FD onder vuur: Perry Feenstra’s omstreden praktijken blootgelegd door rechter

In het kort:

• Willem Blijdorp, heeft het Financieele Dagblad (FD) en Perry Feenstra, hoofdredacteur, voor de rechter gedaagd vanwege vermeende aantasting van zijn eer en goede naam, en eiste €150.000 smartengeld.

• De rechtszaak draaide om twee artikelen uit november 2022 waarin gesuggereerd werd dat Blijdorp betrokken was bij zakelijke activiteiten in Iran die mogelijk sanctieregels schenden.

• De zaak werpt een kritisch licht op de werkwijze van Perry Feenstra en het FD, die al eerder zijn aangesproken vanwege vermeend onzorgvuldig, onprofessioneel en laconiek handelen. De rechter beoordeelde dat er toch gedeeltelijk een rectificatie moest komen.

Willem Blijdorp, oprichter van het beursgenoteerde B&S, is een juridische strijd aangegaan met het Financieele Dagblad (FD) en hoofdredacteur Perry Feenstra.

Blijdorp beweert dat twee artikelen, gepubliceerd op 2 en 3 november 2022, zijn eer en goede naam hebben aangetast. Hij eiste niet alleen een rectificatie, maar ook €150.000 als vergoeding voor de beweerdelijk geleden immateriële schade.

De bewuste artikelen suggereerden onder andere dat Blijdorp zaken deed in Iran, in strijd met sanctieregels, en dat werknemers van B&S betrokken waren bij activiteiten buiten hun reguliere werk op zijn verzoek. Deze beschuldigingen hebben Blijdorp ertoe gebracht juridische stappen te ondernemen.

Kritiek op de werkwijze van het FD

Het FD en zijn hoofdredacteur Perry Feenstra worden al langere tijd bekritiseerd vanwege hun journalistieke aanpak. Verschillende bronnen hebben aangegeven dat de werkwijze van Feenstra en zijn team vaak als onprofessioneel en laconiek wordt ervaren. Dit is niet de eerste keer dat het FD met juridische stappen wordt geconfronteerd vanwege hun berichtgeving. De krant weigerde echter te rectificeren en bleef achter de publicaties staan tot de rechter er een stokje voor stak.

Reactie van het FD

Hoofdredacteur Perry Feenstra benadrukt dat er veel tijd en moeite is gestoken in de reactie op Blijdorps aanvankelijke klacht, die als spoedeisend werd gemarkeerd. Feenstra gaf aan “verbaasd” te zijn over de bodemprocedure volgens de NRC maar werd door de rechter gedeeltelijk niet in het gelijk gesteld.

Keuze voor Bodemprocedure

Blijdorp heeft gekozen voor een bodemprocedure in plaats van een kort geding, wat betekent dat de zaak jaren kan duren voordat er een uitspraak komt volgens de krant. Dit heeft tot speculaties geleid dat Blijdorp hiermee wil voorkomen dat het FD en haar bronnen verder over dit onderwerp berichten maar er waren ook mensen die zeggen dat het FD een slachtoffer rol inkruipt.

Rechterlijke balans tussen vrijheid van meningsuiting en privacy

De rechter in Amsterdam heeft geoordeeld dat het FD binnen haar recht staat om te publiceren over mogelijke risico's voor aandeelhouders van B&S als gevolg van Blijdorps investeringen in Iran. Het artikel van 2 november 2022 werd als rechtmatig bevonden. Echter, het artikel van 3 november 2022 werd gedeeltelijk onrechtmatig verklaard, omdat niet kon worden vastgesteld of een geciteerde expert correct werd weergegeven. De krant moest dus rectificeren.

De uitkomst van deze rechtszaak kan belangrijke gevolgen hebben voor de journalistiek in Nederland, vooral wat betreft de balans tussen persvrijheid en bescherming van persoonlijke reputaties. Het is een zaak die nauwlettend gevolgd zal worden door zowel de media als de juridische gemeenschap. Het FD en Perry Feenstra staan opnieuw in de schijnwerpers vanwege hun onzorgvuldige & controversiële werkwijze, die meer dan eens tot juridische conflicten heeft geleid.