Dit is waarom Nederlanders massaal hun hypotheek zijn gaan aflossen
In het kort:
Meer dan 50% van de Nederlandse huishoudens lost hun hypotheek af, een stijging ten opzichte van 25% in 2007, grotendeels door strengere hypotheekregels.
Ondanks een hogere spaarquote (van -3% naar 2% sinds 2005) zetten Nederlanders niet significant meer geld op hun spaarrekening vanwege de focus op hypotheekaflossing.
Jongere generaties worden het meest beïnvloed door de nieuwe regels, wat leidt tot lagere directe buffers voor onverwachte uitgaven, maar een verbeterde schuldenpositie.
In de afgelopen twintig jaar zijn Nederlandse huishoudens steeds actiever geworden in het aflossen van hun hypotheken. Dit blijkt uit een recent onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). Volgens het CPB is deze trend vooral te wijten aan de strengere hypotheekregels die na de financiële crisis van 2008 zijn ingevoerd.
De strengere regelgeving heeft vooral de populariteit van aflossingsvrije hypotheken doen afnemen. Vóór de crisis was het gebruikelijk om aflossingsvrije hypotheken af te sluiten, waarbij men alleen rente betaalde en de hoofdsom onaangeroerd bleef. Na de crisis werd de renteaftrek voor dergelijke hypotheken beperkt, wat ze minder aantrekkelijk maakte. Hierdoor zijn vooral jongere generaties overgestapt op hypotheken met aflossingsverplichting.
Uit het CPB-onderzoek blijkt dat in 2007 slechts 25% van de Nederlandse huishoudens hun hypotheek afbetaalde. Dit percentage is nu gestegen naar meer dan 50%. Yvonne Adema van het CPB verklaart dat deze toename voornamelijk door jongere generaties wordt gedragen. De verwachting is dat dit aandeel de komende jaren verder zal toenemen.
Hoewel het aflossen van hypotheken de schuldpositie van huishoudens heeft verbeterd, heeft dit ook gevolgen voor hun liquiditeitspositie. Het CPB meldt dat de gemiddelde buffer voor onverwachte uitgaven, zoals een kapotte wasmachine, kleiner is geworden. Dit komt omdat er relatief minder wordt gespaard op spaarrekeningen.
De spaarquote, het percentage van het inkomen dat wordt gespaard, is weliswaar gestegen van -3% in 2005 naar 2% nu, maar dit betekent niet dat er meer geld op spaarrekeningen wordt gezet. De toegenomen aflossingen verklaren deze paradox: het geld wordt gebruikt om schulden af te betalen in plaats van direct beschikbaar te zijn als buffer.
In een Europese context valt Nederland op door deze trend. In de meeste andere Europese landen is de spaarquote niet gestegen, met uitzondering van Denemarken en Zweden, die vergelijkbare maatregelen hebben genomen na de financiële crisis. Ook in deze landen is een toename van hypotheekaflossingen te zien.
De strengere hypotheekregels na de financiële crisis van 2008 hebben een significante impact gehad op het spaar- en aflosgedrag van Nederlandse huishoudens. Met een groeiend percentage huiseigenaren dat hun hypotheek aflost, verbeteren zij hun schuldpositie ten koste van de directe financiële buffers. Vooral jongere generaties zijn actief in het aflossen, wat suggereert dat deze trend zich in de toekomst zal voortzetten.
Deze dynamiek benadrukt de noodzaak voor beleidsmakers om de balans te bewaken tussen het bevorderen van financiële stabiliteit door schuldafbouw en het waarborgen van voldoende liquiditeitsbuffers voor huishoudens.
Comments