Nederlandse productie daalt al acht maanden: hoe kan dit?
In het kort:
De Nederlandse industrie kampt met aanhoudende productiedalingen, met acht opeenvolgende maanden van lagere productie dan het voorgaande jaar.
Hoge energieprijzen worden genoemd als een belangrijke factor in de productiedaling, samen met een voorraadrecessie die begon tijdens de pandemie.
Hoewel de Nederlandse industrie onder druk staat, blijft deze het nog steeds beter doen dan veel andere Europese landen, zoals Duitsland.
Nederlandse productie daalt
De Nederlandse industrie bevindt zich in zwaar weer, met aanhoudende dalingen in de productie. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de productie acht maanden op rij onder het niveau van het voorgaande jaar gelegen. De productie in augustus was 8% lager dan in dezelfde maand vorig jaar.
Nederland bungelt onderaan de Europese productieladder qua groei, alleen Estland doet het slechter. Terwijl de vacaturebakken overstromen en bedrijven klagen over een tekort aan personeel, lijkt de Nederlandse economie langzaam tot stilstand te komen.
De rubber- en kunststofsectoren tonen een afname van 6%, terwijl de chemische industrie een neergang van 13% kent. De machinebouw sector heeft de zwaarste klap te verduren gehad, met een indrukwekkende daling van 20% in vergelijking met het voorgaande jaar.
Energieprijs als boosdoener
Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS wijst op de hoge energieprijzen als een belangrijke factor in de daling van de productie. De Nederlandse industrie heeft lange tijd kunnen profiteren van goedkoop gas uit Groningen en Rusland, maar die bronnen zijn uitgeput. Daarnaast heeft de Nederlandse industrie tijdens de coronapandemie sterker hersteld dan de rest van Europa, waardoor de productiegroei destijds aanzienlijk hoger lag. De huidige productiedaling kan dan ook worden gezien als een correctie.
Internationale ontwikkelingen en voorraadrecessie
Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN Amro, merkt op dat de problemen in de Nederlandse industrie begon als een voorraadrecessie. Bedrijven hadden tijdens de pandemie extra voorraad opgebouwd en zijn nu bezig deze voorraden te interen, wat de zwakke nieuwe orderinstroom verklaart. De Nederlandse industrie presteert echter nog steeds op een hoger niveau dan vóór de coronapandemie en doet het beter dan buurlanden, vooral Duitsland.
Hoewel de Nederlandse industrie historisch sterk verbonden was met de Duitse industrie, is die band sinds 2018 afgenomen. De Duitse industrie verkeert al enkele jaren in moeilijkheden, voornamelijk door de achterblijvende (belangrijke) autoproductie en de trage shift naar de productie van elektrische auto´s.
Conclusie
De Nederlandse industrie bevindt zich in een periode van productiedaling, waarbij de hoge energieprijzen en een voorraadrecessie een belangrijke rol spelen. Ondanks deze uitdagingen doet de Nederlandse industrie het nog steeds beter dan veel andere Europese landen, zoals Duitsland, waar de problemen in de auto-industrie zwaarder wegen. Het is duidelijk dat de industrie aan het herstellen is van een periode van overmatige groei, het is een kwestie van in de gaten houden wanneer de nieuwe periode van groei aan gaat breken.
Heb je vragen of opmerkingen? Stuur een e-mail naar rens@debelegger.nl
Comments