten reageren euforisch, maar de vraag is of dit blijvend is. Woensdag brak de euforie los op Wall Street. De aanleiding: een onverwachte aankondiging van president Trump dat hij de net ingevoerde zogeheten reciprocal tariffs voor 90 dagen pauzeert en vervangt door een uniforme 10%-heffing op importgoederen uit bijna alle landen. De reactie van de markten: S&P 500 : +9,52% — grootste dagwinst sinds 2008 Nasdaq : +12,16% — op één na sterkste dag ooit Dow Jones : +7,87% Stoxx 600 (Europa) : aanvankelijk -3,5% op woensdag, maar herstelt donderdagochtend met +7% bij opening De Nasdaq gisteren: Bron: Nasdaq Niet onbelangrijk: 30 miljard aandelen wisselden woensdag van eigenaar — een absoluut record in 18 jaar tijd. Trump hintte eerder op de tarieven pauze via Truth Social met de woorden: “BE COOL! Everything is going to work out well. THIS IS A GREAT TIME TO BUY!!!” Volgens minister van Financiën Scott Bessent was de tijdelijke terugtrekking dan ook “het plan vanaf het begin”. Maar wat betekent dit voor beleggers en de wereldeconomie? De uitkomst hangt sterk af van hoe het beleid zich de komende maanden ontwikkelt. Daarom schetsen ik hieronder twee scenario’s , die in de breedte op dit moment het meest waarschijnlijk zijn: Scenario 1: Tijdelijke opleving – de euforie verdwijnt snel De huidige koerssprongen doen denken aan eerdere relief rallies uit het verleden. Tijdens de dotcomcrash in 2001 steeg de Nasdaq op een dag met 14,17%. In 2008 kende Wall Street meerdere dagen met stijgingen boven de 10%, midden in een recessie. Het fenomeen kreeg de naam dead-cat bounce — een tijdelijke opleving in een dalende markt. De basis onder de huidige stijging is nog zwak: De pauze is slechts 90 dagen . Trump heeft de tarieven op Chinese goederen verhoogd naar 125% — een duidelijke escalatie. China verhoogt zijn tegenheffingen van 34% naar 84% . De Europese Unie bereidt tegenmaatregelen voor die op 15 april van kracht worden, met een tweede golf op 15 mei . Bedrijven blijven intussen in de knel. Steve Greenspon (CEO van Honey-Can-Do International) noemt de situatie: “Crushing, disappointing, saddening, frustrating.” Zijn bedrijf had juist productie verplaatst naar Vietnam om China te vermijden — maar ook die importen vallen nu onder het 10%-tarief. Verplaatsen naar de VS is volgens hem onmogelijk door hoge loonkosten en gebrekkige infrastructuur. Gevolg: Als er binnen 90 dagen geen diplomatiek doorbraak komt, vervallen de tijdelijke tarieven en keert de onzekerheid terug. Dan dreigt deze stijging slechts een intermezzo te zijn in een verder neerwaartse trend. Scenario 2: Structurele ontspanning – diplomatie wint Als Trump deze pauze gebruikt om werkelijk tot handelsakkoorden te komen met belangrijke partners — inclusief de EU en mogelijk zelfs China — dan kan dit het begin zijn van een structurele de-escalatie. De uniforme 10%-heffing is aanzienlijk milder dan de eerder voorgestelde 25% tot 125% tarieven, en biedt ruimte voor heronderhandeling van bestaande deals. Mogelijke implicaties bij dit scenario: Stabieler handelsklimaat voor Amerikaanse importeurs en producenten. Herstel van supply chains , vooral voor bedrijven die de productie hadden verplaatst uit China. Versterking van het marktsentiment , dat leidt tot hernieuwde investeringsbereidheid op Wall Street. De STOXX 600 veerde donderdagochtend al op met +7% — een teken dat beleggers in Europa ook hoop koesteren op een structurele verbtering in deze uit de hand gelopen handelsoorlog. Als deze hoop werkelijkheid wordt, kan de rally van woensdag het begin zijn van een langere opwaartse beweging. De verlaging van de tarieven fungeert dan als katalysator voor marktherstel — en niet als symptoom van paniek in een bearmarkt. Tot slot: 90 dagen vol risico én potentie De komende drie maanden worden beslissend. De markt rekent nu op diplomatiek succes — maar de geschiedenis leert dat dergelijke optimisme snel kan omslaan. De huidige rally is dus óf het begin van een bredere heropleving, óf een klassieke valstrik voor te enthousiaste beleggers. Wat vaststaat: Trump heeft met één maatregel de markten in beweging gekregen. Of dat ook het vertrouwen op langere termijn zal herstellen, hangt volledig af van wat er ná deze 90 dagen gebeurt.
- Dit is waarom de beurs ondanks alles tòch explodeert nu
In het kort: Trump verhoogt de importheffingen op Chinese goederen van 104% naar 125% , maar kondigt een 90 dagen-pauze aan voor andere landen met een tijdelijk tarief van 10%. Beurzen reageren positief , ondanks recessiezorgen van JPMorgan en winstwaarschuwingen van Walmart. China en EU slaan terug met eigen heffingen , maar de tijdelijke verlichting voor 75 landen lijkt paniek op de markten te temperen. De Amerikaanse beurzen schoten woensdag omhoog, ondanks het oplaaien van de handelsoorlog tussen de VS en China. De directe aanleiding: president Trump verhoogde de tarieven op Chinese goederen per direct naar 125% , maar verraste met een diplomatiek gebaar richting de rest van de wereld: een 90 dagen durende pauze voor andere landen, en een tijdelijk gereduceerd tarief van 10% . De S&P 500 na dit nieuws: Bron: CNBC De cijfers: wie betaalt de rekening? De verhoging van het tarief op Chinese goederen van 104% naar 125% betekent een directe prijsstijging voor importeurs en uiteindelijk ook voor consumenten. Ter vergelijking: onder president Biden lagen de gemiddelde tarieven op Chinese producten rond de 19% . De verhoging komt dus neer op een prijsverviervoudiging in vergelijking met pre-Trump-tarieven. China reageerde met een spiegelactie: een tarief van 84% op Amerikaanse goederen vanaf 10 april. Volgens de Chinese minister van Handel betreft dit een "proportionele vergelding", gericht op sectoren als landbouw, halfgeleiders en auto-onderdelen. De EU kondigde ondertussen ook tegenmaatregelen aan, maar liet nog geen specifieke percentages los. Beurzen schieten omhoog: paradox of logica? Dat de aandelenmarkten juist omhoog schoten – na dagen van dalingen – lijkt tegenintuïtief, maar is verklaarbaar. Beleggers focussen namelijk niet alleen op de harde verhoging richting China, maar vooral op de tijdelijke ademruimte voor de rest van de wereld. Trump schreef in een post: “More than 75 countries have called... I have authorized a 90-day PAUSE, and a substantially lowered Reciprocal Tariff during this period, of 10%.” Die pauze biedt multinationals lucht, vooral bedrijven als Apple, Nike, en General Motors, die afhankelijk zijn van wereldwijde toeleveringsketens. Impact op bedrijven: Walmart trekt outlook in Toch is niet iedereen gerust. Walmart trok zijn winstverwachting voor het eerste kwartaal in, met als expliciete reden de "onvoorspelbaarheid van de importheffingen". Het concern gaf eerder aan dat een toename van tarieven met 25 procentpunten leidt tot een gemiddelde prijsstijging van 4% op producten zoals elektronica, kleding en speelgoed . Dat is geen verrassing. Uit data van de Peterson Institute for International Economics blijkt dat bij eerdere tariff rounds van Trump (2018-2019), de consument ongeveer 93% van de kostenstijging zelf betaalde via hogere prijzen. Dit effect wordt vermoedelijk nog groter bij een tarief van 125%. Recessiezorgen en politieke schade JPMorgan-topman Jamie Dimon waarschuwde ondertussen dat een recessie "een waarschijnlijke uitkomst" is als deze tariefmaatregelen aanhouden. Ook politieke schade blijft niet uit: Trumps goedkeuringsscore daalde naar 43% , terwijl 51% van de Amerikanen zijn beleid afwijst. Vooral opvallend: 56% van de ondervraagden vindt dat Trump “te ver is gegaan”. Volgens het Economist/YouGov -onderzoek verloor Trump vooral steun bij onafhankelijke kiezers en mensen met een lager inkomen – precies de groepen die het meeste last hebben van stijgende prijzen. Waarom stijgt de beurs dan toch? Marktanalisten wijzen op twee hoofdfactoren: Verlichting voor niet-Chinese handel De 90-dagen pauze wordt gezien als een kans voor diplomatie. Voor bedrijven met een internationale footprint betekent het dat ze leveringsketens nog kunnen aanpassen of voorraden kunnen inkopen voor de echte klap komt. Trump hint op onderhandelingsbereidheid De toon van de aankondiging – hoe hard ook richting China – bevat diplomatieke openingen. Dat wekt hoop dat het conflict alsnog langs diplomatieke weg kan worden opgelost. Wat betekent dit voor ons als beleggers? De rally op de markten is voor nu een tijdelijke opluchting, geen trendbreuk. Belangrijk is dat: Kosten voor bedrijven stijgen , vooral bij een aanhoudende escalatie. Inflatie kan opnieuw oplopen , net nu centrale banken hun rentebeleid versoepelen. Consumentenvertrouwen onder druk komt te staan , zeker bij stijgende winkelprijzen. Op korte termijn lijkt Trump te scoren door onderhandelingsruimte te creëren. Maar op de middellange termijn hangt zijn beleid aan een zijden draadje: als China en de EU hun tegenmaatregelen doorzetten, dreigt een domino-effect van prijsstijgingen, vertraging van de groei, en zelfs recessie. En in dat scenario verliest iedereen, dus de hoop is er natuurlijk onder beleggers dat dat scenario afgewend kan worden!
- Is het slim nu aandelen te kopen? Dit zeggen de cijfers
In het kort: De Amerikaanse aandelenmarkt is in twee dagen met 10,5 procent gedaald, de vierde ergste daling in vier decennia. Historisch gezien volgen op zulke marktcorrecties vaak sterke herstelrally’s. Gemiddeld stegen aandelenmarkten met ruim 36 procent in de twaalf maanden na een vergelijkbare crash. Marktstrategen zoals Keith Lerner van Truist waarschuwen tegen paniekverkopen en wijzen op de kans dat markten binnenkort een technisch herstel doormaken. Beleggers die zich de afgelopen dagen hebben laten overdonderen door de forse correctie op de Amerikaanse aandelenmarkt, krijgen met terugwerkende kracht een belangrijke les voorgeschoteld: paniek verkoopt slecht, maar biedt historisch gezien koopkansen. De S&P 500 daalde afgelopen donderdag en vrijdag met maar liefst 10,5 procent. Dat is de vierde grootste tweedaagse daling sinds 1980, volgens gegevens van BMO Capital Markets. Alleen Black Monday in 1987, de financiële crisis van 2008 en de coronapaniek in maart 2020 kenden scherpere correcties: Bron: Truist De directe aanleiding ligt in de onverwachte herinvoering van agressieve importtarieven door president Donald Trump, en de vergeldingsmaatregelen die daarop volgden vanuit China. De financiële markten schrokken zichtbaar: de vrees voor een recessie of, erger nog, stagflatie (lage groei gecombineerd met hoge inflatie), werd ineens zeer reëel. Toch leert de geschiedenis dat zulke scherpe dalingen zelden het einde betekenen. Integendeel: uit data van BMO blijkt dat de gemiddelde koersstijging in de twaalf maanden ná soortgelijke crashes op 36,3 procent ligt: Bron: Truist Keith Lerner, hoofdstrateeg bij Truist, kwam tot een vergelijkbare conclusie. In alle drie de voorgaande gevallen waarin de markt binnen twee dagen fors onderuit ging, vond binnen twaalf handelsdagen een herstelrally plaats van tussen de 9 en 15 procent. Dat is niet niets. Volgens Lerner is dit dan ook “niet het moment om in paniek te verkopen.” Juist nu zijn beleggers geneigd tot emotionele beslissingen, terwijl fundamentele waarderingen deels al gecorrigeerd zijn. De S&P 500 de afgelopen 5 jaar: Bron: CNBC Het huidige koersverlies van de S&P 500 bedraagt inmiddels 19 procent ten opzichte van de piek. Volgens Lerner valt dit binnen het historische patroon: bij een recessie verliezen aandelen gemiddeld 29 procent, met een mediane daling van 24 procent. Met andere woorden: de markt heeft nu al een fors deel van het recessiescenario ingeprijsd. Volgens Lerner ligt de kans op een daadwerkelijke recessie op 50 procent, dus nog zeker geen voldongen feit. Als er inderdaad geen recessie komt, of slechts een milde, dan zijn aandelen op het huidige niveau relatief goedkoop geworden. Belangrijk is echter om de context niet te verliezen. Lerner stelt nadrukkelijk dat hij niet verwacht dat de markt op korte termijn weer naar nieuwe recordhoogtes gaat. Hij voorziet een volatiele periode waarin optimisme en pessimisme elkaar snel zullen afwisselen. De markten zijn nu in de greep van wat hij noemt een ‘strijd tussen angst en hebzucht’. Deze plotselinge omslag van euforie naar paniek – een fenomeen dat vaker optreedt bij geopolitieke of economische schokken – kan net zo snel weer omslaan naar opportunisme zodra beleggers het gevoel krijgen dat ‘het ergste’ achter de rug is. Wat betekent dit concreet voor ons als beleggers? Voor wie belegt met een horizon van drie jaar of langer, biedt de huidige correctie historisch gezien een aantrekkelijk instapmoment. De belangrijkste voorwaarde: het vermogen om volatiliteit uit te zitten. Wie nu instapt moet rekenen op nog meer koersschommelingen en negatieve krantenkoppen. Maar juist daarin ligt de kern van succesvol beleggen: kopen wanneer anderen bang zijn. De les uit eerdere crises – van 1987 tot aan 2020 – is telkens dezelfde. De belegger die anticyclisch denkt, wordt op termijn vaak beloond. Een verstandige strategie in deze markt is gespreid instappen, ook wel bekend als dollar cost averaging. In plaats van in één keer volledig in de markt te stappen, koop je gespreid over meerdere weken of maanden. Zo verminder je het risico dat je op het verkeerde moment instapt. Daarnaast blijft het belangrijk om te focussen op kwalitatieve aandelen en breed gespreide ETF’s zoals de S&P 500, Nasdaq of MSCI World. Deze bieden toegang tot een groot aantal bedrijven en zijn historisch gezien robuuster tijdens herstelperiodes. Hoewel niemand met zekerheid kan zeggen of de bodem al is bereikt, hoe graag ik dat ook zou willen, geven de cijfers wel richting. Het lijkt erop dat de markt inmiddels een groot deel van het slechte nieuws heeft ingeprijsd. Voor beleggers met geduld en discipline kan dit een van die zeldzame momenten zijn waarop angst een koopkans oplevert. Niet zonder risico, maar wel met potentieel. Wat zeker is is dat er komende tijd een waarschijnlijk volatiele periode aankomt, waar op alles voorbereid moeten zijn.
- Apple in zwaar weer: Dit bedrijf neem de kroon over
In het kort: Microsoft is opnieuw het meest waardevolle beursgenoteerde bedrijf ter wereld, met een marktwaarde van $2,64 biljoen, na een forse koersdaling bij concurrent Apple. Apple verloor in vier dagen 23% aan waarde, deels door Trump’s nieuwe importtarieven die de kwetsbaarheid van Apple's supply chain blootleggen. Microsoft blijft relatief stabiel ondanks een premium waardering, met een omzetgroei van 12,3% en winstgroei van 10,24% in het laatste kwartaal. Microsoft (MSFT) heeft zich opnieuw gekroond tot het meest waardevolle beursgenoteerde bedrijf ter wereld, met een beurswaarde van $2.640 miljard als we kijken naar de slotkoers van dinsdag 8 april. Daarmee laat het Apple (AAPL) achter zich, dat inmiddels is weggezakt naar een beurswaarde van $2.590 miljard . De koers van Apple aandelen: Bron: Macrotrends De aanleiding: een spectaculaire koersval bij Apple van -23% in slechts vier handelsdagen , tegenover een beperktere daling van -7% bij Microsoft . De bredere techmarkt, vertegenwoordigd door de Nasdaq Composite, verloor in dezelfde periode 13% , getriggerd door de importheffingen van president Trump op Chinese goederen en de tegenmaatregelen vanuit Beijing. Met de nieuwe 104% importheffing op Chinese goederen dreigt de iPhone van populaire tech-gadget naar luxeproduct te evolueren. Een iPhone 16 Pro Max, momenteel nog $1.199, kan door de tarieven tot wel $1.549 kosten – een stijging van 29% zonder enige upgrade. Voor een toestel dat grotendeels in China wordt geproduceerd, is dit een directe dreun voor zowel Apple als de consument. Productie naar de VS verplaatsen klinkt politiek lekker, maar economisch is het onrealistisch: een iPhone ‘Made in America’ zou volgens analisten tot $3.500 kunnen kosten. Daarom versnelt Apple nu zijn productie in India, waar de tariefdruk een stuk lager ligt. De smartphone-industrie zit klem tussen politieke spierballentaal en keiharde marges – en de consument betaalt de prijs. Apple heeft in drie dagen tijd, vlak voor de importheffingen, vijf vliegtuigen vol iPhones en andere producten van India naar de VS gevlogen om de nieuwe 10% tarieven van de Amerikaanse overheid te omzeilen. Door deze zet kan Apple de prijzen nog even stabiel houden en consumenten beschermen tegen prijsstijgingen. Deze voorraadopbouw biedt Apple tijdelijk respijt, maar roept natuurlijk veel vragen op over de langetermijnstrategie in een steeds complexer handelslandschap. De verschuiving van productie naar India benadrukt de zoektocht naar stabielere productiehubs te midden van geopolitieke spanningen. De handelsstrijd tussen de VS en China dwingt techgiganten tot snelle en innovatieve aanpassingen om competitief te blijven. De onderliggende reden voor het verschil in koersdaling ligt dus overduidelijk in de supply chain van Apple , die extreem afhankelijk is van China, India, Vietnam en Brazilië. Juist landen die nu geraakt worden door de verhoogde tarieven. Apple’s zware productiebelangen in deze regio’s maken het bijzonder gevoelig voor geopolitieke spanningen. Microsoft is hier beter tegen bestand. Volgens analisten van Jefferies is het bedrijf “meer geïsoleerd tegen macro-economische druk” dankzij zijn focus op software en clouddiensten, die minder fysieke productie vereisen. Die digitale focus maakt het aantrekkelijker voor beleggers in onzekere tijden. De cijfers: solide kwartaal, maar afkoelende groei Ondanks alle geopolitieke onrust liet Microsoft in het tweede kwartaal van boekjaar 2025 nog solide cijfers zien: Cijfer Waarde Groei jaar-op-jaar Omzet $69,63 miljard +12,3% Winst (netto) $24,11 miljard +10,24% Winst per aandeel (EPS) $3,23 Boven verwachting AI-omzet $13 miljard (jaarlijks) Niet afzonderlijk gerapporteerd in % Intelligent Cloud $25,54 miljard +19% Azure (subset) n.n.b. +31% (t.o.v. 33% in Q1) Hoewel de resultaten de verwachtingen overtroffen, was het groeitempo van omzet en winst lager dan in voorgaande kwartalen. Vooral de vertraging in Azure-groei van 33% naar 31% baarde sommige beleggers zorgen. De vooruitzichten voor Q3 (verwachte omzet tussen $67,7 - $68,7 miljard) zijn bovendien aan de lage kant, wat duidt op verwachte druk op enterprise spending. De FWD P/E waarderingen van de MAG-7: Bron: Ycharts Hoewel Microsoft relatief stabiel blijft ten opzichte van concurrenten, is het aandeel niet goedkoop . Zelfs Amazon (28,15x) en Apple (27,79x) noteren net iets lager. Alleen Tesla is nog duurder. De huidige forward P/E-ratio ligt op 28,3x , ook hoger dan andere MAG7-aandelen zoals: Meta (21,02x) Alphabet (17,02x) Nvidia (22,5x) De aandelenkoers van Microsoft: Bron: Macrotrends Waarom blijft Microsoft dan toch relatief gezien sterk overeind? 1. Een vlucht naar ´quality in tech´ In een beursklimaat waarin de Nasdaq in een bear market zit en de S&P 500 op het randje van een correctie balanceert, zoeken beleggers naar stabiele, winstgevende techbedrijven . Microsoft – met zijn sterke positie in de enterprise markt, AI-platforms, en clouddiensten – is daarvoor bij uitstek geschikt. 2. Bundeling en platformstrategie Microsoft’s kracht zit in de bundeling van diensten – zoals Office 365 met Azure en AI-diensten – wat een aantrekkelijke prijs/waarde verhouding oplevert voor bedrijven die hun IT-budget onder druk zien staan. Dit “sticky” platform maakt het moeilijk voor klanten om over te stappen, waardoor de omzet stabiel blijft. 3. Geografische spreiding en flexibiliteit Met 50% van de omzet buiten de VS is Microsoft wel degelijk gevoelig voor geopolitieke risico’s, maar CEO Satya Nadella heeft alvast besloten om de expansie van datacenters te vertragen. Dit getuigt van strategisch aanpassingsvermogen in tijden van onzekerheid. De markt prijst Microsoft momenteel nog in als een “veilige haven” in tech, maar de verwachtingen zijn hoog gespannen . Analisten rekenen op een versnelling van de omzetgroei in de tweede helft van 2025 , maar dat scenario wordt steeds minder zeker met het risico op een wereldwijde recessie en mogelijke verdere escalatie van de handelsoorlog. Toch geldt: zolang Microsoft zijn marges behoudt en zijn bundelstrategie weet te handhaven , blijft het een van de weinige mega-caps die de storm redelijk doorstaan. Beleggers moeten wél rekening houden met volatiliteit en mogelijke correcties, zeker als waarderingen verder onder druk komen te staan. Microsoft’s terugkeer als waardevolste bedrijf ter wereld is een combinatie van relatieve kracht en nog meer de zwakte van Apple . De stevige fundamentele basis van Microsoft, met name in enterprise en cloud, zorgt voor vertrouwen – maar het blijft een aandeel dat je tegen een premium prijs koopt. Voor beleggers in technologie is Microsoft nu een baken van stabiliteit, maar het risico op koersdalingen blijft reëel als het economische tij verslechtert. Het is daarmee geen koopje, maar wel een kwaliteitsspeler in een onrustige markt.
- Waarom China’s handelsoorlog groter en stiller is dan die van Trump
In het kort: China boekte in 2024 een recordhandelsoverschot van bijna $1.000 miljard , waarmee het zijn rol als exportgigant bevestigt. Ondanks Amerikaanse tarieven van meer dan 104% op Chinese goederen , blijft de VS structureel afhankelijk van Chinese toeleveringsketens – direct én indirect via Zuidoost-Azië. De enorme schaal, efficiency en staatssteun achter China’s industrie – met name batterijen – maken een snelle ‘ontkoppeling’ simpelweg onmogeljik. China staat op een economisch kruispunt, maar buigt absoluut niet zomaar in de handelsoorlog. In 2024 boekte het land een recordhandelsoverschot van $1.000 miljard – bijna een verdubbeling sinds 2019.. Deze dominantie in wereldhandel is precies waarom de hernieuwde handelsoorlog met Donald Trump, die in zijn tweede termijn als president wederom China viseert, zo moeilijk te winnen is. De surplus van China: Bron: econovis Volgens Vincent Vicard van denktank CEPII is het simpel: “De schaal waarop China domineert is ongezien in de moderne geschiedenis.” Het gaat niet alleen om textiel of speelgoed – China levert 50% van de wereldexport voor 730 van de 5.000 gecategoriseerde productgroepen . In de EU zijn dat er 240, in de VS slechts 90. Lees dat nog eens je beseft je wat voor een enorme shift Amerika probeert in te zetten. VS voert tarieven op tot 104%, maar de ‘supply chain’ blijft Chinees Trump heeft zoals we allemaal weten en gemerkt hebben op de beurs, zijn “Liberation Day Tariffs” ingevoerd: een algemene 10%-heffing op alle handelspartners , en extra heffingen op China die de totale tarieven op meer dan 104% brengen. Maar daarmee is de Chinese overmacht nog niet gebroken. Trump en zijn nieuwe handelstarieven op 2 april; Bron: Brendan Smialowski Handel met de VS (2024): Export uit China naar VS : $525 miljard Import naar China vanuit VS : $164 miljard → Surplus : +$361 miljard En zelfs als China minder rechtstreeks naar de VS exporteert, loopt veel nog via Zuidoost-Azië : Vietnam: +$99 miljard surplus voor China Thailand: +$38 miljard Mexico: +$71 miljard Chinese onderdelen worden geëxporteerd naar landen als Mexico of Vietnam, geassembleerd tot eindproducten en dan alsnog naar de VS verscheept. Dit maakt een directe handelsbalans misleidend. Volgens Brad Setser (Council on Foreign Relations) is het werkelijke Chinese aandeel in de Amerikaanse import zelfs nog vele malen hoger dan cijfers suggereren. Nergens is China’s industrieel overwicht zo duidelijk als in de batterijensector , essentieel voor elektrische auto’s en energieopslag, hun aanwezigheid in deze markt is immens: Bron: Financial Times Enkele harde, en voor Amerika pijnlijke, cijfers: 75% van alle lithium-ion batterijen wereldwijd komt uit China (IEA) Gemiddelde batterijprijs in China: 30% lager dan in de EU, 20% lager dan VS CATL, wereldmarktleider, heeft sinds 2014 een jaarlijkse groeirate van 110% Eigen grondstofverwerking (2023) : 50% cobalt, nikkel, lithium, fosfaat in-house In de regio Guangdong werken duizenden fabrieken samen in een zogeheten “whole dragon”-keten . Van plastic onderdelen tot cathodes en anodes – alles binnen een straal van een paar honderd kilometer. Hierdoor dalen prijzen, worden innovatiecycli korter en ontstaan schaalvoordelen die buitenlandse concurrenten simpelweg niet kunnen evenaren. Wat gebeurt er buiten de VS? China’s overschot ten opzichte van andere regio’s is net zo indrukwekkend: Regio Export (miljard $) Surplus EU $516 +$247 India $102 +$102 Verenigd Koninkrijk $79 +$59 Mexico $89 +$71 Daartegenover staan tekorten met grondstoffenlanden: Land Import Export Saldo Australië $141 $71 –$70 (ijzererts) Brazilië –$44 (sojabonen) Taiwan –$143 (halfgeleiders) Sommige landen reageren al op het Chinese overschot: Mexico wil importtarieven herzien op kleding en schoenen Indonesië vreest massale ontslagen in textiel Rusland voerde importheffingen in op auto’s uit China Indië en Brazilië dienden WTO-klachten in tegen dumpprijzen van Chinees staal en chemicaliën Maar China wijst elke beschuldiging van “oversupply” van de hand. Volgens economen van Rhodium Group schuilt hier een dieper probleem: China’s binnenlandse consumptie blijft achter , terwijl productie blijft groeien. Hierdoor moet China blijven exporteren. Maar met zwakke wereldwijde vraag komt het systeem onder druk. China’s exportmachine rust op een fundament van: Decennialange staatssteun en industriebeleid Hypercompetitieve markten met schaalvoordelen Verticale integratie tot in grondstoffen Lage lonen en hoge arbeidsparticipatie Zelfs met torenhoge tarieven blijven andere landen afhankelijk van Chinese toeleveringsketens. Zoals Michael Pettis (Carnegie Endowment) stelt: “Zonder een lagere Amerikaanse consumptie en overheidstekorten, verplaatst de importstroom zich gewoon, maar verdwijnt niet.” De structurele onbalans tussen sparen in China en spenderen in de VS is de kern van het probleem – niet alleen het surplus. Wat we nu zien, is geen ‘trade war’, maar simpelweg een poging tot herverkaveling van mondiale productie en macht. China zal zich misschien aanpassen, mogelijk meer investeren in fabrieken buiten eigen land, maar het opgeven van zijn rol als exportreus? Daar lijkt geen sprake van. Daarvoor zijn de belangen te groot – en de cijfers te dwingend, en voor China staat er veel te veel op het spel.