Tech-CEO’s reageren op DeepSeek en de toekomst van AI
- Michiel Vermeulen
- 1 feb
- 6 minuten om te lezen
In het kort:
DeepSeek’s doorbraak schudt de AI-markt op, met claims van een veel goedkopere en efficiëntere AI-technologie, wat veel paniek veroorzaakte op de beurs.
Techgiganten reageren verdeeld, met Microsoft dat DeepSeek’s technologie snel integreert, OpenAI dat belooft met betere modellen te komen, en Palantir dat waarschuwt voor geopolitieke risico’s en de dreiging van technologische achterstand.
AI-agents veranderen het speelveld, doordat ze taken autonoom kunnen uitvoeren en mogelijk de noodzaak voor extreme rekenkracht verminderen, wat op termijn de vraag naar dure GPU’s zoals die van Nvidia kan beïnvloeden.
De AI-industrie werd deze week opgeschrikt door een onverwachte storm. DeepSeek, een tot voor kort onbekende Chinese AI-startup, veroverde in recordtijd de top van Apple’s App Store en bracht een schokgolf teweeg in Silicon Valley. Met claims dat hun R1-model slechts $6 miljoen heeft gekost om te ontwikkelen—een schijntje vergeleken met de miljarden die Amerikaanse bedrijven als OpenAI en Google investeren—werd de markt nerveus. Aandelen van Nvidia en Broadcom kelderden met 17%, en beleggers verloren in één dag $800 miljard aan marktwaarde.
Maar terwijl de beurs in paniek raakte, reageerden tech-CEO’s met een mengeling van erkenning, nuchterheid en een vleugje competitiegeest. Microsoft-CEO Satya Nadella sprak over echte innovaties, Apple’s Tim Cook benadrukte het belang van efficiëntie en OpenAI’s Sam Altman gaf toe dat het duidelijk een goed model was. Toch waren er ook zorgen: Palantir-CEO Alex Karp waarschuwde dat de VS harder en sneller moet rennen om zijn AI-voorsprong te behouden.
De timing van DeepSeek’s explosieve entree in de AI-markt kon bijna niet opvallender zijn. Terwijl big tech zich klaarmaakte voor het kwartaalcijferseizoen en Trump zijn tweede termijn begon met een groots AI-investeringsplan, was de discussie over AI’s toekomst dominant in boardrooms en op Wall Street. Dit zette de gevestigde namen in de sector onder druk om hun positie te heroverwegen en strategische aanpassingen te maken.
Een van de meest opmerkelijke reacties kwam van Meta-CEO Mark Zuckerberg. Hoewel hij erkende dat DeepSeek een belangrijke ontwikkeling is, temperde hij de verwachtingen. “Het is waarschijnlijk te vroeg om te zeggen wat dit betekent voor de bredere AI-infrastructuur en kapitaaluitgaven,” zei hij tijdens de earnings call van Meta. Tegelijkertijd liet hij er geen twijfel over bestaan dat Meta serieus blijft investeren in AI, met plannen om tussen de $60 miljard en $65 miljard te besteden aan de verdere uitbreiding van zijn computing-infrastructuur in 2025. Dit is een duidelijk signaal dat de AI-wedloop allesbehalve voorbij is.

Microsoft zag ondertussen kans om zich direct in de discussie te mengen. Nadella kondigde aan dat DeepSeek’s R1-model binnenkort beschikbaar zou zijn op Microsoft’s Copilot+ PC’s en via Windows. Hiermee probeert Microsoft de opwinding rondom DeepSeek direct te integreren in zijn eigen AI-strategie. Dit onderstreept hoe snel techgiganten inspelen op marktverschuivingen en proberen concurrentievoordelen te behouden.
Hoewel DeepSeek’s doorbraak indrukwekkend is, zijn er sterke twijfels over de daadwerkelijke kosten van het project. Een rapport van onderzoeksfirma SemiAnalysis schat dat de totale kosten van DeepSeek’s technologieontwikkeling eerder ruim boven de $500 miljoen liggen dan de geclaimde $6 miljoen. Dit zet vraagtekens bij de ware kostenbesparing van het model en hoe schaalbaar het werkelijk is.
OpenAI’s Sam Altman reageerde op X met een duidelijke boodschap: “We zullen duidelijk nog veel betere modellen leveren.” Zijn boodschap was helder: DeepSeek is een geduchte speler, maar OpenAI en zijn Amerikaanse concurrenten zijn niet van plan zich zomaar uit het veld te laten slaan. Hij omschreef de situatie als een “game-on competitie,” maar waarschuwde dat de Amerikaanse techindustrie zich niet in paniek moet laten brengen. Concurrentie dwingt immers tot snellere innovatie en efficiëntere ontwikkeling.
Misschien wel de meest felle reactie kwam van Palantir-CEO Alex Karp. In een interview met CNBC waarschuwde hij dat AI niet per definitie “goed” is en dat de VS moet waken voor een technologische achterstand. “We moeten erkennen dat technologie een bedreiging kan vormen in de verkeerde handen,” zei Karp. Hij riep op tot een “all-country effort” om te zorgen dat de VS dominant blijft in AI-ontwikkeling.
Palantir, dat al jaren software en systemen levert aan defensie-instanties, heeft de afgelopen tijd een ongekende groei doorgemaakt. Het aandeel steeg in 2024 met maar liefst 425% en is inmiddels bijna $200 miljard waard. Karp ziet de opkomst van DeepSeek niet alleen als een technologische uitdaging, maar ook als een geopolitieke wake-upcall. Hij waarschuwt dat als de VS niet versneld investeert in AI en technologieontwikkeling, het risico loopt dat andere grootmachten, zoals China, de koppositie overnemen.
Volgens Karp is het cruciaal dat de VS zowel op bedrijfsniveau als op overheidsniveau strategische stappen zet. De recente initiatieven van de regering-Trump om AI-investeringen te stimuleren en de rol van Amerikaanse bedrijven in AI-ontwikkeling te versterken, zouden hierin een rol kunnen spelen. Toch blijft de vraag: is dit voldoende om de snelle vooruitgang van concurrenten zoals DeepSeek te pareren?
Terwijl de aandacht de afgelopen weken vooral uitging naar de spectaculaire entree van DeepSeek in de AI-wereld en de bijbehorende beurscorrectie, speelt er op de achtergrond wel een belangrijke fundamentele verschuiving. Lange tijd waren grote taalmodellen (LLMs) zoals ChatGPT en Gemini de dominante AI-technologieën. Maar nu AI zich razendsnel ontwikkelt, lijken deze modellen steeds meer op een commodity. Bedrijven kunnen ze eenvoudig kopiëren, optimaliseren en goedkoper aanbieden.
DeepSeek R1 is hiervan het meest recente en opvallende voorbeeld. Dit Chinese AI-model, dat een fractie van de kosten zou hebben van vergelijkbare westerse modellen, liet zien hoe snel de markt kan kantelen. Alibaba kondigde kort daarna zelfs een eigen concurrerend LLM aan. Hierdoor groeit de angst dat bedrijven minder afhankelijk worden van dure AI-hardware zoals Nvidia’s GPU’s, wat beleggers massaal deed verkopen.
Tegelijkertijd verschuift de focus in de AI-wereld steeds verder naar AI-agenten. Waar LLMs zich beperken tot het genereren van tekst en afbeeldingen op basis van input van de gebruiker, kunnen AI-agenten zelfstandig taken uitvoeren en complexe processen automatiseren. Dit is een fundamentele verandering die het verdienmodel van AI-bedrijven kan herdefiniëren.
Het verschil tussen een traditioneel LLM en een AI-agent zit in de mate van autonomie. Waar ChatGPT en Bard vooral reageren op gebruikersvragen, kunnen AI-agenten zelfstandig informatie verzamelen, beslissingen nemen en acties uitvoeren zonder menselijke tussenkomst.
Stel je voor dat je een restaurantreservering wilt maken. Een LLM kan je vertellen welke restaurants in de buurt zijn en hun openingstijden tonen. Een AI-agent daarentegen kan zelf een reservering maken, je voorkeuren opslaan en zelfs toekomstige boekingen automatisch aanpassen als je agenda verandert.
Big Tech is zich hier volledig van bewust en heeft de afgelopen maanden grote stappen gezet om AI-agenten te ontwikkelen:
OpenAI Operator automatiseert taken op het web, zoals het invullen van formulieren en het boeken van vluchten.
Microsoft’s AI-agenten worden geïntegreerd in Microsoft 365, waardoor gebruikers automatisch e-mails kunnen laten sorteren, vergaderingen plannen en documenten beheren zonder manuele input.
Anthropic’s "Computer Use"-agent kan zelfstandig een computer bedienen, code schrijven en samenwerken in Slack of Google Docs.
De CEO van Mistral, Arthur Mensch, voorspelt dat de toekomst van AI niet ligt in losse taalmodellen, maar in complete systemen die LLMs combineren met contextuele data en zakelijke applicaties. Volgens hem zal de échte waarde van AI zich niet bevinden in wie het krachtigste model heeft, maar in wie het beste systeem bouwt.
De marktreactie op DeepSeek R1 en de groeiende aandacht voor AI-agenten suggereren dat de AI-markt fundamenteel verandert. Beleggers vrezen dat bedrijven minder geld zullen uitgeven aan dure AI-training en infrastructuur als efficiëntere alternatieven beschikbaar komen. Nvidia verloor op één dag bijna $600 miljard aan beurswaarde, een record in de Amerikaanse marktgeschiedenis.
Toch is het belangrijk om niet te snel conclusies te trekken. Nvidia heeft nog steeds een dominante positie in de sector en blijft ongekende cijfers neerzetten. De omzet van het bedrijf steeg in de eerste drie kwartalen van 2025 met 430% ten opzichte van 2023, en het heeft een sleutelrol in de AI-industrie die niet zomaar kan worden overgenomen. De nieuwe Blackwell-architectuur, die Nvidia recent introduceerde, biedt 30 keer betere prestaties tegen 25 keer lagere kosten en energieverbruik. Dit soort technologische voorsprong kan de afhankelijkheid van Nvidia’s chips voorlopig intact houden.

Daarnaast blijft het onduidelijk of DeepSeek werkelijk zo goedkoop en efficiënt is als beweerd wordt. Onderzoeksfirma SemiAnalysis schatte de werkelijke ontwikkelingskosten van DeepSeek R1 op minstens $500 miljoen, in plaats van de geclaimde $6 miljoen. Als deze schatting klopt, dan is de disruptieve impact van DeepSeek minder groot dan het op het eerste gezicht leek.
Ook blijft de vraag of bedrijven die al jarenlang afhankelijk zijn van Nvidia’s chips en software, zomaar zullen overstappen naar alternatieven. AMD probeert bijvoorbeeld met zijn Instinct MI300X een alternatief te bieden voor Nvidia’s H100, maar CEO Lisa Su erkende zelf dat het tijd en moeite kost voor bedrijven om Nvidia’s ecosystem te verlaten. De kracht van Nvidia zit niet alleen in de hardware, maar ook in de software-omgeving, zoals CUDA, die een industrie-standaard is geworden.

DeepSeek en de bredere trend richting AI-agenten hebben laten zien dat de AI-markt geen statische sector is. Waar Nvidia en andere hardwarebedrijven tot nu toe profiteerden van de enorme vraag naar AI-rekenkracht, beginnen efficiëntere alternatieven de markt op te schudden. AI-agenten maken bovendien de noodzaak voor extreme rekenkracht mogelijk kleiner, wat op termijn kan leiden tot minder vraag naar de dure GPU’s van Nvidia.
Toch betekent dit niet dat Nvidia en andere gevestigde spelers hun dominante positie direct verliezen. De AI-wedloop is nog volop bezig, en bedrijven als Meta, Microsoft en OpenAI blijven miljarden investeren in hardware en infrastructuur. De vraag naar rekenkracht zal blijven bestaan, maar de verdeling van deze investeringen kan veranderen.
Voor beleggers is de les duidelijk: AI blijft een markt vol kansen, maar ook vol verrassingen. De sector ontwikkelt zich razendsnel, en wat nu als onbetwist lijkt, kan over een paar jaar alweer achterhaald zijn. Nvidia blijft een powerhouse, maar de manier waarop AI wordt ontwikkeld en ingezet, staat op het punt fundamenteel te veranderen. De race is nog lang niet gelopen.
Comments