Eigen woning zojuist onmogelijk geworden volgens deze nieuwe cijfers
In het kort:
De huizenprijzen in Nederland zijn in september 2024 met 11,4% gestegen, waardoor de gemiddelde transactieprijs op €466.890 ligt.
Starters worden steeds verder buitenspel gezet door de hoge prijzen, krapte op de woningmarkt, en dalende hypotheekrentes die biedingen opdrijven.
Ondanks beloftes van de overheid om de woningnood aan te pakken, blijven bouwprojecten achter, wat de ongelijkheid op de huizenmarkt vergroot.
De huizenmarkt in Nederland blijft voor velen een frustrerend onderwerp. De gemiddelde prijs van een koopwoning is in september 2024 met maar liefst 11,4% gestegen ten opzichte van dezelfde maand in 2023, en de gemiddelde transactieprijs kwam uit op maar liefst €466.890. Dit betekent dat huizen in één jaar tijd gemiddeld €44.000 duurder zijn geworden. Voor wie al een huis bezit, lijkt dat goed nieuws, maar voor starters is het vrijwel onmogelijk geworden om een woning te kopen zonder aanzienlijke financiële steun. En eerlijk gezegd, met de huidige stand van zaken is het moeilijk om nog optimistisch te zijn.
Voor wie nog niet op de koopwoningmarkt actief is, voelt het als een absurde situatie. De prijzen stijgen, de salarissen volgen maar mondjesmaat, en de ruimte om te lenen is weliswaar vergroot door hogere lonen, maar dit is meer een druppel op de gloeiende plaat. Het voelt alsof de huizenmarkt een wedstrijd is waarbij de finishlijn steeds verder weg wordt geschoven. En waar gaat het stoppen? Voorlopig lijkt er niets te gaan veranderen.
Een combinatie van factoren stuwt de prijzen namelijk omhoog. Enerzijds zorgt de krapte op de woningmarkt ervoor dat er simpelweg te weinig huizen beschikbaar zijn, waardoor de prijzen de pan uit rijzen. Anderzijds spelen hogere lonen een rol, want die bieden huizenkopers meer ruimte om te lenen, waardoor de biedingen oplopen. En dan is er nog de daling van de hypotheekrentes, die het voor sommige kopers aantrekkelijker maakt om nu een huis te kopen. Allemaal factoren die de markt verder verharden en starters steeds verder buitenspel zetten.
Kijken we naar de regionale verschillen, dan valt op dat de provincie Utrecht er met kop en schouders bovenuit steekt. Hier stegen de huizenprijzen met maar liefst 14,3% op jaarbasis, en de stad Utrecht zelf spant de kroon met een stijging van 18,4%. Dit betekent dat kopers in de stad Utrecht binnen een jaar te maken hebben gekregen met prijsstijgingen die soms wel tienduizenden euro's hoger liggen. Vooral voor starters en middeninkomens is het vrijwel onmogelijk geworden om hier nog een huis te kopen. Waar de stad Utrecht ooit werd gezien als een aantrekkelijk alternatief voor Amsterdam, lijkt het nu dezelfde prijzenspiraal te volgen, waarbij de prijzen niet alleen hoog zijn, maar ook in een rap tempo blijven stijgen.
Het probleem beperkt zich echter niet tot de provincie Utrecht of de grote steden. Ook in andere delen van Nederland stijgen de huizenprijzen fors. Waar men traditioneel buiten de Randstad naar goedkopere huizen uitweek, beginnen ook die gebieden onbetaalbaar te worden. De toegenomen vraag naar woningen in zogenaamd goedkopere provincies zoals Limburg of Overijssel heeft daar eveneens voor een opwaartse druk op de prijzen gezorgd. Veel jonge mensen die hoopten in deze regio’s nog een betaalbaar huis te vinden, zien deze droom langzaam maar zeker in rook opgaan. Het maakt niet meer uit waar je zoekt: in vrijwel elke regio is de huizenmarkt oververhit, en voor veel starters is een koopwoning steeds verder buiten bereik geraakt.
En hoe heeft de overheid het zover laten komen? Ondanks de constante beloftes om de woningnood aan te pakken, lijkt er weinig te zijn veranderd. Er worden te weinig nieuwe huizen gebouwd en veel van de nieuwbouwprojecten worden vertraagd door regelgeving en bureaucratie. De Nederlandse overheid heeft herhaaldelijk aangekondigd de bouw van nieuwe woningen te versnellen, maar in de praktijk blijven er te veel obstakels. Het resultaat? Starters zitten vast in een vicieuze cirkel van huren, zonder uitzicht op een eigen woning, terwijl de huren ook alleen maar stijgen door de grote vraag.
De situatie is zelfs zo schrijnend dat jonge gezinnen in sommige gevallen worden gedwongen om bij hun ouders in te trekken, omdat ze simpelweg geen betaalbare woonruimte kunnen vinden. Het lijkt erop dat de Nederlandse woningmarkt de kloof tussen de haves en de have-nots steeds verder vergroot, en de overheid doet te weinig om deze groeiende ongelijkheid effectief aan te pakken.
Volgens cijfers van het CBS en het Kadaster werden er in september 17.622 woningen verkocht, een stijging van 9,5% vergeleken met dezelfde maand in 2023. Dit lijkt erop te wijzen dat de markt nog steeds volop in beweging is. Voor doorstromers, mensen die al een huis hebben en de overwaarde willen benutten voor een nieuw huis, biedt dit kansen. Maar voor starters? Tja, daar wordt het gat alleen maar groter. Economen van ABN AMRO voorspellen voor heel 2024 een gemiddelde prijsstijging van 8,5%. Hoewel dit iets minder is dan de huidige maandelijkse stijgingen, blijft de trend stijgend. Starters krijgen dus steeds minder kans om de woningmarkt te betreden.
Met de huidige ontwikkeling van de huizenmarkt, lijkt de situatie voor starters de komende jaren dus niet veel beter te worden. Zelfs als de hypotheekrentes stabiliseren of verder dalen, blijven de prijzen van huizen onrealistisch hoog. Veel jonge mensen zullen waarschijnlijk aangewezen blijven op de huurmarkt, die op zichzelf ook al oververhit is door een gebrek aan aanbod en hoge prijzen.
De Nederlandse huizenmarkt zit duidelijk vast in een vicieuze cirkel. Door een gebrek aan daadkrachtige maatregelen blijft de krapte op de woningmarkt aanhouden en de prijzen stijgen. Starters hebben het nakijken, terwijl doorstromers met overwaarde de situatie in hun voordeel kunnen benutten. Zonder serieuze interventies van de overheid zal de ongelijkheid op de huizenmarkt alleen maar verder toenemen.
Comentários