Kabinet Schoof voert stiekem een belangrijke belasting-wijziging: Ga jij meer of minder belasting betalen?
In het kort:
Het belastingvoordeel voor middeninkomens stijgt in 2025 naar 37,48%, terwijl het voor lagere inkomens daalt naar 35,82%, wat de kloof tussen inkomensgroepen vergroot.
Hogere inkomens kunnen meer lenen, wat huizenprijzen verder kan opstuwen, terwijl starters en lagere inkomens minder voordeel ervaren en moeilijker aan een woning komen.
De maatregel wordt gezien als inconsistent met eerdere plannen om de woningmarkt betaalbaarder te maken en krijgt tegenstand vanuit de politiek en academische wereld.
De Nederlandse woningmarkt is een van de meest besproken onderwerpen in de politiek en economie, en met de aangekondigde wijziging van het belastingplan 2025 lijkt er wederom veel te veranderen. In een nieuwe zet die door veel economen en politici als controversieel wordt beschouwd, heeft het kabinet-Schoof voorgesteld om de hypotheekrenteaftrek voor midden- en hogere inkomens, via een sluiproute, feitelijk te verhogen. Deze wijziging zou in 2025 kunnen leiden tot een groter belastingvoordeel voor huizenbezitters met een hoger inkomen, terwijl huiseigenaren met lagere inkomens juist minder voordeel zullen ervaren. Maar hoe zit precies?
Op dit moment kent Nederland twee belastingschijven voor box 1 van de inkomstenbelasting. Wie minder dan €75.518 per jaar verdient, valt onder het lagere belastingtarief van 36,97%, en wie daarboven verdient, betaalt 49,5%. Tot dusver was het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek gelijk aan dit lagere belastingtarief, 36,97%.
Vanaf 2025 komt er echter een extra schijf bij, en de belastingtarieven zullen veranderen. Het tarief voor de eerste schijf wordt 35,82%, en er komt een middenschijf van 37,48%, die van toepassing is op inkomens tussen de €38.098 en €75.518. Het hoogste belastingtarief blijft ongewijzigd op 49,5%. Maar wat opvalt, is dat het belastingtarief voor de aftrekbare hypotheekrente in 2025 wordt verhoogd naar 37,48% voor de middeninkomens. Dit betekent dat mensen met een inkomen tussen de €38.000 en €75.000 meer belastingvoordeel krijgen van hun hypotheekrenteaftrek. Voor lagere inkomens wordt het fiscale voordeel echter kleiner, aangezien hun belastingtarief in de eerste schijf omlaag gaat naar 35,82%.
De wijziging wordt als een sluiproute gezien om het beleid van versobering van de hypotheekrenteaftrek te omzeilen. Sinds 2013 heeft Nederland een plan om de aftrek voor hypotheekrente geleidelijk af te bouwen, mede door druk van de Europese Unie en De Nederlandsche Bank, die stellen dat de aftrek bijdraagt aan de verhoging van de huizenprijzen en het verhogen van de leencapaciteit van huizenkopers. Deze maatregelen moeten de woningmarkt betaalbaarder maken.
Toch lijkt de verhoging van de aftrek voor hogere inkomens een stap terug te zijn. Econoom Raymond Gradus van de Vrije Universiteit Amsterdam noemt het zelfs ronduit onverstandig. Hij wijst op het feit dat, terwijl het kabinet zegt de woningmarkt toegankelijker te willen maken, dit juist het tegenovergestelde doet door de hypotheekrenteaftrek voor hogere inkomens te verhogen. Dit zou volgens hem juist de huizenprijzen verder kunnen opstoken, in plaats van de markt toegankelijker te maken voor starters of mensen met een lager inkomen.
Het effect van deze belastingmaatregel wordt direct voelbaar voor de midden- en hogere inkomens. Stel je voor: een huiseigenaar met een inkomen van €50.000 en een hypotheek van €200.000, met €7.000 aan betaalde rente per jaar, zou in 2024, met het aftrektarief van 36,97%, een belastingvoordeel van zo’n €2.588 ontvangen. Maar in 2025, met het verhoogde aftrektarief van 37,48% voor inkomens in de middenschijf, stijgt dat belastingvoordeel naar €2.624, een verschil van €36.
Aan de andere kant krijgt een huiseigenaar met een lager inkomen, bijvoorbeeld €38.000, in 2025 minder belastingvoordeel. Terwijl in 2024 het belastingvoordeel €1.849 bedraagt (met een belastingtarief van 36,97%), wordt dat in 2025 lager, namelijk €1.791 (met een belastingtarief van 35,82%). Zij lopen bijna €60 mis, terwijl deze groep het juist harder nodig heeft.
Deze aanpassing in de hypotheekrenteaftrek kan bovendien nog verder invloed hebben op de woningmarkt. De verwachting is dat hogere inkomens nog meer kunnen lenen, wat de vraag naar huizen voor hen zal versterken. Dit vergroot de kloof tussen mensen met een hoger inkomen en starters of mensen met lagere inkomens, die nu juist minder belastingvoordeel krijgen. Een grotere leencapaciteit voor de hogere inkomens kan de druk op de woningmarkt verder verhogen, omdat deze groep in staat is om hogere prijzen te betalen voor woningen.
Lees ook: De beste vastgoedfondsen in 2024
Tegelijkertijd komt het kabinet, met deze verhoging voor midden- en hogere inkomens, in een moeilijk parket terecht als het gaat om het realiseren van haar doelstellingen om de woningmarkt toegankelijker en betaalbaarder te maken. Als de hypotheekrenteaftrek voor de hogere inkomens wordt verhoogd, zullen zij hun positie op de woningmarkt verder versterken, wat de concurrentie voor starters verhoogt en het voor hen nog moeilijker maakt om een woning te kopen.
De kritiek op deze maatregel is dan ook niet van de lucht. In de Tweede Kamer werd al gewezen op de inconsistentie van deze wijziging, aangezien de afbouw van de hypotheekrenteaftrek juist bedoeld was om de woningmarkt minder te sturen via belastingvoordelen. De maatregel moet nog goedgekeurd worden door de Eerste Kamer, en er bestaat bezorgdheid over de effecten van de verhoging, vooral gezien het Europese beleid en de kritiek vanuit de academische en politieke wereld.
Het kabinet-Schoof zal zich dan ook goed moeten voorbereiden op de gevolgen van deze belastingmaatregel. De verhoging van de hypotheekrenteaftrek voor midden- en hogere inkomens heeft onmiskenbaar grote gevolgen voor de woningmarkt, vooral als het gaat om de beschikbaarheid en betaalbaarheid van woningen voor lagere inkomens. Het is duidelijk dat de woningmarkt zich in een dynamische situatie bevindt, waarin een balans moet worden gevonden tussen belastingvoordelen, de stijgende huizenprijzen en de toegankelijkheid van woningen voor starters en middeninkomens.
Je laat wel buiten beschouwing dat iemand met 38.000,- aan jaarinkomen 437 euro minder aan loonheffing hoeft te betalen ten opzichte van dit jaar. Waar dit voor iemand met een jaarinkomen van 50.000,- een voordeel van 377 euro is. En voor iemand met een inkomen van 75.000,- is dit voordeel nog 'maar' 250 euro.